Inleiding
De behandelend specialist heeft met u afgesproken dat u in het ziekenhuis opgenomen wordt voor een ingreep aan uw rug, ook wel lumbale spondylodese genoemd. Uw behandelend specialist en de orthopedie-consulent hebben u al informatie gegeven over de ingreep. Hier kunt u een en ander nog eens rustig nalezen.
Anatomie en oorzaak klachten
Tijdens de operatie zet de chirurg een aantal wervels vast waardoor uw pijnklachten en/of uitvalsverschijnselen zullen verdwijnen of verminderen.
De lage of lumbale wervelkolom bestaat uit 5 lendenwervels en het heiligbeen. Tussen iedere wervel zit een tussenwervelschijf. De gewrichten zorgen voor beweeglijkheid van de rug. De tussenwervelschijf (discus) is een bindweefselring met een zacht binnen gedeelte. De tussenwervelschijf zorg voor verbinding van de wervels en functioneert als een soort 'schokbreker'.
De ruggengraat of wervelkolom, bestaat uit 24 wervels, met tussen elke twee wervels een tussenwervelschijf. Door de vorm van de wervels en omdat ze boven elkaar zijn gepositioneerd, ontstaat er een hol kanaal dat door de wervelkolom loopt waardoor zenuwen lopen. Dit kanaal noemt men het wervelkanaal. Deze zenuwen gaan naar de benen en zorgen voor de beweging en het gevoel. Spieren, banden en pezen helpen om de wervelkolom overeind te houden.
Als deze banden verslappen en tussenwervelschijven versmallen, kan abnormale beweeglijkheid tussen de wervels ontstaan (instabiliteit), waardoor wervels af gaan glijden (spondylolisthesis).
Door slijtage of ouderdom kunnen de spieren, banden en pezen verslappen en de tussenwervelschijven versmallen. Hierdoor kunnen klachten aan onderrug en benen ontstaan onder andere door toename van beweeglijkheid tussen de wervels (instabiliteit). Instabiliteit is soms het gevolg van een breuk of een aangeboren zwakke plek in de wervelboog. Lage rugpijn kan optreden bij het belasten van de rug zoals staan en tillen. Als de zenuwen in de knel komen, kan pijn en uitval in een of beide benen optreden.
Behandelingsmogelijkheden
- Pijnstilling
- Fysiotherapie
- Afvallen en meer bewegen als er sprake is van overgewicht.
- Operatieve ingreep
Voorbereiding op de ingreep
Als u met uw behandelend arts besluit om deze operatie te laten doen, wordt u op de wachtlijst geplaatst. U krijgt een aantal afspraken ter voorbereiding op de operatie.
- De fysiotherapeut onderzoekt uw fitheid en beperkingen.
- De consulente informeert u over de operatie en het herstel.
- U bezoekt de anesthesist, die tijdens de operatie voor de narcose en na de operatie voor goede pijnstilling zorgt.
Het Preoperatief Bureau
Vanuit de polikliniek en vóór de opname in het ziekenhuis wordt u doorverwezen naar het Preoperatief Bureau. Het is belangrijk om u als patiënt zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op de aanstaande ingreep en de vorm van anesthesie die nodig is. Hiervoor is preoperatief onderzoek nodig.
Door dit onderzoek is de kans op problemen tijdens en na de ingreep zo klein mogelijk. Meer informatie vindt u in de folder Anesthesie en preoperatief onderzoek.
Anesthesie
De ingreep gebeurt meestal onder algehele anesthesie (narcose). De anesthesist zal dit met u bespreken. Meer informatie over de gang van zaken vóór, tijdens en na de anesthesie krijgt u via het Preoperatief Bureau.
Bloedverdunnende medicijnen
Het gebruik van bloedverdunnende medicijnen moet u, uitsluitend in overleg met uw arts, voor de ingreep stoppen. Als u onder begeleiding staat van de Trombosedienst informeer deze dan over de ingreep. De Trombosedienst stemt dan het beleid met u af.
Infectiepreventie rond de operatie
Bij alle operatieve ingrepen bestaat een kans op infectie, dus ook bij het inbrengen van een prothese. Deze infecties worden meestal veroorzaakt door de Staphylococcus Aureus (SA) bacterie. Infecties kunnen vervelende complicaties veroorzaken.
