Subcutane immunotherapie bij allergie kinderen

Inleiding

In overleg met de kinderarts heeft u besloten dat uw kind, voor de behandeling van allergische klachten, start met de subcutane immunotherapie. De arts heeft u al de nodige informatie gegeven. Hier kunt u alles nog eens rustig nalezen.

Allergie

Veel kinderen hebben allergische klachten. Dit kan veroorzaakt worden door inademing van stuifmeel (bijvoorbeeld pollen van grassen of bomen en onkruid), stof (uitwerpselen van de huisstofmijt) of huidschilfers van huisdieren. Deze stoffen kunnen klachten geven die lijken op verkoudheidsklachten zoals een loopneus of een verstopte neus, niezen, jeuk en /of tranende ogen en benauwdheid.

Behandeling van allergie

De behandeling van een allergie bestaat uit 3 stappen:

1. Proberen zoveel mogelijk van het allergeen te vermijden dat de allergische klachten veroorzaakt. Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan het dragen van een zonnebril bij zonnig weer en er veel pollen in de lucht zijn en het smeren van vaseline onder de neus op deze dagen. En in het geval van huisstofmijt saneringsadviezen uitvoeren.
2. Het onderdrukken van de allergische klachten met medicijnen (neusspray en anti-allergie tabletjes).
3. Als bovenstaande maatregelen en medicatie uw kind onvoldoende helpen, het duidelijk is op welk allergeen uw kind het meest reageert en uw kind oud genoeg is, dan bespreekt de arts met u of het voor uw kind mogelijk is om te starten met subcutane immunotherapie.

Wat is subcutane immunotherapie?

Subcutane immunotherapie is een injectiekuur met het allergeen dat de allergische klachten veroorzaakt bij uw kind. Het betreffende allergeen wordt, gedurende een langere periode, doormiddel van subcutane (onderhuidse) injecties toegediend. Op deze manier proberen we het natuurlijk afweersysteem van het lichaam stap voor stap te veranderen, waardoor uw kind uiteindelijk minder heftig zal reageren op het allergeen dat de allergische klachten veroorzaakt.

Het is helaas niet mogelijk om van tevoren te voorspellen hoe uw kind op deze behandeling gaat reageren.

Ongeveer een op de drie kinderen reageert goed en heeft minder medicatie nodig; een op de drie kinderen komt zelfs helemaal van de medicatie af; maar ook een op de drie kinderen blijft klachten houden. Het is goed dat u dit weet voordat u er samen met uw kind voor kiest deze behandeling te starten. Samen met uw arts kunt u dan een afweging maken wat verstandig is voor uw kind.

Voor wie is subcutane immunotherapie bedoeld?

Subcutane immunotherapie is bedoeld voor kinderen vanaf 5 jaar met een allergie voor boompollen, graspollen en/of huisstofmijt die erg veel klachten hebben ondanks het gebruik van medicijnen.

De werkwijze bij subcutane immunotherapie

De injectiekuur wordt altijd gestart in een relatief klachtenvrije periode. Bijvoorbeeld voor hooikoortspatiënten ruim voor aanvang van het pollenseizoen. Meestal in is dit in september of oktober.

De injectiekuur bestaat uit 2 fasen: de instelfase en de onderhoudsfase.

1. In de instelfase krijgt uw kind iedere week een of meerdere onderhuidse injecties. Dit is afhankelijk van het aantal te behandelen allergieën en het opbouwschema. Deze injecties krijgt uw kind meestal in de bovenarm. De hoeveelheid wordt wekelijks opgehoogd totdat de hoogste dosering is bereikt. Dit zal zeker 15 weken duren.
2. Daarna gaat de behandeling over in de onderhoudsfase waarbij iedere 4 tot 6 weken een injectie wordt gegeven gedurende 3-5 jaar.

Voorbereiding

Voor de immunotherapie zijn geen speciale voorbereidingen nodig. Wel moet u contact opnemen met de kinderarts of kinderverpleegkundige:

De gang van zaken tijdens de therapie

De subcutane immunotherapie wordt gegeven op afdeling Kindergeneeskunde.

Op onze afdeling werken kinderverpleegkundigen die zijn gespecialiseerd in de behandeling en begeleiding van kinderen met astma en allergie. Zij voeren de subcutane injecties uit.

Uw kind komt voor iedere injectie naar afdeling Kindergeneeskunde. Voordat uw kind de injectie krijgt, vraagt de verpleegkundige naar de algemene conditie van het kind en wordt de reactie op de vorige injectie besproken.

Ook worden de prikplaats en zo nodig de longen gecontroleerd.

Na de injectie moet uw kind altijd tenminste 30 minuten op de afdeling blijven om te zien of er geen allergische reactie optreedt (zie ook bijwerkingen). De eerst uren na de injectie mag er geen lichamelijke inspanning worden verricht.

Bijwerkingen

De meest voorkomende bijwerkingen zijn zwelling, jeuk of roodheid op de plaats van de injectie. Dit is vaak goed te verhelpen met een zalf of anti-allergietablet (antihistaminicum). Als dit thuis nog gebeurt, meet dan de zwelling of roodheid op met een centimeter of maak een foto. Bespreek dit dan bij een volgend bezoek met de verpleegkundige.

In zeldzame gevallen treedt een ernstige reactie op met benauwdheid en/of bloeddrukdaling. Dit komt gelukkig zelden voor, maar is wel de reden waarom uw kind na de injectie altijd minimaal een half uur moet blijven. Deze reactie treedt bijna altijd binnen de 30 minuten op. Zodra het kind zich niet lekker gaat voelen of klachten krijgt van huid, neus, ogen of longen moet men dit direct laten weten aan de arts of verpleegkundige. Er worden dan medicijnen gegeven om de allergische reactie tegen te gaan.

Het komt zelden voor dat er een paar uur na de injectie nog ernstige klachten ontstaan. Indien dit toch voorkomt neem dan meteen contact op met de kinderarts en bij ernstige klachten mag u 112 bellen.

Wat kunt u verwachten van het effect van de therapie

Vaak is er het eerste seizoen na het starten van subcutane immunotherapie al een vermindering van de klachten merkbaar. In het 2e en 3e jaar wordt vaak nog een verdere verbetering gezien. Er is vooraf geen zekerheid te geven over het uiteindelijke effect.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: