Aangezichtsverlamming

Mimetherapie

Inleiding

Een logopedist houdt zich bezig met onderzoek, voorlichting en behandeling van stoornissen op het gebied van spraak, taal, communicatie, ademhaling, stemgebruik, gehoor, kauwen en slikken.

Op deze pagina kunnen u en de mensen om u heen, lezen wat een perifere aangezichtsverlamming is en wat de logopedist voor u kan betekenen.

Beschadiging van de aangezichtszenuw

Beide kanten van uw gezicht hebben een aangezichtszenuw, ofwel nervus facialis. Deze aangezichtszenuwen zorgen voor de gelaatsexpressie van het gezicht (de mimiek) en het sluiten van uw ogen en mond. Wanneer een aangezichtszenuw (vrijwel altijd aan één zijde) beschadigd raakt, valt de functie van de spieren in die gezichtshelft uit. Dit noemt men een perifere aangezichtsverlamming , oftewel een nervus facialis verlamming.

Verlammingsverschijnselen

Het gevolg van een aangezichtsverlamming is een scheef gezicht. Dit komt omdat de mondhoek lager hangt en de plooi tussen neus en mondhoek verdwijnt. Praten en drinken is moeilijk, omdat de wang slap is en doordat de mond deels omlaag hangt. Soms loopt er speeksel uit de mond.

 

Ook is het oog wijder dan aan de gezonde zijde. Het is onmogelijk het oog te sluiten. Als u probeert het oog te sluiten ziet u het oogwit verschijnen. Dit komt door het omhoog draaien van de oogbol. Daarnaast kunt u last hebben van tranende of droge ogen. Ook kunnen (oor)pijnsensaties aanwezig zijn.

Herstel

Een aangezichtsverlamming kan volledig of onvolledig zijn. Bij een onvolledige verlamming zijn de aangezichtsspieren in beperkte mate nog beweeglijk. De zenuwfunctie kan zich tot een jaar na aanvang van de verlamming herstellen. Daarna kunt u niet veel verbetering meer verwachten. Er kunnen restverschijnselen blijven bestaan.

Restverschijnselen

In de loop van het herstel kunnen zenuwvezels soms een verkeerde aansluiting maken. Dit uit zich in ongewenste meebewegingen (synkinesen) bij spreken, eten, drinken en fluiten. Verder kan de aangedane kant strak aanvoelen en kan het oog tranen.

Oorzaken

De meest voorkomende oorzaak van een perifere aangezichtsverlamming is de verlamming van Bell. Dit is in ongeveer 50% van de gevallen. Het lijkt erop dat deze verlamming wordt veroorzaakt door het herpes simplex virus, type 1. Dit virus zorgt ook wel voor de bekende “koortslip”.

Andere, minder voorkomende, oorzaken van een aangezichtsverlamming kunnen zijn:

  • Een oorontsteking.
  • Bij schedelletsel, bijvoorbeeld na een ongeval.
  • Na een operatie, meestal van het oor of van de speekselklier.
  • Het gordelroosvirus (herpes zoster oticus). Hierbij zijn blaasjes, zoals bij waterpokken, zichtbaar in oorschelp en omgeving. De verlamming is vaak pijnlijk en gaat soms gepaard met gehoorverlies en evenwichtsstoornissen.
  • Een tumor die op de zenuw drukt. Hierbij treedt de verlamming dikwijls zeer geleidelijk op.
  • De zogenaamde tekenbeet (ziekte van Lyme).

Onderzoek

Uw ziektegeschiedenis met daarnaast KNO- of neurologisch onderzoek kunnen mogelijk uitwijzen welke oorzaak de aangezichtsverlamming heeft. Indien nodig kan een gehoortest worden afgenomen. Eventueel gevolgd door laboratoriumonderzoek en/of een scan (CT of MRI).

Behandeling

De behandeling van een perifere aangezichtsverlamming is afhankelijk van de oorzaak. Hieronder staan enkele mogelijkheden beschreven.

Medicijnen

Bij een verlamming van Bell wordt, liefst binnen één week, met medicatie gestart.

Beschermende en preventieve maatregelen

Om oogproblemen te voorkomen is het noodzakelijk ‘s nachts het aangedane oog te behandelen met oogzalf of af te plakken met een ‘horlogeglaspleister’. Dit voorkomt uitdroging. Indien nodig kunt u overdag beschermende oogdruppels gebruiken. 
Wat betreft het eten en drinken is het belangrijk dat u probeert dit zo normaal mogelijk te doen. Verder is het belangrijk dat u extra aandacht besteedt aan de mondhygiëne.

Mimetherapie

Bij onvoldoende herstel binnen drie weken, kan gestart worden met mimetherapie. 

Chirurgische mogelijkheden

Een operatie kan worden overwogen als er geen vooruitgang meer is. De chirurgische mogelijkheden richten zich dan op het verbeteren van de functie van de zenuw en op het uiterlijk. Uw behandelend arts kan u informeren welke behandelingsmogelijkheden voor u geschikt zijn.

NB Elektrotherapie is niet zinvol en kan het strakke gevoel in de spieren doen toenemen.

Mimetherapie

Bij een perifere aangezichtsverlamming kan uw behandelend arts u verwijzen naar een logopedist, voor mimetherapie. Het uitgangspunt van deze therapie is het verbeteren van de symmetrie van het gezicht (in rust en tijdens bewegen) en de expressiemogelijkheden. Bij onvolledig herstel kunnen de hinderlijke restverschijnselen (asymmetrie in het gezicht, verminderde functie en abnormaal meebewegen) zoveel mogelijk onderdrukt worden door mimetherapie. 

Wanneer krijgt u mimetherapie?

De behandeling wordt meestal gestart zodra u de aangedane kant van uw gezicht weer kunt bewegen, ook al is het maar een hele kleine beweging. Toch is het zinvol om in de fase dat er nog geen beweging mogelijk is, ook naar de logopedist te gaan voor uitleg, advies en het aanleren van massageoefeningen.

Bij de mimetherapeut

Bij het eerste bezoek wordt u door de logopedist onderzocht en wordt beoordeeld of u met mimetherapie kan starten. Zo ja, dan krijgt u uitleg over de therapie en over de manier waarop u moet oefenen. Een behandeling duurt 30 tot 45 minuten.

Mimetherapie bestaat uit:

  • een gestandaardiseerde intake en metingen van de asymmetrie van het gezicht, in rust en bij bewegen
  • informatie over de diagnose, behandeling en prognose
  • adviezen over eten, drinken en mondhygiëne

Tijdens de therapie begeleidt de logopedist u bij:

  • massage van uw gezicht en hals
  • oefeningen voor het bewegen van uw mond, neus, wang, ogen en voorhoofd
  • oefeningen voor de oogsluiting
  • het verschil tussen spanning en ontspanning
  • beheersing van ongewenste meebewegingen (synkinesen)
  • verbetering van eten, drinken en spreken
  • het oefenen van gezichtsuitdrukkingen met en zonder spiegel
  • het omgaan met een aangezichtsverlamming
  • onderdrukken van meebewegingen (synkinesen)

Thuis oefenen

Daarnaast is het belangrijk dat u thuis actief en regelmatig oefent. De oefeningen die u thuis moet doen, worden tijdens de therapie met u doorgenomen.

Het resultaat van de therapie

Uw aangezichtsverlamming of de restverschijnselen verdwijnen niet door de therapie. Wel krijgt u meer controle over uw gezicht en gezichtsuitdrukking.

Wat kunt u zelf doen?

  • Probeer uw gezicht zo ontspannen mogelijk te houden.
  • Maak wanneer u uw gezicht beweegt alleen maar kleine bewegingen.
  • Probeer uw gezicht zo symmetrisch mogelijk te houden.

Soms wordt het advies gegeven om zelf alvast te gaan oefenen door ‘gekke bekken’ te trekken. Dit raden we af omdat hierdoor juist asymmetrie optreedt.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:

Contact

Opmerkingen

  • Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
  • Ziet u teksten of afbeeldingen met auteursrechten die wij niet hebben vermeld?

Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.

Disclaimer

Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.

scroll terug naar boven