Inleiding
Uw arts heeft voor u een CT-scan aangevraagd. Hieronder kunt u lezen hoe dit onderzoek gaat.
Doel van het onderzoek
Een CT-scan is een röntgenonderzoek. In een CT-scanner zit een röntgenbuis die om u heen draait en opnames maakt terwijl u op een onderzoekstafel ligt. Met behulp van de computer worden doorsneden van het lichaam gemaakt. Op basis van deze doorsneden kunnen onder andere de anatomie en de ligging van de organen beoordeeld worden. Op deze manier is het mogelijk om eventuele afwijkingen in een orgaan of lichaamsdeel in beeld te brengen.
Voorbereiding
Sieraden en kledingstukken met metalen onderdelen (ritsen, haakjes, metalen knopen, of zilver-/gouddraad) verstoren de beeldvorming. U kunt eventueel een T-shirt meenemen dat u tijdens het onderzoek kunt dragen. Komt u voor een onderzoek van de longen of buik en draagt u een beha? Draag een beha zonder beugels en metalen haakjes. De beha moet anders voor het onderzoek uitgedaan worden.
Het onderzoek
U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de afdeling Medische Beeldvorming. In de voorbereidingsruimte wordt u gevraagd om uw kleding uit te doen. Welke kleding uit moet en wat u aan kunt houden, is afhankelijk van het lichaamsdeel dat onderzocht wordt.
Tijdens het onderzoek
In de onderzoekruimte neemt u plaats op de onderzoekstafel. De onderzoekstafel wordt in de opening van de scanner geschoven. Alleen het te onderzoeken lichaamsdeel of orgaan bevindt zich in het midden van deze opening. U ligt dus niet, zoals veel mensen denken, helemaal in een tunnel. Voor elke opname wordt u telkens een stukje verplaatst totdat het te onderzoeken lichaamsgebied volledig is afgebeeld.
Soms vraagt de laborant u om uw adem enkele seconden in te houden. Na iedere opname kunt u dan even ontspannen. Wel is het belangrijk om in dezelfde houding te blijven liggen.
Voor of tijdens het onderzoek kan de radioloog beslissen dat de foto om medische redenen preciezer moet worden. In dat geval wordt er een infuus ingebracht in de arm. Via dit infuus krijgt u een contrastvloeistof toegediend. Verderop leest u meer over contrastvloeistof.
Contact met de laborant
In verband met uw veiligheid houden wij tijdens het onderzoek continu contact met u via een intercomsysteem en aan de hand van zichtbare camera’s. De opnames die worden gemaakt slaan we niet op.
Onderzoeksduur
Afhankelijk van het te onderzoeken orgaan duurt de CT-scan 5 tot 20 minuten.
Contrastvloeistof
Als u contrastvloeistof krijgt toegediend, dan wordt in uw arm een infuusnaald geprikt. Tijdens de injectie van de contrastvloeistof kunt u in het hele lichaam een warm gevoel krijgen. Dit gevoel begint in de keel. Als het warmtegevoel rond de blaas komt, voelt het soms alsof u plast. Dit voelt zo, maar dat is niet echt. Het warmegevoel neemt meestal na 1 of 2 minuten weer af.
Overgevoeligheid
Bent u overgevoelig voor jodiumhoudende contrastvloeistof? Geeft dit dan door aan uw behandelend arts en aan de afdeling Medische Beeldvorming. Er worden dan de juiste voorbereidingen getroffen.
Na het onderzoek
Na afloop van het onderzoek hoeft u geen bijzondere maatregelen te nemen, tenzij anders met u wordt afgesproken. Heeft u contrastvloeistof toegediend gekregen? Dan wordt de infuusnaald verwijderd. Als u contrastvloeistof hebt gehad is het goed om extra te drinken na afloop van het onderzoek.
Uitslag
Het CT-onderzoek wordt door een radioloog bestudeerd en met eventuele vorige onderzoeken vergeleken. Hierna maakt de radioloog een verslag voor uw behandelend arts. De uitslag van het CT-onderzoek krijgt u van uw behandelend arts.
Belangrijk
- Het is niet wenselijk dat u jonge kinderen (die toezicht nodig hebben) meeneemt naar uw onderzoek.
Zwanger
Als u zwanger bent of denkt zwanger te zijn, bel dan van tevoren met de afdeling Medische Beeldvorming om te bespreken of het onderzoek door kan gaan.
Plassen in een plaszak na uw onderzoek
U krijgt tijdens uw onderzoek in het ziekenhuis mogelijk contrastvloeistof in uw bloedvat gespoten. Deze vloeistof gaat uw lichaam ook weer uit als u plast. We willen voorkomen dat de contrastvloeistof in het rioolwater terecht komt, want het is moeilijk om dit weer uit het rioolwater te zuiveren. Daarom vragen we aan u om de eerste vier keer, na de CT-scan, te plassen in de plaszak in plaats van in de toiletpot. Zo komt uw plas met de contrastvloeistof niet in het rioolwater terecht. De vier plaszakken krijgt u van de laborant na uw onderzoek.
Hoe gebruikt u de plaszak?
De eerste vier keer dat u moet plassen (na de ct-scan), neemt u de plaszak mee naar het toilet. Daar plast u in de plaszak in plaats van in de toiletpot. Daarna kan de plaszak gewoon bij het restafval in de afvalbak. Gooi de plaszak dus niet in de toiletpot.
Misschien lijkt het ongemakkelijk, maar plassen in de plaszak kost net zoveel tijd én is net zo schoon als plassen in de toiletpot. Want in de plaszak zitten heel kleine korrels die van uw plas een soort gel maken. Het wordt dus geen kliederboel.
Video
In deze video's wordt het gebruik van de plaszak nogmaals uitgelegd:
Meer informatie
Heeft u nog vragen over de plaszak? Ga dan naar www.plaszakziekenhuis.nl of neem contact op met uw ziekenhuis.
Bent u verhinderd?
Laat het ons op tijd weten wanneer de afspraak niet kan doorgaan. Wij kunnen dan een andere patiënt inplannen.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.