Lumbale Laminectomie

Operatie bij een vernauwing van het lendenwervelkanaal

Inleiding

De behandelend specialist heeft met u afgesproken dat u in het ziekenhuis opgenomen wordt voor een operatie aan de rug, lumbale laminectomie genoemd. De specialist en de orthopedie-consulent hebben u al informatie gegeven over de ingreep. Hier kunt u een en ander nog eens rustig nalezen.

Waarom een lumbale laminectomie

Een lumbale laminectomie  is nodig omdat er bij u sprake is van een lumbale kanaalstenose. Dit is een vernauwing van het lendenwervelkanaal en komt vooral bij oudere mensen voor. Het is een gevolg van slijtage.

Als reactie op de slijtage gaat het wervelbot woekeren, het wordt veel dikker, vooral bij de gewrichten waardoor het wervelkanaal nauwer wordt. Hierdoor blijft er nog minder ruimte over voor het ruggenmerg en zenuwwortels. Dit veroorzaakt pijnklachten in de rug en in de benen.

Figuur 1 . Schematische weergave lumbale decompressie.

Klachten

De klachten die optreden zijn vooral pijn in de lage onderrug, en/ of uitstralende pijn in de benen. Soms gaan deze klachten gepaard met tintelingen in de benen of tijdelijke zenuwuitval.

Behandelingsmogelijkheden

  • Pijnstilling
  • Fysiotherapie
  • Operatieve behandeling = lumbale decompressie

Niet iedere lumbale kanaalstenose hoeft te worden geopereerd. Als de klachten echter aanzienlijk zijn is een operatie de enige manier om de patiënt van de klachten af te helpen. Lumbale decompressie is een operatie waarbij de orthopedisch chirurg de achterzijde van een of meerdere wervels weghaalt, zodat de zenuwen niet meer bekneld worden.

Voorbereiding op de ingreep

Het Preoperatief Bureau

Vanuit de polikliniek en vóór de opname in het ziekenhuis wordt u doorverwezen naar het Preoperatief Bureau. Het is belangrijk om u als patiënt zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op de aanstaande ingreep en de vorm van anesthesie die nodig is. Hiervoor is preoperatief onderzoek nodig.

Door dit onderzoek is de kans op problemen tijdens en na de ingreep zo klein mogelijk. Meer informatie leest u in onze folder Anesthesie en preoperatief onderzoek’.

Anesthesie

De ingreep geschiedt meestal onder algehele anesthesie (narcose). De anesthesist zal dit met u bespreken. Meer informatie over de gang van zaken vóór, tijdens en na de anesthesie krijgt u via het Preoperatief Bureau.

Bloedverdunnende medicijnen

Het gebruik van bloedverdunnende medicijnen moet u, uitsluitend in overleg met uw arts, voor de ingreep stoppen. Als u onder begeleiding staat van de Trombosedienst informeer deze dan over de ingreep. De Trombosedienst stemt het beleid met u af.

Opnameduur

De opname duur bedraagt meestal 1 nacht.

De ingreep

Nadat u onder narcose bent gebracht wordt u op uw buik gelegd en maakt de orthopedisch chirurg een snede van enkele centimeters in het midden van de onderrug. De rugspieren worden afgeschoven van de wervels en zo worden de doornuitsteeksels en wervelboog vrij gelegd.

Vervolgens haalt de chirurg de botwoekeringen, verdikt bindweefsel en een deel van de wervelboog weg. Hierdoor komen het ruggenmerg en de beknelde zenuw weer vrij te liggen. Tot slot wordt de wond gehecht. Meestal gebeurt dit met oplosbare hechtingen. Daarna wordt een drukverband aangelegd.

Figuur 3. Vrij leggen doornuitsteeksels en wervelboog.

Duur van de ingreep

De ingreep duurt 1 tot 1,5 uur.

Na de ingreep

Na de ingreep gaat u naar de uitslaapkamer, waar gedurende de eerste uren intensieve bewaking en controle plaatsvinden. Soms treedt na de ingreep misselijkheid op. Na de ingreep heeft u een infuus in de arm. Als u voldoende hersteld bent gaat u terug naar uw eigen afdeling.

Wondverzorging

De eerste dag zit er een pleister op de wond, zodra de  wond droog is mag u deze verwijderen.U mag douchen als de wond droog is.

Mobiliseren

U mag afhankelijk van de pijnklachten mobiliseren. De fysiotherapeut geeft u verdere instructies, de verpleegkundige geeft u adviezen over de wondverzorging.

Pijnbestrijding

Wij adviseren u de eerste dagen na de operatie 3 maal daags 2 tabletten paracetamol (500 mg) in te nemen. Op geleide van uw pijnklachten mag u de pijnstillers afbouwen. Als de pijnstilling niet voldoende werkt of als u vragen over het afbouwen hebt kunt u contact met ons opnemen.

Koelen

Het kan prettig zijn het geopereerde gebied te koelen met een ijspakking. Het advies is dan om drie keer per dag ongeveer 15 minuten de ijspakking gewikkeld in een doek op het geopereerde gebied te leggen.

Mogelijke complicaties

Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de ingreep, kunnen er toch nog complicaties optreden.

  • infectie van het wondgebied
  • een nabloeding, dit gebeurt zelden
  • een bloeduitstorting (hematoom), dit gebeurt geregeld
  • uitstralingspijn in de rug, bil en/of been, deze pijn is veelal de pijn van voor de operatie en wordt door zwelling in het operatiegebied verergerd. De klachten zullen na verloop van tijd afnemen, dit kan variëren van een maand tot zelfs enkele maanden
  • lekkage van hersenvocht (liquor). Dit geeft hoofdpijn in de eerste dagen na de operatie. Als dit optreedt dient u een paar dagen bedrust te houden
  • beschadiging van zenuwen met als gevolg uitval van spieren of verlies van gevoel
  • ongecontroleerd verlies van urine of ontlasting.

Weer thuis

Lichamelijke verzorging

U mag weer douchen als de wond droog en gesloten is.

Mobiliseren

Het is belangrijk dat u de instructies van de fysiotherapeut goed naleeft. Het lopen is onbeperkt toegestaan. Vermijd lopen op oneffen en heuvelachtig terrein en gladde oppervlakken.

Het is verstandig geen zware voorwerpen te tillen en om niet te sporten of te zwemmen tot de eerste poliklinische controle (6 weken na de ingreep).

Ook raden we gedurende die periode het besturen van de auto af. Wissel rust en beweging met elkaar af, het is aan te raden, zeker in het begin minimaal 2 keer per dag een half uur te rusten. U mag zowel op de rug, de buik als op de zij slapen.

Oefeningen voor thuis

Vanaf de tweede dag na de operatie kunt u beginnen met een aantal oefeningen op bed. Het doel hiervan is:

  • een ’warming-up’ van de spieren
  • ervaren wat u al weer kunt!
  • herstel van de mobiliteit en stabiliteit van de rug
  • herstel van kracht en coördinatie van de buik-, rug- en beenspieren
  • vergroten van de lokale belastbaarheid.

Wij raden u aan deze oefeningen voor de opname goed door te nemen.

  •  Doe de oefeningen dagelijks 5 à 6 keer en herhaal de oefeningen 10 tot 15 keer.
  •  De oefeningen hebben het meeste effect als u ze regelmatig en rustig uitvoert.
    Het is beter enkele malen per dag kort dan eenmaal per dag lang te oefenen.
  •  Pijnlijke en moeilijke oefeningen slaat u over. U zult merken dat een heleboel bewegingen waar u vandaag nog moeite mee heeft de komende dagen vanzelf makkelijker worden.
  •  Hebt u eigen oefeningen dan kunt u deze rustig proberen.
  •  Blijf de oefeningen elke dag herhalen, ook al gaan ze goed.
  • Kies die oefeningen die u prettig vindt om te doen.
  • Adem goed door tijdens het oefenen!

De eerste 4 weken

Rugligging

Oefening 1

  •  Knijp uw billen stevig aan.
  •  Houd deze spanning 5 seconden vast en voel het verschil tussen aanspannen en ontspannen.

Oefening 2

  •  Trek uw navel/buik in.
  •  Houd deze spanning 5 seconden vast en voel het verschil tussen aanspannen en ontspannen.

Oefening 3

  • Verleng uw ene been ten opzichte van het andere been (benen liggen in gestrekte positie).
  • Doe dit op een ontspannen manier.

Oefening 4

  • Omvat afwisselend uw linker en rechterknie en trek deze op naar de borst.
  •  Doe het rustig en tot u wat lichte rek in de wond of pleister voelt.
  • Vaak gaat de ene kant makkelijker dan de andere!

Oefening 5

  • Buig de knieën.
  • Til maximaal 15 cm uw bekken 5 seconden op (bruggetje maken) en laat rustig en gecontroleerd zakken.


Oefening 6

  • Buig de knieën.
  • Bekken 5 seconden achterover kantelen (lende gedeelte van de rug in de onderlaag drukken).

 

Buikligging

Oefening 7

  • Trek uw schouderbladen naar elkaar.
  • Houd deze spanning 5 seconden vast en voel het verschil tussen aanspannen en
    ontspannen.

Oefening 8

  • Buig om de beurt uw rechter en linkerknie, totdat u wat rek voelt aan de voorkant van uw bovenbeen, vaak gaat de ene kant makkelijker dan de andere!

Zijligging
Oefening 9

  • Strek het bovenliggende been in het verlengde van uw lichaam.
  • Til maximaal 15 cm het been gestrekt op in de richting van het plafond.
  •  Niet te hoog, even los van het onderliggende been is genoeg.

 

Na 4 weken

 

Buikligging

Oefening 10

  • Til uw schouders en hoofd iets op.

 

Poliklinische afspraak

Ongeveer 6 weken na de ingreep komt u op controle bij de orthopedisch chirurg.

Werk en sport

Het moment waarop u weer kunt werken of sporten is afhankelijk van het soort werk of sport dat u doet. U kunt dit overleggen met uw behandelend specialist tijdens de controle.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:

Contact

Opmerkingen

  • Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
  • Ziet u teksten of afbeeldingen met auteursrechten die wij niet hebben vermeld?

Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.

Disclaimer

Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.

scroll terug naar boven