Sommige mensen dragen deze SA bacterie ongemerkt bij zich. Dit is geen probleem bij een gezond en een intact lichaam. Bij verminderde weerstand of wonden (vooral met protheses) kan de aanwezigheid van deze bacterie tot een infectie leiden.
Om de kans op infectie door de SA bacterie zo klein mogelijk te houden, verzoeken wij u de volgende voorzorgsmaatregelen voorafgaand aan de operatie, dus al in de thuissituatie, te nemen:
- Gebruik van een desinfecterende zeep/shampoo
- Gebruik van een antibacteriële neuszalf
Tijdens het gesprek met de orthopedie-consulent is de behandeling hiermee al in het kort met u besproken. U heeft het recept voor de neuszalf en de zeep/shampoo meegekregen. U kunt deze middelen ophalen bij de poliklinische apotheek in Venlo of Venray.
Het is de bedoeling dat u deze neuszalf in totaal gedurende vijf dagen gaat gebruiken: twee dagen vóór de operatie. de dag van de operatie en twee dagen na de operatie
De zeep/shampoo gebruikt u drie dagen : twee dagen voor de operatie en op de operatiedag zelf voordat u naar het ziekenhuis komt.
Bactroban ® (mupirocine) neuszalf
Bactroban® zalf bevat een antibioticum. Dit remt de groei van bepaalde soorten bacteriën (staphylococcen), waaronder de resistente vorm ervan, de MRSA bacterie.
Gebruiksaanwijzing
- Start thuis met de zalf, twee dagen vóór de operatie.
- Breng hiervoor een kleine hoeveelheid van de zalf met uw pink in beide neusgaten.
- Knijp hierna uw neusvleugels enige tijd dicht.
- Zorg ervoor dat de zalf niet in uw ogen komt.
- Gebruik de zalf op deze manier drie keer per dag, gedurende vijf dagen.
Bijzonderheden
- De zalf kan een prikkelend gevoel in uw neus geven.
- Gebruik de zalf niet bij overgevoeligheid voor mupirocine.
- De zalf kan, voor zover bekend, in combinatie met andere medicijnen worden gebruikt.
Neem bij uw opname in het ziekenhuis de Bactroban® neuszalf mee.
Hibiscrub® (chloorhexidine) vloeibare zeep of shampoo
Hibiscrub® bevat het desinfecterende middel chloorhexidine en doodt een aantal soorten bacteriën.
Gebruiksaanwijzing
- Start thuis met deze zeepoplossing, twee dagen voor de operatie en op de operatiedag voordat u naar het ziekenhuis komt.
- Gebruik de zeep/shampoo samen met de neuszalf.
- Wrijf tijdens of aan het einde van het douchen uw lichaam en uw hoofdhuid goed in met Hibiscrub® gedurende minimaal twee minuten.
- Gebruik hierna geen zeep, shampoo of conditioner meer; gelijktijdig gebruiken van zeep(oplossing) vermindert namelijk de werking van dit middel.
- Vermijd contact met uw ogen; als dit middel toch in uw ogen komt, spoel deze dan goed uit met water.
Bijzonderheden
- Bij sommige patiënten kan huiduitslag, roodheid of jeuk optreden.
- Gebruik Hibiscrub® niet bij overgevoeligheid voor chloorhexidine.
De ingreep
Spondyodese betekent het vastzetten van een aantal wervels aan elkaar. Dit kan zowel vanuit de voorzijde (via de buik) als vanuit de achterzijde (via de rug) gedaan worden.In VieCuri wordt meestal via de achterzijde geopereerd.
De operatie gebeurt onder algehele verdoving (narcose). De operaties aan de rug in VieCuri worden allemaal uitgevoerd met de 3D navigatie. Dit houdt in dat tijdens de ingreep een 3D- scan gemaakt wordt. Dit helpt de chirurg de schroeven zo precies mogelijk te plaatsten en de ingreep zo goed mogelijk uit te voeren. Het is ook mogelijk om zo minimaal invasief mogelijk te werken: kleinere sneetjes zorgen dan voor een sneller herstel.
Er wordt aan de rugzijde een aantal kleine sneetjes in de huid gemaakt en de spieren worden opzij geschoven zodat er een toegang ontstaat tot de wervelkolom. Een gedeelte van de wervelboog en het gewrichtje worden weggehaald om ruimte te maken voor de zenuwwortels.
Het belangrijkste doel van de operatie is de zenuwen uit hun beknelling te bevrijden. Dit wordt ook wel laminectomie genoemd.
Daarna wordt de tussenwervelschijf verwijderd en vervangen door een met bot gevuld kooitje van kunstof (cage). Dit bot is afkomstig van de verwijderde wervelbogen, soms aangevuld met kunstbot. Daarna worden de wervels met behulp van titanium schroeven en staven aan elkaar vastgezet, zodat de wervels aan elkaar vast kunnen groeien. Door de wervelkolom vast te zetten wordt verdere zenuwbeknelling voorkomen.
Het vastgroeien van de wervels duurt ongeveer 6 maanden. De schroeven en staven worden zelden of nooit meer verwijderd. Afhankelijk van de aard van de afwijkingen en de reden tot operatie worden soms geen cages geplaatst, maar alleen schroeven
en staven ingebracht.
Deze operatie heet posterolaterale spondylodese. Om het vastgroeien van de wervels bij een posterolaterale spondylodese mogelijk te maken, wordt er (eigen) bot bij de wervelbogen gelegd.
Uw behandelend arts bespreekt vooraf met u welke ingreep bij u van toepassing is.
Voordelen van een spondylodese
- De stabiliteit van de wervelkolom is hersteld.
- Vermindering van zenuwpijn in het been.
- Herstel van gevoel en kracht, maar dat duurt vaak weken tot maanden. Vaak is compleet herstel niet mogelijk, vooral als de uitval langer heeft bestaan.
- Mogelijk minder rugpijn
Duur van de ingreep
De ingreep duurt gemiddeld 2,5 uur.
Opnameduur
De opnameduur bedraagt 2 tot 4 dagen.
Na de ingreep
De uitslaapkamer
Na de ingreep gaat u naar de uitslaapkamer, waar gedurende de eerste uren intensieve bewaking en controle plaatsvinden. Soms treedt na de ingreep misselijkheid op. Na de ingreep heeft u een infuus in uw arm. Als u voldoende hersteld bent gaat u terug naar uw eigen afdeling.
Wondverzorging
De wond heeft geen speciale verzorging nodig. De wond is meestal onderhuids gesloten met oplosbare hechtingen. Deze hoeven niet verwijderd te worden. Mocht de wond toch gesloten zijn met ethilon-hechtingen dan worden deze na 2 weken verwijderd op de polikliniek. De afspraak hiervoor krijgt u mee vanuit de afdeling.
Mobiliseren
U mag bewegen op geleide van uw pijnklachten. De eerste dagen gebeurt het mobiliseren onder begeleiding van de verpleegkundige en de fysiotherapeut. Zij zullen u ook instructies geven over mobiliseren thuis, douchen en de wondverzorging.
Ook leert u tijdens de opname traplopen. De fysiotherapie begeleidt u tijdens de opname.
Bij ontslag krijgt u eventueel een verwijzing mee voor de fysiotherapeut bij uw in de buurt, deze is vooral gericht op houding en lichte oefeneningen.
Mogelijke complicaties
Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de ingreep, kunnen er toch nog complicaties optreden.
- Nabloeding: dit gebeurt zelden
- Bloeduitstorting (hematoom): dit gebeurt geregeld
- Wondinfectie
- Beschadiging van zenuwen
- Verlies van hersenvocht door een beschadiging van het ruggenmergvlies
- Niet goed kunnen plassen
- Ongecontroleerd verlies van urine of ontlasting
- Infectie: een infectie, bijvoorbeeld aan tanden, keel, blaas, huid, tenen of voeten, kan voor de rug een risico betekenen. Als u een infectie krijgt, ga dan naar de huisarts.
Bloedverdunners
Na de ingreep krijgt u medicijnen toegediend om trombose te voorkomen. De zogenaamde bloedverdunners worden in de vorm van injecties gegeven tot 2 weken na de ingreep. Op de afdeling leert u hoe u dit zelf kunt spuiten.
Weer thuis
Lichamelijke verzorging
U mag douchen zodra de wond droog en gesloten is.
Mobiliseren
U mag volledig belast mobiliseren op geleide van uw pijnklachten. Vooral tijdens de periode tot 6 weken na de ingreep is het belangrijk dat u zich houdt aan de volgende richtlijnen:
- Het advies om regelmatig rust te nemen en de basisoefeningen te onderhouden;
- Het advies om extreme bewegingen en overbelasting te vermijden.
- Doe het de eerste weken thuis rustig aan. Het is belangrijk dat u liggen, zitten, staan en lopen met elkaar afwisselt. Rust en geleidelijke opbouw van bewegen is van belang voor een goede genezing.
- Zitten is het meest belastend en mag de eerste weken maximaal 20 minuten per keer. Wissel zitten telkens af met lopen en liggen, bijvoorbeeld liggen – lopen – zitten – lopen – liggen – lopen – zitten – lopen – liggen.
- Neem de signalen van uw lichaam serieus. Als u te snel gaat, zult u klachten krijgen. Meestal is er in het begin spierpijn en pijn aan de wond. Dit is normaal.
- Ook tintelingen en/of prikkelingen in het been kunnen nog voorkomen. Heeft u na een activiteit een felle, scherpe, uitstralende pijn vanuit de rug naar het been? Dan gaat u te snel en moet u uw tempo aanpassen zodat de pijn verdwijnt. Wanneer u een stapje terug doet zal de uitstralende pijn weer verdwijnen.
Oefeningen
De eerste 4 weken
Rugligging
Oefening 1
- Knijp uw billen stevig aan.
- Houd deze spanning 5 seconden vast en voel het verschil tussen aanspannen en ontspannen.
Oefening 2
- Trek uw navel/buik in.
- Houd deze spanning 5 seconden vast en voel het verschil tussen aanspannen en ontspannen.
Oefening 3
- Verleng uw ene been ten opzichte van het andere been (benen liggen in gestrekte
positie). - Doe dit op een ontspannen manier.
Oefening 4
- Omvat afwisselend uw linker en rechter knie en trek deze op naar de borst.
- Doe het rustig en tot u wat lichte rek in de wond of pleister voelt.
- Vaak gaat de ene kant makkelijker dan de andere!
Oefening 5
- Buig de knieën.
- Til maximaal 15 cm uw bekken 5 seconden op (bruggetje maken) en laat rustig en gecontroleerd zakken.
Oefening 6
- Buig de knieën.
- Bekken 5 seconden achterover kantelen (lende gedeelte van de rug in de onderlaag drukken).
- Buikligging
Oefening 7
- Trek uw schouderbladen naar elkaar.
- Houd deze spanning 5 seconden vast en voel het verschil tussen aanspannen en ontspannen.
Oefening 8
- Buig om de beurt uw rechter en linker knie, totdat u wat rek voelt aan de voorkant van uw bovenbeen.
- Zijligging
Oefening 9
- Strek het bovenliggende been in het verlengde van uw lichaam.
- Til maximaal 15 cm het been gestrekt op in de richting van het plafond.
- Niet te hoog, even los van het onderliggende been is genoeg.
Na 4 weken
Buikligging
Oefening 10
- Til uw schouders en hoofd iets op.
Rugligging
Oefening 11
(Deze oefening alleen uitvoeren als u geen problemen heeft met de vorige oefeningen. Oefen niet op een zacht matras!)
- Buig de knieën.
- Breng uw armen richting uw knieën.
- Til hierbij uw hoofd op richting het plafond
Pijnbestrijding
Wij adviseren u de eerste dagen na de operatie 3 maal daags 2 tabletten paracetamol (500mg) in te nemen. Op geleide van uw pijnklachten mag u de pijnstillers afbouwen.
Als de pijnstillers niet voldoende werken of als u vragen hebt over het afbouwen, kunt u contact met ons opnemen.
Poliklinische afspraak
Ongeveer 2 – 6 weken na de operatie komt u op controle bij de orthopedisch chirurg. Een afspraak hiervoor krijgt u via de verpleegafdeling mee.
Werk en sport
Activiteiten zoals fietsen en autorijden mag u op geleide van de pijnklachten weer oppakken. Doe zeker het eerste half jaar geen activiteiten die de rug belasten, zoals stofzuigen, zware dingen tillen (meer dan 15 kg) en contactsporten.
Tijdens de eerste controleafspraak bespreekt uw arts met u of u eventueel uw eigen werk weer mag hervatten.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.