Inleiding
U heeft in overleg met uw behandelend arts besloten dat er bij u een schouderoperatie gaat plaatsvinden. Tijdens deze ingreep wordt uw beschadigde schoudergewricht vervangen door een kunstgewricht. Uw orthopedisch chirurg en de orthopedie-consulent hebben u al informatie gegeven over de ingreep.
U krijgt hier informatie over het schoudergewricht en de behandelingsmogelijkheden bij beschadiging daarvan. Daarnaast vindt u informatie over de voorbereiding op de ingreep, de ingreep zelf en de nabehandeling.
De schouder
De anatomie van de schouder
Het schoudergewricht is een complex gewricht dat uit meerdere botten, gewrichten, spieren en pezen bestaat. Het is het gewricht in het lichaam met de grootste beweeglijkheid. Hierdoor is het gevoelig voor overbelasting en schade.
Waarom een schouderprothese?
Er zijn meerdere redenen om een schouderprothese te plaatsen.
Bij het ouder worden vermindert de kwaliteit van het kraakbeen. Als het kraakbeen versleten is, kan het gewricht niet meer soepel bewegen. Dit veroorzaakt pijn en stijfheid van het gewricht.
Als door slijtage de klachten dusdanig ernstig zijn dat pijnstillers, fysiotherapie en injecties niet meer helpen, kunt u in overleg met uw orthopedisch chirurg besluiten om het versleten gewricht te vervangen door een kunstgewricht.
Een derde reden voor het plaatsen van een schouderprothese kan zijn door letsel ten gevolge van een ongeval (trauma) waardoor het gewricht zodanig is beschadigd dat vervanging door een prothese noodzakelijk is.
Klachten voor de operatie
De meest voorkomende klacht is pijn, met name in de nachtelijke uren. Ook krachtverlies en pijn bij bepaalde bewegingen kunnen optreden. Verder kunt u te maken krijgen met beperkingen in het bewegen.
Soorten schouderprotheses
Er zijn twee soorten schouderprotheses: een anatomische totale schouderprothese en een reversed (omgekeerde) schouderprothese.
Schematische weergave van de schouder
1. schouderblad (scapula)
2. sleutelbeen (clavicula)
3. bovenarm (humerus)
4. dak van schouder (acromion)
Het schoudergewricht is een kogelgewricht met een grote kop en een kleine kom. Rondom de kop van de schouder bevinden zich een aantal spieren en pezen, die ook wel de rotator cuff genoemd worden. De functie van de rotator cuff is het in de kom houden van de kop tijdens het bewegen van de schouder
Waarom een schouderprothese?
Er zijn meerdere redenen om een schouderprothese te plaatsen.
Bij het ouder worden vermindert de kwaliteit van het kraakbeen. Als het kraakbeen versleten is, kan het gewricht niet meer soepel bewegen. Dit veroorzaakt pijn en stijfheid van het gewricht.
Als door slijtage de klachten dusdanig ernstig zijn dat pijnstillers, fysiotherapie en injecties niet meer helpen, kunt u in overleg met uw orthopedisch chirurg besluiten om het versleten gewricht te vervangen door een kunstgewricht.
Een derde reden voor het plaatsen van een schouderprothese kan zijn door letsel ten gevolge van een ongeval (trauma) waardoor het gewricht zodanig is beschadigd dat vervanging door een prothese noodzakelijk is.
Klachten voor de operatie
De meest voorkomende klacht is pijn, met name in de nachtelijke uren. Ook krachtverlies en pijn bij bepaalde bewegingen kunnen optreden. Verder kunt u te maken krijgen met beperkingen in het bewegen.
Soorten schouderprotheses
Er zijn twee soorten schouderprotheses: een anatomische totale schouderprothese en een reversed (omgekeerde) schouderprothese.
Bij beide ingrepen wordt de versleten kop verwijderd en een steeltje in de bovenarm geplaatst.
Anatomische totale schouderprothese
Bij de anatomische totale schouderprothese wordt de kop vervangen door een nieuwe kop en de kom door een kunststof (polyethyleen) kom. Voor een goed functioneren van de anatomische totale schouderprothese is het van belang dat de pezen rond de schouder intact zijn en goed functioneren.
Omgekeerde schouderprothese
Een andere reden om een schouderprothese te plaatsen is dat er onherstelbare schade is ontstaan aan de pezen en spieren van de rotator cuff. Daardoor zal tijdens het bewegen de kop niet goed in de kom blijven. Een gevolg hiervan kan slijtage zijn, maar een gevolg kan bijvoorbeeld ook zijn dat u uw arm niet meer kunt optillen. In enkele gevallen kan het zelfs tot een schouderluxatie leiden (schouder ‘uit de kom’).
Een omgekeerde schouderprothese kan dan uitkomst bieden. Bij een omgekeerde schouderprothese wordt een steeltje in de bovenarm geplaatst. De kop wordt vervangen door een kom en de kom door een kop, vandaar de naam omgekeerde schouderprothese.
Afhankelijk van de situatie bespreekt uw arts met u of u in aanmerking komt voor een anatomische prothese of een omgekeerde schouderprothese.
Voorbereiding op de ingreep
Het Preoperatief Bureau
Vanuit de polikliniek en voor de opname in het ziekenhuis wordt u doorverwezen naar het Preoperatief Bureau. Het is belangrijk om u als patiënt zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op de aanstaande ingreep en de vorm van anesthesie die nodig is. Hiervoor is preoperatief onderzoek nodig.
Door dit onderzoek is de kans op problemen tijdens en na de ingreep zo klein mogelijk. Meer informatie leest u in onze folder ‘Anesthesie en preoperatief onderzoek’.
Anesthesie
De ingreep geschiedt meestal onder algehele anesthesie (narcose). De anesthesist zal dit met u bespreken. Meer informatie over de gang van zaken vóór, tijdens en na de anesthesie krijgt u via het Preoperatief Bureau.
Voorkomen van infecties
Al vóór de ingreep dient u ervoor te zorgen dat infecties in uw lichaam zo snel mogelijk door uw huisarts of specialist worden behandeld. Vermeld altijd dat u een schouderoperatie krijgt. Bijzondere aandacht verdienen infecties aan tanden, keel, blaas, tenen en voeten.
Infectiepreventie rond de operatie
Bij alle operatieve ingrepen bestaat een kans op infectie. Deze infecties worden meestal veroorzaakt door de Staphylococcus Aureus (SA) bacterie. Infecties kunnen vervelende complicaties veroorzaken.
Sommige mensen dragen deze SA bacterie ongemerkt bij zich. Dit is geen probleem bij een gezond en een intact lichaam. Bij verminderde weerstand of wonden (vooral met protheses) kan de aanwezigheid van deze bacterie tot een infectie leiden.
Om de kans op infectie door de SA bacterie zo klein mogelijk te houden, verzoeken wij u de volgende voorzorgsmaatregelen voorafgaand aan de operatie, dus al in de thuissituatie, te nemen:
- Gebruik van een desinfecterende zeep/shampoo
- Gebruik van een antibacteriële neuszalf
Tijdens het gesprek met de orthopedie-consulent is de behandeling hiermee al in het kort met u besproken. U heeft het recept voor de neuszalf en de zeep/shampoo meegekregen. U kunt deze middelen ophalen bij de poliklinische apotheek in Venlo of Venray.
Het is de bedoeling dat u deze neuszalf in totaal gedurende 5 dagen gaat gebruiken: twee dagen vóór de operatie. de dag van de operatie en twee dagen na de operatie.
De zeep/shampoo gebruikt u 3 dagen : twee dagen voor de operatie en op de operatiedag zelf voordat u naar het ziekenhuis komt.
Bactroban ® (mupirocine) neuszalf
Bactroban ® zalf bevat een antibioticum. Dit remt de groei van bepaalde soorten bacteriën (staphylococcen), waaronder de resistente vorm ervan, de MRSA bacterie.
Gebruiksaanwijzing
- Start thuis met de zalf, 2 dagen vóór de operatie.
- Breng hiervoor een kleine hoeveelheid van de zalf met de pink in beide neusgaten.
- Knijp hierna de neusvleugels enige tijd dicht.
- Zorg ervoor dat de zalf niet in de ogen komt.
- Gebruik de zalf op deze wijze 3 keer per dag gedurende vijf dagen.
Bijzonderheden
- De zalf kan een prikkelend gevoel in de neus geven.
- Gebruik de zalf niet bij overgevoeligheid voor mupirocine.
- De zalf kan, voor zover bekend, in combinatie met andere medicijnen worden gebruikt.
Neem bij uw opname in het ziekenhuis de Bactroban ® neuszalf mee.
Gebruik van Hibiscrub® zeep/shampoo
Hibiscrub® is een vloeibare zeep/shampoo en bevat het desinfecterende middel chloorhexidine en doodt een aantal soorten bacteriën.
Gebruiksaanwijzing
- Start thuis met deze zeepoplossing, 2 dagen voor de operatie en op de operatiedag voordat u naar het ziekenhuis komt.
- Gebruik de zeep/shampoo samen met de neuszalf.
- Wrijf tijdens of aan het einde van het douchen het lichaam en de hoofdhuid goed in met Hibiscrub® gedurende minimaal 2 minuten.
- Gebruik hierna geen zeep, shampoo of conditioner meer; gelijktijdig gebruiken van zeep(oplossing) vermindert namelijk de werking van dit middel.
- Vermijd contact met de ogen; als dit middel toch in de ogen komt spoel deze dan goed uit met water.
Bijzonderheden
- Bij sommige patiënten kan huiduitslag, roodheid of jeuk optreden.
- Gebruik Hibiscrub® niet bij overgevoeligheid voor chloorhexidine.
Bloedverdunnende medicijnen
Het gebruik van bloedverdunnende medicijnen moet u, uitsluitend in overleg met uw arts, voor de operatie stoppen. Als u onder begeleiding staat van de Trombosedienst, informeer deze dan over de ingreep. De Trombosedienst stemt dan het beleid met u af.
Opnameduur
De opnameduur is gemiddeld 2 dagen.
De ingreep
Voor en na de ingreep krijgt u antibiotica om de kans op een infectie te verkleinen.
Voordat de narcose toegediend wordt zal er een zenuwblokkade verricht worden. Het voordeel van een blokkade is dat u de eerste uren na de operatie geen pijn heeft.
De orthopedisch chirurg maakt een huidsnede aan de voorzijde van de schouder. Tijdens de ingreep wordt een deel van de spieren losgemaakt om goed bij het schoudergewricht te komen. Vervolgens wordt met speciale instrumenten het aangetaste gewricht verwijderd en wordt het restant van het bot dat achterblijft aangepast in de vorm van de prothese waardoor een goede verankering mogelijk is.
Afhankelijk van de situatie wordt gekozen voor een prothese die moet ingroeien of een die vastgezet wordt met botcement.
Tevens wordt de beweeglijkheid en stabiliteit van de gewrichtsprothese gecontroleerd. Bij een anatomische totale schouderprothese worden de spieren en pezen stevig hersteld. Daarna wordt de huid gesloten met hechtingen. Meestal zijn dit oplosbare hechtingen. Na de ingreep wordt op de operatiekamer een absorberend verband aangelegd.
Duur van de ingreep
De ingreep duurt ongeveer een uur tot anderhalf uur.
Na de ingreep
Na de ingreep gaat u naar de uitslaapruimte waar gedurende de eerste uren intensieve bewaking en controle plaatsvinden.
U heeft een infuus in uw arm waardoor vocht en zo nodig medicatie toegediend kan worden. Soms treedt na de ingreep misselijkheid op. Als u voldoende hersteld bent gaat u terug naar uw eigen afdeling.
Wondverzorging
Het infuus en het absorberende verband worden doorgaans op de eerste dag na de ingreep verwijderd. De wond wordt daarna verbonden met een pleister.
De eerste dag na de operatie wordt ook een röntgenfoto van de schouder gemaakt.
Mobilisatie
Als de narcose is uitgewerkt mag u uit bed. Om de geopereerde arm te ondersteunen krijgt u op de operatiekamer een mitella. U mag op geleide van de pijnklachten de schouder bewegen.
Uw orthopedisch chirurg geeft eventuele beperkingen aan waaraan u en uw fysiotherapeut zich moeten houden gedurende de eerste weken na de operatie. In specifieke gevallen wordt gekozen voor een andere nabehandeling (zoals het gebruik van een brace). Uw orthopedisch chirurg bespreekt dit van tevoren met u.
Pijnbestrijding
Er wordt pijnbestrijding afgesproken om de pijn na de ingreep zoveel mogelijk te verminderen. Indien dit onvoldoende werkt, kunt u dit melden bij de verpleging.
Mogelijke complicaties
Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de ingreep, kunnen er in zeldzame gevallen toch nog complicaties optreden, zoals:
- infectie in het wondgebied van de schouder
- nabloeding: dit gebeurt zelden
- bloeduitstorting (hematoom): dit gebeurt geregeld
- zenuwletsel
- luxatie (= uit de kom gaan van de prothese)
- loslating van de prothese
- schade aan schouderpezen: dit kan op termijn ontstaan. Hierdoor kan een anatomische schouderprothese minder goed gaan functioneren
- infectie: een infectie, bijvoorbeeld aan tanden, keel, blaas, huid, tenen en voeten, kan voor de nieuwe schouder een risico betekenen. Als u een infectie krijgt, ga dan naar de huisarts.
Weer thuis
Mobilisatie
Op geleide van de pijn mag u de schouder en arm weer normaal proberen te gebruiken. Gedurende de eerste 3 weken mag u de sling gebruiken om de arm rust te geven. Bij de omgekeerde schouder prothese heeft u de sling niet meer nodig.
U krijgt tijdens de opname van uw fysiotherapeut op de afdeling oefeningen. Het is belangrijk dat u die thuis voortzet. Wij adviseren om direct een afspraak te maken bij uw schouderfysiotherapeut om de schouder goed te trainen.
Lichamelijke verzorging
U mag zich weer douchen zodra de wond droog en gesloten is.
Koelen
Het kan prettig zijn het geopereerde lichaamsdeel te koelen met een ijspakking. Het advies is dan om drie keer per dag ongeveer 15 minuten de ijspakking gewikkeld in een doek op het geopereerde deel te leggen.
Pijnbestrijding
Wij adviseren u de eerste dagen na de operatie 3 maal daags 2 tabletten paracetamol (500mg) in te nemen. Op geleide van uw pijnklachten mag u de pijnstillers afbouwen.
Als de pijnstilling niet voldoende werkt of als u vragen heeft over het afbouwen dan kunt u contact opnemen met de orthopedie-consulent.
Poliklinische afspraak
Na 8 weken komt u voor controle op de polikliniek Orthopedie bij uw orthopedisch chirurg. De afspraak hiervoor vindt u in ons patiëntenportaal mijnVieCuri.
Werk en sporthervatting
Het moment waarop u weer kunt werken of sporten is afhankelijk van het soort werk of sport dat u doet. U kunt dit overleggen met de behandelend specialist tijdens de controle.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.