Keel- en neusamandelen verwijderen (Adenotonsillectomie)

Inleiding

Uw kind wordt binnenkort opgenomen om de amandelen te laten verwijderen. De specialist heeft u al informatie gegeven over deze ingreep. In deze folder kunt u alles rustig nalezen.

Voor uw kind is er een kleurboek. Hierin wordt aan de hand van tekeningen in het kort verteld wat er gaat gebeuren.

Omdat de ingreep gebeurt onder algehele anesthesie (narcose) wordt uw kind opgenomen op de afdeling Kind en Jeugd (in Venlo. Deze opname duurt enkele uren tot maximaal een dag (8 uur). Wanneer er bepaalde redenen zijn om uw kind langer op te nemen dan bespreekt de KNO-arts dit met u. De gang van zaken rond de ingreep blijft hetzelfde.

Wat zijn amandelen?

Het lichaam bezit een uitgebreid systeem om infecties te bestrijden, het zogenaamde lymfkliersysteem. De overgang van mond en neus naar de keel bevat, als een soort ring, veel van dit lymfklierweefsel. Het vangt binnendringende ziekteverwekkers zoveel mogelijk op en maakt ze onschadelijk. De amandelen vormen een onderdeel van dit lymfkliersysteem. Het zijn grote knobbels die achter in de keel en achter in de neus zitten.

De twee grote keelamandelen zijn achter in de keel zichtbaar. De neusamandel (het adenoid) is niet goed zichtbaar aangezien deze zich achterin de neusholte bevindt. Deze is vooral bij jonge kinderen aanwezig. Vanaf ongeveer het achtste levensjaar neemt de grootte af.

Als alles goed is zijn amandelen nuttig. Maar soms zijn amandelen niet in staat ziektekiemen voldoende te vernietigen. Die hopen zich dan op in de amandelen die daardoor zelf ontstoken kunnen raken. Ze worden dik en pijnlijk. Dat kan gepaard gaan met koorts en het kind kan zich ziek voelen.

Een ontstoken neusamandel kan ook andere ziekten veroorzaken, zoals middenoorontsteking of herhaaldelijke verkoudheid.

Het niet goed functioneren van amandelen kan ook andere gevolgen hebben, zoals slecht slapen, snurken, ademstops tijdens het slapen (door obstructie van te grote amandelen), weinig eetlust, hangerigheid of andere klachten.

Het verwijderen van amandelen

Wanneer de arts heeft vastgesteld dat de amandelen uw kind meer kwaad dan goed doen, zal hij adviseren ze weg te laten halen. Het is zeker niet zo dat amandelen altijd moeten worden verwijderd.

Goed functionerende amandelen zijn nuttig maar niet onmisbaar. De amandelen vormen maar een klein gedeelte van het lymfekliersysteem van het lichaam. Eventuele verwijdering van de amandelen heeft daarom geen merkbare gevolgen voor de afweer.

Zowel neus- als keelamandelen worden via de mond verwijderd. Met de keelamandelen wordt óók altijd de neusamandel verwijderd.

De ingreep

De ingreep vindt plaats onder algehele anesthesie (narcose). Hiervoor moet uw kind nuchter zijn. Informatie over de anesthesie en de gang van zaken op de afdeling, kunt u lezen in de folder “Kind en anesthesie” en / of wordt op de afdeling met u besproken.

Na de ingreep

Voor uw kind is het erg belangrijk als een van de ouders of beide ouders de gehele opname aanwezig zijn. U kunt uw kind dan zelf opvangen en begeleiden. Een verpleegkundige van de afdeling zal u daarin ondersteunen. Is dit niet mogelijk dan verzoeken wij u dit tijdig door te geven aan de kinderafdeling. Na de operatie heeft uw kind pijn in de keel. Vaak heeft het nog wat oud bloed in de neus en in de mond. Veel drinken is erg belangrijk, meestal is hiervoor wat extra aansporing nodig.

Adviezen voor thuis

De eerste paar dagen na de operatie zal uw kind zich nog wel wat ziek voelen. Vooral na een keelamandeloperatie kan eten en praten pijnlijk zijn.

Deze pijn, die vaak uitstraalt naar de oren en dan voor oorpijn wordt aangezien, reageert meestal goed op paracetamol, zo nodig aangevuld met diclofenac of iboprufen (bij voorkeur als zetpil geven). Om de pijn bij uw kind zoveel mogelijk onder controle te houden is het verstandig uw kind op regelmatige tijden paracetamol zetpillen te geven gedurende twee tot drie dagen na de operatie. Het is dus belangrijk dat u paracetamol zetpillen in huis heeft. U kunt de dosering zoals deze staat aangegeven op de bijsluiter aanhouden.

Wanneer uw kind praat, klinkt dat in het begin of het een volle mond heeft. Al deze klachten gaan geleidelijk over.

De eerste ontlasting kan na de ingreep zwart gekleurd zijn. Dit wordt veroorzaakt door het bloed dat uw kind tijdens de ingreep heeft doorgeslikt.

Op de plaats van de verwijderde amandelen ontstaat een grijswit beslag, dat is normaal en geen teken van een ontsteking. Het geeft soms een vieze smaak in de mond en uw kind kan daardoor ook enkele dagen een beetje weeïg uit de mond ruiken. Dit beslag verdwijnt na ongeveer een week.

Speciale dieetadviezen voor de periode na de ingreep zijn niet nodig. Wel is het belangrijk uw kind regelmatig te laten drinken. Driemaal een klein slokje is beter dan éénmaal een hele grote slok. Ook waterijsjes zijn prima. Het kan verstandig zijn uw kind tijdens de eerste nacht elke twee uur wakker te maken en te laten drinken. Melkproducten geven extra speekselvorming en worden over het algemeen als plakkerig en vervelend ervaren, koolzuurhoudende dranken als te prikkelend. Uw kind mag gewoon de tanden poetsen, dit heeft geen negatieve invloed op de wondgenezing.

Houd uw kind een paar dagen binnen. Over het algemeen is een kind na een week weer voldoende opgeknapt om buiten te spelen en eventueel weer naar school te gaan.

Zwemmen mag weer twee weken na de operatie.

Als er zich thuis problemen voordoen zoals temperatuurverhoging boven 39 graden of een bloeding uit de keel, dan kunt u het beste contact opnemen met de polikliniek KNO.

Controle

De volgende dag en zes weken na de ingreep wordt u ter controle telefonisch benaderd door een assistent(e) van de poli KNO. Als uit dit overleg blijkt dat alles goed verloopt hoeft u niet meer op controle naar het ziekenhuis te komen.

Artsen in opleiding

Op de afdeling Keel-, Neus- en Oorheelkunde werken AIOS (arts-assistenten), dit zijn afgestudeerde artsen in opleiding tot medisch specialist. Ze volgen binnen VieCuri een deel van hun opleiding tot KNO-arts. Ze houden spreekuur op de polikliniek, doen poliklinische ingrepen en kunnen (een deel van) de operatie uitvoeren. De KNO-arts zorgt voor supervisie en is altijd eindverantwoordelijk voor uw zorg en behandeling.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar: