KICO-poli

Inleiding

Heeft uw kind een plas- en/of blaasprobleem? Dan kunt u bij de Kinder-continentiepoli (KICO-poli) terecht van de afdeling Kindergeneeskunde voor een behandeling op maat.

Op de KICO-poli worden kinderen vanaf 5 jaar gezien door een kinderarts, een urotherapeut en/of een kinderbekkenbodemfysio. Als het nodig is vindt er overleg plaats met een uroloog. Het behandelplan en de training die wordt opgezet, leren uw kind om weer een normaal poep- en plaspatroon te krijgen.

Met welke klachten komt uw kind op de KICO-poli?

Zindelijk worden in de eerste levensjaren gaat bij de meeste kinderen vanzelf. Soms doen zich problemen voor. Als een kind zijn blaas- en bekkenbodemspieren niet goed leert gebruiken kan dat leiden tot plasklachten, zoals:

• vaak plassen
• te weinig plassen
• plasongelukjes overdag
• blaasontstekingen
• bedplassen

Kinderen met een plasprobleem hebben vaak ook een poepprobleem. Denk aan verstopping, broekpoepen of vegen in de onderbroek.

Plas- en/of poepproblemen kunnen een grote invloed hebben op het leven van een kind en het gezin. Kinderen, maar ook ouders, schamen zich voor de klachten en durven er niet of met maar weinig anderen over te praten.

De behandeling

Uw kind wordt verwezen door de huisarts. Als de verwijzing binnen is, plannen wij uw kind in voor een intakegesprek bij de urotherapeut en de kinderarts. U ontvangt een vragenlijst die u ingevuld terug kunt sturen of meeneemt naar het intakegesprek.

Tijdens het intakegesprek stelt de urotherapeut veel vragen om het probleem in kaart te brengen. De kinderarts doet een lichamelijk onderzoek. Na dit intakegesprek krijgt u poep- en plaslijsten om bij te houden.

Zodra u deze poep- en plaslijsten heeft ingevuld, wordt er een vervolg gepland. Tijdens dit tweede bezoek wordt de training met uw kind besproken. Daarnaast krijgt uw kind uitleg over de werking van de blaas en darmen om zo de klachten beter te kunnen begrijpen.

Tijdens dit tweede bezoek komen aan bod:

1. Bekijken van de vragenlijsten, de plas- en het poepdagboek.
2. Een flowmetrie. Hierbij wordt uw kind gevraagd een plas te doen op een speciale wc die meet hoeveel en hoe uw kind plast.
3. Een echografie van de blaas en/of rectum. Om te kijken of er na het plassen nog plas is achtergebleven en of het darmgedeelte achter het poepgat voldoende leeg is.
4. Het kind meer inzicht geven in de werking van blaas en darmen.
5. Aan het einde van het tweede bezoek bespreekt de urotherapeut of bekkenbodemfysio met u en uw kind de voorlopige diagnose. Als het nodig is worden ook de uroloog, bekkenfysiotherapeut of psycholoog ingeschakeld. U krijgt een behandelplan mee naar huis. Tot slot worden vervolgafspraken gemaakt.

Om het aantal poliklinische bezoeken voor u en uw kind te beperken bieden we tijdens het behandeltraject zoveel mogelijk begeleiding per telefoon en/of per e-mail.

Bij een volgend bezoek aan de KICO-poli bekijken de urotherapeut of de bekkenbodemfysio of de adviezen en eventuele medicijnen hebben geholpen. Als het nodig is wordt het behandelplan aangepast.

Afspraak maken

Na verwijzing van de huisarts krijgt u een vragenlijst thuisgestuurd met de afspraak voor het intakegesprek.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen?

Mail ons, stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar