Medicijngebruik

Bij de ziekte van Parkinson

Inleiding

Bij u is de ziekte van Parkinson vastgesteld. Er komt een moment dat uw behandelend neuroloog medicijnen gaat voorschrijven. Uw neuroloog heeft hier met u over gesproken. Hier kunt u alles rustig nalezen. Daarnaast vindt u informatie over verschillende medicijnen, die regelmatig worden voorgeschreven bij patiënten met de ziekte van Parkinson.

Op welk moment gaat u medicijnen gebruiken?

Het moment, waarop u medicijnen gaat gebruiken, kan zijn wanneer de klachten uw dagelijks functioneren gaan beperken. Bij de ziekte van Parkinson is alleen een behandeling van de symptomen mogelijk, de ziekte zelf kan niet gestopt of genezen worden.

Deze symptoombestrijding is echter van het grootste belang. Het wel of niet innemen van de medicijnen kan het verschil uitmaken tussen wel of niet de dagelijkse dingen kunnen doen.

Een logisch gevolg hiervan is dat medicijngebruik een centrale plaats inneemt in het leven van iedere patiënt met de ziekte van Parkinson.

In het eerste gedeelte van deze voorlichting vindt u algemene informatie over medicijnen. In het laatste gedeelte vindt u specifieke informatie over medicijnen die voorgeschreven worden bij de ziekte van Parkinson.

Algemene regels: bij het innemen van medicijnen

Met vocht innemen

U neemt de medicijnen altijd in met vocht, bijvoorbeeld water. Als u de medicijnen ‘droog’ inneemt, gaat de opname in het lichaam trager en kan het maagslijmvlies geïrriteerd raken. Als het doorslikken van de medicijnen u veel moeite kost kan het helpen de medicijnen in te nemen met koud water of koude appelmoes. Koude producten verbeteren de slikreflex en verminderen de kans op verslikken.

Op tijd innemen

Voor uw functioneren is het belangrijk dat u de medicijnen voor de ziekte van Parkinson op tijd inneemt. Hierdoor krijgt u minder schommelingen in het effect en voelt u zich beter. Zeker als u met een nieuw medicijn begint is het aan te raden dit precies volgens voorschrift te doen. U krijgt dan een goede indruk van de werking na een eenmalige inname en van de werking gedurende de dag. Aan de hand van uw ervaringen kunt u met uw arts het schema bespreken en zo nodig aanpassen.

Vergeten

Bent u vergeten de medicijnen in te nemen, zorg er dan voor dat de tijd tussen de verlate en de volgende inname gelijk is aan de tijd tussen de andere innamen. Als u uw medicijnen eenmaal vergeten bent, neem dan geen dubbele dosis bij de volgende inname!

Overleg bij vragen over uw medicijnen

Vragen over de werking, de voorgeschreven tijden en de dosering, kunt u aan uw behandelend neuroloog stellen. Om bijwerkingen en problemen te voorkomen is het belangrijk dat u niet op eigen houtje gaat dokteren. Stop niet met de medicijnen zonder te overleggen met uw arts of apotheker. Stoppen kan een duidelijke toename van klachten geven.

Bijwerkingen medicijnen

Alle medicijnen kunnen bijwerkingen geven. De ernst is echter afhankelijk van de persoon, de leeftijd en overige aandoeningen, waarvoor u medicijnen slikt. Het is bekend dat ouderen over het algemeen gevoeliger zijn voor bijwerkingen. Als u last heeft van bijwerkingen kunt u dit met uw arts bespreken.

Het is aan te bevelen om de combinaties van alle medicijnen die u inneemt te laten controleren door uw apotheker. Deze kan nagaan of de combinatie van bepaalde medicijnen goed verdragen wordt. Dus ook als u een nieuw medicijn krijgt voorgeschreven door een andere specialist of door uw huisarts of als u zelf medicijnen koopt bij de apotheek.

Behandeling van bijwerkingen

Bijwerkingen kunnen op verschillende manieren behandeld worden. Het is aan te bevelen om eerst af te wachten of de bijwerkingen een tijdelijk verschijnsel zijn. Een redelijke periode hiervoor is twee weken. Als na twee weken de bijwerkingen onveranderd zijn of zelfs toenemen, neem dan contact op met uw behandelend neuroloog. In overleg met hem kijkt u welke maatregelen het beste kunnen worden genomen.

Maatregelen om bijwerkingen te behandelen

  • De dosering van de medicijnen kan worden aangepast. Heeft dit geen effect dan kan uw neuroloog voorstellen andere medicijnen te gebruiken.
  • De behandeling van bepaalde bijwerkingen bestaat soms uit het nemen van extra medicijnen.

Voorbeelden hiervan zijn:

  • Bij misselijkheid / braken: domperidon.
  • Bij klachten van lage bloeddruk: fludrocortison.
  • Bij hallucinaties: clozapine, quetiapine.
  • Bij obstipatie: Movicolon

Wat kunt u zelf doen om de bijwerkingen te beperken

Er zijn bijwerkingen die u kunt verminderen door het aanpassen van uw voeding of leefregels:

  • Als u na het innemen van de medicijnen een raar gevoel op de maag krijgt, kan het heel goed helpen om even te gaan liggen. Soms helpt het innemen van wat gember.
  • U kunt uw stoelgang bevorderen door laxerende voedings-middelen te gebruiken. Voorbeelden hiervan zijn: rode bieten, kiwi, uien, peulvruchten, spinazie, rabarber en zuidvruchten. Ook lijnzaad bij het ontbijt kan helpen. Voor voedingsadviezen kunt u overleggen met een diëtiste.
  • Neem vooral voldoende vocht, minimaal 1,5 liter per dag. U kunt de kans op een blaasinfectie verminderen door extra vocht te drinken.
  • Extra beweging en buitenlucht hebben een positieve invloed op de stoelgang.
  • Als u duizelig bent is het aan te raden voorzichtig op te staan. Soms is het ook goed om dan even te gaan liggen. Ook kan het dragen van steunkousen de duizeligheid verbeteren. Dit kan echter alleen na overleg met uw arts.

Hulpmiddelen om de medicijnen niet te vergeten

Als u er moeite mee heeft om steeds aan de tijden te denken waarop u uw medicijnen moet innemen, dan kan een medicijndoos met signaalfunctie uitkomst bieden. Meer informatie over de medicijndoos met signaalfunctie (inhoud dagdosering) kunt u krijgen bij de Parkinson Patiënten Vereniging 030 6561369 of

info@parkinson-vereniging.nl

Het is ook mogelijk een weekdosering uit te laten zetten door uw apotheker. Is deze service niet mogelijk bij uw apotheek dan kunt u uw wijkverpleegkundige (thuiszorgorganisatie) vragen om uw medicijnen uit te zetten. Daarnaast kunt u het overzicht raadplegen waarop staat aangegeven welke medicijnen u op welk moment moet innemen.

Als u nog geen overzicht heeft, kunt u uw arts of de Parkinsonverpleegkundige hier naar vragen.

Welke medicijnen worden voorgeschreven bij de ziekte van Parkinson?

Uw neuroloog schrijft op basis van uw klachtenpatroon en uw leeftijd een bepaald medicijn voor. Het vraagt soms enige tijd en geduld om het juiste middel en de juiste dosering uit te zoeken. Iedereen reageert anders op medicijnen en het is vaak balanceren tussen werking en bijwerking.

Er zijn verschillende groepen medicijnen die worden voorgeschreven bij de ziekte van Parkinson te weten:

  • Levodopa
  • Dopamine agonisten
  • Glutamaat antagonisten
  • Anticholinergica
  • MAO-B remmers
  • COMT remmers

Hieronder staan de verschillende medicijngroepen genoemd, met merknaam (de stofnaam staat tussen haakjes), werking en bijwerkingen.

Levodopa

Levodopa kent diverse toedieningsvormen. De diverse vormen verschillen in werkingssnelheid en dosis. Er zijn langzame, gewone en snel werkende soorten. Levodopa wordt onder de volgende merknamen voorgeschreven:

  • Sinemet (combinatie van levodopa met carbidopa)
  • Sinemet CR (als Sinemet maar met langzame afgifte)
  • Madopar (combinatie van levodopa met benserazide)
  • Madopar HBS (als Madopar met langzame afgifte)
  • Madopar Dispers (als Madopar met snelle afgifte)

Hoe werkt Levodopa?

Levodopa is een stof die in de hersenen wordt omgezet in dopamine. Dopamine is een stof die prikkels doorgeeft die onder andere nodig zijn om bewegingen soepel te laten verlopen. De levodopa is ter vervanging of aanvulling op de dopamine die u zelf in de hersenen aanmaakt. De combinaties met carbidopa of benserazide zorgen ervoor dat levodopa niet wordt afgebroken voordat het in de hersenen aankomt.

Wanneer krijgt u Levodopa voorgeschreven?

Levodopa wordt voorgeschreven op basis van het klachtenpatroon en uw leeftijd. Levodopa met gereguleerde afgifte kan worden gegeven als u veel last heeft van overbeweeglijkheid. Levodopa met versnelde afgifte wordt gegeven om u snel op gang te helpen, bijvoorbeeld als u last heeft van ochtendstijfheid.

Bij het voortschrijden van uw ziekte kan de werking van levodopa steeds onvoorspelbaarder worden. Hierdoor ontstaan er on-off klachten of overbeweeglijkheid. Als u deze klachten opmerkt, kunt u ze uw neuroloog bespreken. Dit kan leiden tot het aanpassen van de medicijnen.

Inname en tijdstip van inname

Levodopa neemt u een half uur voor of een uur na de maaltijd in. Neem levodopa niet tijdens of direct na de maaltijd in. De opname vindt plaats in de dunne darm en verloopt sneller als deze niet gevuld is met voedsel. Let er op dat u de inname niet combineert met eiwitrijke producten zoals melk en vlees. Eiwitten blokkeren de opnamecapaciteit van levodopa, waardoor er minder levodopa in de hersenen aankomt. Het innemen van levodopa met vruchtensap bevordert juist de opname.

Overleg altijd de innametijden met uw arts!

Voorbeeld innametijden bij gebruik van Levodopa

  • 1x per dag: bij voorkeur ’s ochtends innemen
  • 2x per dag: bij voorkeur om de 8 uur, bijvoorbeeld om 8.00 en 16.00 uur.
  • 3x per dag: bij voorkeur om de 5 uur, bijvoorbeeld 8.00, 13.00 en 18.00 uur.
  • 4x per dag: bij voorkeur om de 4 uur, bijvoorbeeld 8.00, 12.00, 16.00 en 20.00 uur.

Madopar Dispers tabletten kunt u bij voorkeur oplossen in water of vruchtensap (koolzuurhoudend bronwater) en pas daarna innemen.

Bijwerkingen

Levodopa kan bijwerkingen geven, zoals overtollige bewegingen, levendig dromen, hallucineren, misselijkheid en sufheid.

Dopamine agonisten

  • Sifrol (pramipexol)
  • Requip (ropinirol)
  • Apomorfine
  • Dopergin (lisuride)
  • Parlodel (bromocriptine)

Hoe werken dopamine agonisten?

Dopamine agonisten zijn medicijnen die de werking van dopamine nabootsen. Dopamine is een stof die prikkels doorgeeft die onder andere nodig zijn om bewegingen soepel te laten verlopen.

Wanneer krijgt u dopamine agonisten voorgeschreven?

Als u jonger bent dan 65 jaar, wordt vaak begonnen met een medicijn uit de groep van dopamine agonisten. In een later stadium van de ziekte worden ze vaak in combinatie met andere medicijnen gegeven, bijvoorbeeld met levodopa.

Bijwerkingen

Dopamine agonisten kunnen bijwerkingen geven als misselijkheid, lage bloeddruk, verwardheid, sufheid, slaapstoornissen en hallucinaties. Gedragsmatige veranderingen en seksuele hyperactiviteit kunnen voorkomen.

Glutamaat antagonisten

Symmetrel (amantadine)

Hoe werken glutamaat antagonisten?

Een glutamaat antigonistl is een middel dat het effect van dopamine kan versterken en tevens effectief kan zijn bij de behandeling van overtollige bewegingen.

Wanneer krijgt u een glutamaat antigonist voorgeschreven?

Een glutamaat antigonist wordt vaak als startmedicijn voorgeschreven bij klachten als trillen, stijfheid en/of traagheid. In een later stadium van de ziekte wordt het voorgeschreven bij overbeweeglijkheid.

Een glutamaat antigonist geeft soms kans op hallucinaties; dikke enkels en verkleuring van de huid kunnen voorkomen.

Anticholinergica

  • Artane (trihexyfenidyl)
  • Akineton (biperideen)

Hoe werken Anticholinergica?

Anticholinergica zijn stoffen die de werking van acetylcholine tegengaan. Anticholinergica versterken het effect van dopamine op de motoriek maar geven een verslechtering van het geheugen. Hierdoor zijn deze middelen niet geschikt voor ouderen.

Wanneer krijgt u Anticholinergica voorgeschreven?

U krijgt anticholinergica voorgeschreven als u voornamelijk klachten van beven (tremor) heeft en jonger bent dan 65 jaar. Meestal wordt er gestart met de medicijnen Artane of Akineton.

Bijwerkingen

Anticholinergica als Akineton en Artane kunnen bijwerkingen als een droge mond, afnemen van concentratievermogen en geheugenverlies geven. Ook komen klachten voor als niet uit kunnen plassen, vertraagde stoelgang en een langzame vertering.

MAO- B remmers

  • Eldepryl (selegiline)

Hoe werken MAO-B remmers?

MAO-B remmers remmen de afbraak van dopamine en zorgen daarmee voor een langere werking van de aanwezige dopamine in de hersenen.

Wanneer krijgt u een MAO-B remmer voorgeschreven?

Meestal wordt een MAO-B remmer aan het begin van de ziekte voorgeschreven. Het kan het voorschrijven van dopamine agonisten of levodopa uitstellen.

Bijwerkingen

MAO-B remmers kunnen als bijwerking slaperigheid, een droge mond en duizeligheid geven. Ook kan slapeloosheid een bijwerking zijn, waardoor u het beter niet ’s avonds kunt innemen.

COMT remmers

  • Comtan (entacapon) en (tolcapon)

Hoe werkt een Comt remmer?

Een Comt remmer versterkt en verlengt het effect van Levodopa, doordat een groter deel van de ingenomen Levodopa de hersenen bereikt. Dit wordt veroorzaakt doordat in het bloed minder levodopa wordt afgebroken.

Wanneer krijgt u een Comtremmer voorgeschreven?

Een Comt remmer wordt voorgeschreven als u merkt dat een medicijn uitgewerkt raakt en u voor de volgende medicijninname een periode minder goed functioneert. Oplossingen voor deze verschijnselen zijn het vaker geven van medicijnen ( dus minder tijd tussen de verschillende innames) of het toevoegen van Comtan bij iedere inname van Madopar of Sinemet.

Bijwerkingen

Comtan kan overbeweeglijkheid, een droge mond, misselijkheid en diarree veroorzaken. Bovendien geeft Comtan een oranje verkleuring van de urine; dit kan overigens geen kwaad.

Stalevo

Comtan kan ook in combinatie met Sinemet in 1 tablet gegeven worden onder de naam Stalevo.

Tijdstip van inname

Comtan moet altijd samen met Sinemet of Madopar worden ingenomen. Dit gaat vanzelf als u Stalevo gebruikt. Comtan zonder Madopar of Sinemet is niet zinvol omdat het geen effect zal hebben.

Zijn er alternatieven als de voorgeschreven medicijnen onvoldoende werken?

Als het niet meer lukt om met de medicijnen die u gebruikt uw klachten te behandelen, kan de neuroloog alternatieven met u bespreken. Voorbeelden van alternatieven zijn:

Het gebruik van apomorfine-injecties of een apomorfine-pomp die zorgt voor continue toediening van deze dopamine agonist. Als dit geen optie voor u is kan een eventuele operatieve ingreep van de hersenen worden overwogen. Deze keuze wordt altijd in gezamenlijk overleg met u en uw neuroloog gemaakt. De wisselwerking tussen uw klachten, het stadium van uw ziekte en de reactie op medicijnen is hierbij van belang. Voor patiënten in een latere fase van de ziekte, waar de medicijnen niet meer het gewenste effect hebben, is er ook Duodopa, een continue toediening van levodopa via een maagsonde, direct in de darmen.

Komen mijn klachten door de medicijnen of door de ziekte?

U kunt klachten hebben zoals een lage bloeddruk, verhoogde aandrang tot plassen, hallucineren, impotentie, pijnklachten, geheugenstoornissen, valneiging, slaapstoornissen en depressie. Steeds zal weer de vraag opkomen of dit bijwerkingen zijn van de medicijnen of dat ze behoren bij de ziekte van Parkinson. Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn het patroon en het verloop van de klachten belangrijk. Bij de behandeling van de klachten zal uw arts in overleg met u voortdurend een afweging maken tussen het gebruik van bepaalde medicijnen en de voor- en nadelen ervan voor uw functioneren.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:

Contact

Opmerkingen

  • Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
  • Ziet u teksten of afbeeldingen met auteursrechten die wij niet hebben vermeld?

Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.

Disclaimer

Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.

scroll terug naar boven