Trommelvliesbuisjes plaatsen

Uw kind wordt binnenkort opgenomen in VieCuri om buisjes in de oren te laten plaatsen. De KNO-arts heeft u hierover al uitleg gegeven. Hier leest u de informatie nog eens rustig na.

Kinderen met langdurige slechthorendheid door vocht in het middenoor, of kinderen die vaak een oorontsteking of oorpijn hebben, kunnen buisjes krijgen.

Meestal gebeurt de ingreep tijdens een dagopname. Uw kind blijft dan een paar uur in het ziekenhuis. Als dat niet mogelijk is, blijft uw kind een paar dagen. De KNO-arts bespreekt dit met u. De ingreep zelf verloopt hetzelfde.

Bij volwassenen gebeurt het plaatsen van buisjes meestal op de polikliniek en onder lokale verdoving. Zij kunnen vaak direct na de ingreep weer naar huis.

Slechthorendheid door ontsteking

In een gezond oor bereikt het geluid door de gehoorgang heen het trommelvlies en brengt dat in trilling. De trilling gaat via de gehoorbeentjes naar het binnenoor. Daar zitten de zintuigcellen van het gehoor. Die zetten het geluid om in een signaal naar de hersenen.  Als alle onderdelen hun werk goed doen, is er een normaal gehoor.

Het trommelvlies en de gehoorbeentjes kunnen alleen goed trillen als er aan beide kanten lucht zit. Daarom staat het trommelvlies aan de binnenkant (het middenoor), via de buis van Eustachius in verbinding met de neus-keelholte.

Bij kauwen en slikken komt er steeds een beetje lucht in het middenoor. Door verschillende oorzaken kan de luchttoevoer verstopt raken. Vaak zijn dat ontstekingen van de neus, neusamandelen en neusbijholten.

Bij jonge kinderen werkt de buis van Eustachius vaak nog niet goed, zodat er geen lucht kan passeren. Dan ontstaat een tekort aan verse lucht in het middenoor.

Het middenoor is bekleed met een dun laagje slijmvlies. Door het tekort aan verse lucht kan het slijm dat door het slijmvlies wordt geproduceerd niet verdwijnen. Dat slijm belemmert de trilling van het trommelvlies en de gehoorbeentjes. Daardoor hoort uw kind minder goed. Ook kan het slijmvlies gaan ontsteken. Dan ontstaat een oorontsteking.

Door het plaatsen van een buisje in het trommelvlies wordt een directe verbinding gemaakt tussen de gehoorgang en het middenoor.

Doordat in het middenoor nu weer lucht kan komen verdwijnt de slechthorendheid. Bij de ingreep wordt een klein gaatje in het trommelvlies gemaakt. Hierin wordt een kunststof buisje (2,5 millimeter) geplaatst. Tevens wordt het vocht uit het middenoor gezogen, zodat het oor weer normaal kan functioneren.

In het begin zit het buisje nog los, maar in een week tijd groeit het trommelvlies er strak omheen en zit het stevig vast. Na enkele maanden tot een jaar groeit het buisje spontaan uit het trommelvlies en sluit het gaatje meestal vanzelf. De meeste kinderen zijn dan helemaal genezen.

Als de klachten toch weer terugkomen, omdat de functie van de buis van Eustachius nog niet hersteld is, kan het nodig zijn de behandeling te herhalen.

Preoperatief bureau

Het is belangrijk om kinderen zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op de anesthesie die nodig is. Hiervoor is preoperatief onderzoek nodig. Hiervoor krijgt uw kind een afspraak voor het preoperatief bureau. Door het preoperatief onderzoek is de kans op problemen tijdens en na de ingreep zo klein mogelijk.

Meer informatie over de anesthesie en de gang van zaken op de afdeling, kunt u lezen in de patientinformatie 'Kind en anesthesie' of wordt op de afdeling met u besproken.

De ingreep vindt plaats onder algehele anesthesie (narcose).

Meenemen naar het ziekenhuis

• Een geldig identiteitsbewijs
• Als uw kind medicijnen slikt een overzicht met de naam van de medicijnen (verkrijgbaar bij uw apotheek)

Opnameduur

Meestal gebeurt de ingreep in dagbehandeling. Uw kind kan enkele uren na het plaatsen van de buisjes weer naar huis.

De dag na de ingreep mag het kind weer alles doen, ook naar school gaan. Zwemmen mag weer na een week. Het is geen probleem als er zwemwater in de oren komt. Echter, bij onder water zwemmen, kan wat sneller oorpijn of een loopoor ontstaan. Haren wassen is ook geen probleem, als er maar geen zeepwater in de oren komt. Ter bescherming kunt u eventueel vette watten of op maat gemaakte oordopjes gebruiken.

Het is normaal dat er de eerste dagen nog wat vocht uit de oortjes komt. Ook op een later tijdstip kan er sprake zijn van een loopoor. Gaat dit na een week niet over, dan kunt u via de huisarts of via de polikliniek KNO vragen om oordruppels. Maakt u zich om een andere reden ongerust, neem dan contact op met de polikliniek KNO-heelkunde.

Uw kind moet voor controle terugkomen naar de polikliniek, hierover krijgt u meer informatie op de afdeling.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: