Op 30 juni 2023 promoveerde Dr. Anne Daniels aan de Universiteit van Maastricht. Voor haar proefschrift deed ze bij VieCuri Medisch Centrum onderzoek met een voor de Benelux unieke, hoge resolutiescanner (de HR-pQCT, XtremeCTII-scanner). Eerst werd met een onderzoeksgroep gekeken naar factoren die de complexiteit en kans op verplaatsing konden voorspellen van een breuk in het spaakbeen (de distale radius fractuur). Vervolgens werd de HR-pQCT ingezet voor het opsporen van een lastig te diagnosticeren breuk in één van de handwortelbeentjes (de scaphoid fractuur).
Met haar onderzoek toont Daniels aan dat het opsporen van een scaphoid fractuur met de nieuwe scanner superieur is aan de conventionele CT scan. Het is daarmee een veelbelovende nieuwe toepassing.
De enige hoge resolutiescanner in de Benelux
“Het is vrij bijzonder dat VieCuri deze scanner in huis heeft, het is de enige in de Benelux”, aldus Daniels. “De scanner is in staat om heel nauwkeurig de botschors en botbalkjes in beeld te brengen. In eerste instantie richtte ik me samen met een onderzoeksgroep op de distale radiusfractuur, een veel voorkomende breuk in het spaakbeen. We waren benieuwd of we factoren konden vinden die konden voorspellen of iemand een grotere kans had op een complexe breuk. Door het bestuderen van scans van patiënten met deze breuk, ontdekten we dat het voornamelijk mannen en oudere mensen zijn die een groter risico lopen.”
Verplaatsingen van het bot
Deze resultaten zijn direct klinisch toepasbaar, aldus Daniels. “Zo’n breuk kun je in gips behandelen, of je kunt opereren. De nieuwe inzichten die we met het onderzoek hebben opgedaan ten aanzien van de verplaatsing van de breuk na verloop van tijd, helpen bij het nemen van deze beslissing. Normaliter heeft gips namelijk de voorkeur, mits de stand van het bot nog goed is. Het probleem is echter dat het bot zich na een tijdje kan verplaatsen en alsnog klachten veroorzaakt. Met de scanner konden we zien dat verplaatsingen van het bot vaker voorkomen als de botschors zwakker is en bij patiënten met een slechtere stand van de breuk voorafgaand aan de behandeling. Het is daarom belangrijk om deze kennis mee te nemen in de beslisboom, bij het bepalen of we wel of niet gaan opereren.”
Scanner gebruiken voor handwortelbeentjes
Vervolgens keek Daniels ook naar de toepassing van de scanner bij een veel voorkomende breuk in één van de handwortelbeentjes, de scaphoid fractuur. “Ongeveer de helft van alle hand- en polsletsels Nederland betreft het spaakbeen of het scaphoid. Tot nu toe was er nog geen goede manier om een scaphoid fractuur op te sporen. Het komt nog regelmatig voor dat mensen er, na jaren klachten te hebben, pas achter komen dat ze die breuk hebben gehad en deze niet goed te genezen is. De hoge resolutiescanner was enkel nog ingezet bij het spaakbeen, dus ik wilde kijken of we er ook een handwortelbeentje goed mee in beeld konden krijgen. Het was nog een hele uitdaging, de hand mag namelijk niet bewegen tijdens de scan. Met een speciaal hiervoor ontworpen gipsspalkje rondom de duim is het uiteindelijk gelukt.”
Met hoge resolutiescanner meer resultaat
De gescande beelden werden vervolgens beoordeeld door diverse specialisten. “Het is natuurlijk belangrijk dat de beelden ook daadwerkelijk goed te beoordelen zijn door verschillende specialisten. Dit bleek gelukkig het geval. Met mijn onderzoek kon ik aantonen dat met de hoge resolutiescanner 60% meer botbreuken van het scaphoid, ofwel het scheepsvormig handwortelbeentje, worden opgespoord dan met een reguliere CT-scanner.” Wereldwijd wordt er veel vertraging opgelopen met het opsporen van botbreuken in dit handwortelbeentje. Het gevolg ervan is vaak dat het botje niet of niet juist aan elkaar groeit, wat slijtage en bijkomende klachten kan veroorzaken. Daniels heeft met haar onderzoek aangetoond dat de hoge resolutiescanner het opsporen van botbreuken van dit handwortelbeentje kan verbeteren. Momenteel wordt vervolgonderzoek op Daniels’ onderzoek verder uitgewerkt door drs. Melissa Bevers vanuit het VieCuri en de TU in Eindhoven. Hoewel Daniels zich in de toekomst zal specialiseren tot vaatchirurg, blijft ze bij dit onderzoek en relevante vervolgonderzoeken betrokken.
Anne Daniels’ promotores vanuit het VieCuri Medisch Centrum en bij het MUMC+ zijn prof. dr. J.P. van den Bergh en prof. dr. M. Poeze. Haar co-promotores bij VieCuri Medisch Centrum zijn dr. H.M.J. Janzing en dr. C.E. Wyers.