Het gebruik van krukken

Vanwege een aandoening aan uw been moet u de komende tijd met 1 of 2 krukken lopen. De kruk(ken) vormen de vervanging van (een deel van) een functie van het aangedane been. De krukken kunt u huren of kopen bij de thuiszorgwinkel. Op de Zorgboulevard op locatie Venlo is een thuiszorgwinkel aanwezig.

Een kruk is opgebouwd uit buizen die, zoals een telescoop, in elkaar schuiven. De buizen worden in elkaar gehouden door een ‘knopje’ dat vanuit de ene buis in een ‘gat’ in de andere buis valt.

Van boven naar beneden:

1. Manchet (soms open en soms bijna gesloten aan de voorzijde).
2. Drukknopje als instelmogelijkheid voor de hoogte tussen handvat en manchet (dit is niet altijd aanwezig).
3. Handvat (soms ergonomisch gevormd naar de vorm van een linker of rechter hand).
4. Knopje als instelmogelijkheid voor de hoogte van het handvat tot de grond.
5. Schroefdopje waarmee de hoogte instellingsmogelijkheid van de kruk wordt ontgrendeld (dit is niet altijd aanwezig).
6. Antislipdop.

Ga rechtop staan met de armen ontspannen naast u. In deze positie zijn uw ellebogen licht gebogen en de schouders ontspannen en laag. De hoogte van de kruk is goed als de muis van uw hand, in die stand kan steunen op het handvat (3) van de kruk. Hierbij moet het niet nodig zijn om voorover te buigen of de schouders op te trekken.

Hoogte aanpassen

Als de hoogte verkeerd is, draait u, afhankelijk van de soort kruk, het schroefdopje (5) los waarmee de hoogte-instelling ontgrendeld kan worden. Druk het onderste drukknopje (4) los waardoor het ‘gat’ vrijkomt dat bij de verkeerde hoogte hoort.

Verschuif de buizen naar de goede hoogte en laat het knopje terug vallen in het goede ‘gat’. Controleer de hoogte en als deze correct is, draait u (indien nodig) het schroefdopje weer vast.

Hoogte manchet aanpassen

De manchet (1) van de kruk moet zich minimaal 5 cm onder uw elleboogpunt bevinden. Bij sommige krukken kan de hoogte van de manchet gewijzigd worden. Als dit nodig is kunt u de manchet (1) verplaatsen door het bovenste drukknopje (2) in te drukken waardoor het ‘gat’ vrijkomt wat bij de verkeerde stand hoort. Na verschuiven, laat u het drukknopje terugvallen in het goede ‘gat’.

U heeft informatie ontvangen of u wel of niet op uw been mag steunen, dus in hoeverre u uw been moet ontlasten. Zonder krukken loopt u volledig belast. Bij gedeeltelijk belast lopen, mag u steunen op het aangedane been. Dit kan zowel met één kruk als met twee krukken. Lopen met twee krukken zonder te steunen op het aangedane been noemen we onbelast lopen .

Lees wat voor u van toepassing is.

• Bij aanvang van het lopen staan de krukken en de voet van het goede been naast elkaar.
• Beide krukken vooruit zetten tot voor de tenen.
• Het aangedane been tussen de krukken ‘hangen’.
• De voet van het goede been tussen όf voorbij de krukken op de grond plaatsen.

• Bij aanvang van het lopen staan de krukken en de voeten naast elkaar.
• Beide krukken vooruit zetten tot voor de tenen.
• De voet van het aangedane been tussen de krukken op de grond plaatsen; zo belast u een gedeelte van uw lichaamsgewicht (bijv. ± 50%) op uw armen (dit kunt u controleren met een weegschaal).
• De voet van het goede been voorbij de krukken op de grond plaatsen.

• Bij aanvang van het lopen staan de krukken en de voeten naast elkaar .
• Zet uw rechterbeen tegelijk met de linkerkruk naar voren.
• Zet daarna uw linkerbeen tegelijk met uw rechterkruk naar voren.
• Herhaal dit; u loopt nu in kruisgang (alternerend).

Let op: Deze kruk draagt u aan de gezonde zijde.

Bijvoorbeeld: moet u uw linkerbeen ontlasten, dan draagt u de kruk aan de rechterkant.

• Bij aanvang van het lopen staan de kruk en de voeten naast elkaar.
• Zet de kruk vooruit tot voor de tenen.
• De voet van het aangedane been ter hoogte van de kruk op de grond plaatsen.
• De voet van het goede been voorbij de kruk op de grond plaatsen.

• U plaatst eerst het goede been naar boven.
• Daarna trekt u de kruk(ken) en het aangedane been bij.

• U plaatst eerst uw kruk(ken) en aangedane been naar beneden.
• Daarna trekt u het goede been bij.
• Als er een leuning is kunt u volstaan met het gebruik van 1 kruk. De kruk die u niet gebruikt, pakt u erbij in de hand waarmee u de andere kruk vasthoudt. Pak de kruk evenwijdig aan het handvat.

• Plaats uw hand op de leuning.
• Plaats uw kruk tegen de trede aan.
• Ga voor de trede staan.
• Spring met uw niet-geopereerde been naar boven; u houdt hierbij uw geopereerde been enigszins gebogen, zodat uw voet de trede niet raakt.

• Plaats uw hand op de leuning naar beneden.
• Plaats de kruk een trede naar beneden.
• Plaats uw voet van de niet-geopereerde zijde naar beneden; u houdt hierbij de voet van uw geopereerde been enigszins naar voren (zodat u de trede niet raakt met deze voet).

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: