Palliatieve sedatie

Verlagen bewustzijn in de laatste levensfase

Inleiding

Palliatieve sedatie staat de laatste tijd volop in de belangstelling. Er bestaat echter nog veel onduidelijkheid over dit onderwerp. Voor velen is niet duidelijk welke relatie palliatieve sedatie heeft tot andere beslissingen rondom het levenseinde en wat palliatieve sedatie precies inhoudt.

Van uw arts en de verpleegkundige heeft u al informatie ontvangen. Hier kunt u alles nog eens rustig nalezen.

Wat is palliatieve sedatie?

Een definitie van palliatieve sedatie is:

Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een patiënt in de laatste levensfase met als doel het lijden te verlichten, omdat dit met de gebruikelijke medicijnen niet gelukt is. Het verlagen van het bewustzijn is een middel om dat doel te bereiken.

De definitie van palliatieve sedatie bestaat uit drie delen:

1. verlagen van het bewustzijn
2. het gaat om opzettelijk handelen
3. het betreft handelen bij een patiënt in de laatste levensfase

Verlagen van het bewustzijn

Het doel van palliatieve sedatie is het verlichten van het lijden van de patiënt. Het verlagen van het bewustzijn is een middel om dat doel te bereiken. Palliatieve sedatie is niet bedoeld om het leven te bekorten of te verlengen. Als gestart wordt met palliatieve sedatie zal de patiënt daardoor niet eerder overlijden. Belangrijk is dat palliatieve sedatie op de juiste indicatie en op de juiste wijze wordt toegepast.

Opzettelijk handelen

Soms is bewustzijnsverlaging van de patiënt een (onbedoeld) neveneffect van de behandeling. Dit is niet hetzelfde als palliatieve sedatie. Daarom maakt het begrip opzettelijk deel uit van de definitie van palliatieve sedatie.

Er is geen sprake van palliatieve sedatie als:

  • de patiënt in de gebruikelijke dosering medicijnen om te slapen of rustgevende medicijnen krijgt toegediend om onrust, angst of slapeloosheid te verminderen.
  • sedatie een onbedoelde bijwerking is van medicijnen zoals bij pijnbestrijding met morfine.

Handelen bij een patiënt in de laatste levensfase

Palliatieve sedatie is aan de orde als het overlijden van de patiënt binnen twee weken wordt verwacht.

Vormen van palliatieve sedatie

Er zijn twee vormen van palliatieve sedatie: de tijdelijke of intermitterende sedatie en de continue of diepe sedatie.

Tijdelijke sedatie / intermitterende sedatie

Bij de tijdelijke sedatie raakt de patiënt tijdelijk in meer of mindere mate buiten bewustzijn en krijgt hij een soort time-out. De patiënt kan weer worden “teruggebracht” om bijvoorbeeld contact te hebben met zijn naasten of om te controleren hoe de ziekte waaraan hij/zij lijdt zich ontwikkelt.

Continue sedatie / diepe sedatie

Bij de continue sedatie is sprake van continue vermindering van het bewustzijn (24 uur per dag). Deze sedatie wordt voortgezet tot het overlijden.

Diepte van de sedatie

De diepte van de sedatie kunnen we onderverdelen in drie niveaus:

  • Patiënt is wekbaar: reflexen zoals slikken en reactie op pijn en/of verzorging zijn intact.
  • Patiënt is moeilijk kort wekbaar door pijnprikkels. Basale ademhaling en luchtwegreflexen zijn wel aanwezig.
  • Patiënt is niet wekbaar.
  • Indicatie voor palliatieve sedatie

    De indicatie voor palliatieve sedatie wordt gevormd door het bestaan van één of meer onbehandelbare ziekteverschijnselen ook wel refractaire symptomen genoemd. Deze symptomen lijden tot ondraaglijk lijden voor de patiënt.

    Een symptoom is of wordt onbehandelbaar als geen van de gebruikelijke behandelingen (voldoende snel) effectief is en/of als deze behandelingen gepaard gaan met onaanvaardbare bijwerkingen.

    De meest voorkomende onbehandelbare symptomen zijn:

    ernstige pijn, dyspnoe (kortademigheid), heftige angst, ernstig delier (verwardheid) en acute situaties zoals massale bloedingen. Dit zijn symptomen die in de praktijk aanleiding geven om palliatieve sedatie in te zetten.

    Doel van palliatieve sedatie

    Het doel van palliatieve sedatie is het verlichten van het lijden. Met behulp van medicijnen wordt het bewustzijn verlaagd of weggenomen, waardoor de patiënt slaperig wordt of, in geval van diepe sedatie, in slaap valt.

    Door de palliatieve sedatie ontstaat rust, zowel lichamelijk als geestelijk.

    Door de palliatieve sedatie wordt het sterven niet versneld. Het sterven blijft een gevolg van de onderliggende ziekte.

    Een voorwaarde voor continue sedatie is dat het overlijden binnen twee weken wordt verwacht.

    Voorwaarden palliatieve sedatie

    Om over te kunnen gaan op palliatieve sedatie moet sprake zijn van:

  • Eén of meer refractaire symptomen (onbehandelbare ziekteverschijnselen)
  • Ernstig lijden
  • Verwachting van overlijden op korte termijn (binnen één tot twee weken)
  • Acute situaties zoals bloedingen of dreigende verstikking door een longbloeding
  • Overeenstemming met de wensen van de patiënt en/of naasten. Is de patiënt aanspreekbaar en wilsbekwaam dan is zijn/haar toestemming absoluut noodzakelijk
  • Indicatiestelling door een arts (voor het toedienen van sedatieve medicatie)
  • Coördinatie van de behandeling door de behandelend arts in nauwe samenwerking met de specialistisch verpleegkundige volgens vastgestelde afspraken
  • Voldoende deskundigheid van de betrokken hulpverleners
  • Mogelijkheden van toediening continue sedatie

    Starten met continue sedatie is een ingrijpende beslissing. Daarom dient dit uitgebreid besproken te worden met de patiënt, zijn naasten en verzorgenden. Om de patiënt hier goed op voor te bereiden, is het aan te bevelen om al in een vroeg stadium in het ziekteproces te spreken over palliatieve sedatie. Dit maakt het mogelijk om ook met elkaar te bespreken hoe het afscheid er uit moet zien.

    Wanneer de behandeling (continue palliatieve sedatie) eenmaal is ingezet, is de kans groot dat met elkaar praten niet meer mogelijk is. De patiënt hoort wellicht nog wel wat er in zijn/haar omgeving gezegd wordt, maar kan dit wellicht moeizaam begrijpen.

    Het is ook mogelijk een sedatie op bepaalde dagdelen te geven. De patiënt kan dan op de tijden dat hij/zij wakker is nog met zijn naasten praten, terwijl het lijden niet 24 uur per dag duurt.

    Soms ontstaat een noodsituatie, waarbij de arts, in het belang van de patiënt, snel moet handelen. Het is goed ook deze situaties van te voren met de arts te bespreken.

    Het besluit om sedatie toe te passen is een medische beslissing die gebonden is aan richtlijnen en zorgvuldigheidseisen. De arts bepaalt of sedatie toegepast kan worden en wanneer deze kan starten. Uiteraard kan een patiënt en/of zijn naaste wel vragen om de sedatie te starten.

    Heeft u eenmaal uw toestemming voor palliatieve sedatie gegeven dan bestaat altijd de mogelijkheid om op het besluit terug te komen.

    Voorbereiding palliatieve sedatie

    In overleg met de patiënt, zijn naasten, de behandelend arts en de verpleegkundige wordt een moment afgesproken waarop de sedatie start. Dit moment wordt vooral door de patiënt, indien mogelijk, bepaald. Als gestart wordt met de sedatie kan de patiënt in slaap vallen. Zorg er daarom voor dat de patiënt alles wat hij /zij wilde zeggen heeft gezegd en dat hij/zij afscheid heeft genomen.

    Als de patiënt gelovig is en bijvoorbeeld een ziekenzalving wil ontvangen, bediend wil worden of een gesprek wenst met een geestelijk verzorger dan dient dit vóór de sedatie te gebeuren.

    Hoe gaat palliatieve sedatie in zijn werk?

    Voor palliatieve sedatie zijn medicijnen nodig. De arts zoekt voor elke patiënt naar de juiste samenstelling en dosering. Het comfort van de patiënt bepaalt hoe ver het bewustzijn moet dalen. Het is lastig te voorspellen hoe lang het duurt totdat het lijden voldoende wordt verlicht. Soms lijkt een patiënt na een periode van diepe slaap toch weer wakker te worden. Even iets bewegen of trekken met het gezicht betekent niet altijd dat hij wakker wordt. Ondanks de palliatieve sedatie, kan een patiënt alsnog wakker worden. Volgens de huidige medische inzichten lijdt een patiënt niet meer als zijn bewustzijn sterk is verlaagd, ook al zijn er nog bewegingen of wordt de patiënt af en toe wakker.

    Toediening van de medicijnen vindt meestal plaats via een infuus of een onderhuids naaldje dat is aangesloten op een pompje dat voor continue toediening zorgt. De verpleegkundigen stellen de pomp in. Bepaling van de soort en dosering medicijnen bepaalt de arts. Meestal beoordeelt de arts de situatie dagelijks met de betrokkenen.

    Overige zorg

    Wanneer palliatieve sedatie wordt toegepast verkeert de patiënt in de laatste fase van zijn leven. Vaak eet en drinkt hij/zij nog maar heel weinig of helemaal niet meer. Het is niet zinvol en meestal zelfs ongewenst om kunstmatig vocht toe te dienen. Het lichaam vraagt er niet (meer) om. Wel is het goed om de mond te blijven verzorgen en vochtig te houden.

    Soms is het nodig medicijnen te blijven geven zoals pijnstillers. Uiteraard zal de lichamelijke verzorging voor zover mogelijk en gewenst gewoon doorgaan.

    Uitvoeren palliatieve sedatie

    Het in slaap brengen gebeurt met behulp van een slaapmiddel (midazolam), meestal in combinatie met een sterke pijnstiller (morfine). Pijn kan veroorzaakt worden door de ziekte, maar ook als gevolg van het stilliggen.

    Om de medicijnen te kunnen toedienen plaatst de verpleegkundige een infuusnaaldje of een onderhuids naaldje. Op dit naaldje wordt een pompje aangesloten met daarin de medicijnen. Soms kan besloten worden de pomp zo in te stellen dat het mogelijk is een extra “dosis” te geven. In de thuissituatie kan dit door familieleden gebeuren, in het ziekenhuis door de verpleegkundige.

    Nadat het naaldje en de pomp met medicijnen zijn geplaatst, zal de patiënt na verloop van tijd slaperig worden en uiteindelijk in slaap vallen. Het is de bedoeling dat klachten als benauwdheid, pijn en onrust afnemen. Soms is de patiënt niet direct of niet volledig in slaap. Dit is normaal, want niet iedereen reageert hetzelfde op de medicijnen. Een rustige omgeving is wel van belang. Het kan voorkomen dat de patiënt na een tijdje weer wakker wordt. Als de patiënt niet comfortabel is, kan de dosering van de medicijnen aangepast worden in overleg met de verpleegkundige en de arts.

    Veranderingen die kunnen optreden onder palliatieve sedatie

    Wanneer de patiënt in slaap wordt gebracht kan een aantal veranderingen optreden in de situatie. Deze veranderingen worden veroorzaakt door de medicijnen en de algehele situatie van de patiënt.

    • De patiënt gaat transpireren 

    dit kan veroorzaakt worden door de medicijnen. De patiënt kan geholpen worden door hem/haar regelmatig op te frissen met bijvoorbeeld een nat washandje.

    • Slapen met de mond open

    Dit vraagt een goede mondverzorging: de mond vochtig houden en de lippen invetten. De mond kan vochtig worden gehouden door met een nat gaasje de tong en wangen te bevochtigen en soms door kleine ijsschilfers in de wangzak te leggen. Ook met een verstuiver of plantenspuitje kan de mond nat gehouden worden. De lippen kunnen vet gehouden worden door een lippenstift met vaseline.

    • De ademhaling verandert

    Vaak gaat de patiënt dieper ademhalen. Soms wordt de ademhaling onregelmatig. Ook kunnen lange pauzes tussen de inademingen optreden. De oorzaak hiervan zijn de toegediende medicijnen en de rust die hierdoor is opgetreden. Ook maakt deze ademhaling deel uit van het stervensproces. Naast de onregelmatige ademhaling kan de ademhaling ook reutelend worden. Dat is een naar gehoor, maar heeft niets te maken met stikken of benauwdheid. De patiënt ondervindt hier zelf geen hinder van. Soms help het de patiënt in een andere houding te leggen bijvoorbeeld op een zij. Men kan hierover in gesprek gaan met de verpleegkundige.

    • Veranderingen in de urineproductie

    Omdat de patiënt minder of niet drinkt is er minder urineproductie. Wanneer dit nodig is kan incontinentiemateriaal aangebracht worden in de vorm van een onderlegger. Omdat de patiënt in slaap is, kan hij nauwelijks aangeven dat hij moet plassen. Soms wordt iemand onrustig doordat hij wil plassen, maar dat niet kan. Een blaaskatheter kan dan uitkomst bieden.

    • De patiënt wordt onrustig

    Dit kan ontstaan als de patiënt onvoldoende in slaap is of went aan de slaapmedicatie. Tekenen hiervan zijn: onrust in het gezicht, openen van de ogen en wakker worden, onrust van de ledematen zoals het ongecontroleerd bewegen van armen en benen. Wellicht moeten de medicijnen aangepast worden. Dit gebeurt in overleg met de arts en verpleegkundige.

    Tijdens verzorgende handelingen zoals het wassen kan de patiënt reageren door de ogen te openen of te kreunen. Meestal heeft de patiënt geen last van de verzorging. Als dit wel zo lijkt te zijn dient dit besproken te worden met de verpleegkundige. Eventueel kunnen de medicijnen dan aangepast worden.

    Uiteindelijk zal de patiënt in de slaap overlijden.

    Het verschil tussen palliatieve sedatie en euthanasie

    De termen palliatieve sedatie en euthanasie worden regelmatig door elkaar gebruikt. Toch betekenen zij niet hetzelfde. Euthanasie is geen palliatieve sedatie. Daarom is het goed deze begrippen hier nog eens langs elkaar te zetten:

    Palliatieve sedatie

    Het doelbewust verlagen van het bewustzijn van een patiënt, die zich in de laatste levensfase bevindt door het toedienen van sedativa (slaapmiddelen).

    Euthanasie

    Het opzettelijk levensbeëindigend handelen.

     

    Palliatieve Sedatie

    Euthanasie

    Doel

    Behandeling van refractaire symptomen

    Overlijden

    Natuurlijk overlijden

    Ja

    Nee

    Medisch handelen

    Normaal medisch handelen

    Bijzonder medisch handelen

    Indicatie

    Niet te verlichten symptomen die ondraaglijk lijden veroorzaken

    Uitzichtloos ondraaglijk lijden

    Toestemming patiënt

    Indien mogelijk

    Altijd (alleen bij duurzaam verzoek)

    Middelen

    Sedativa (slaapmiddelen)

    Barbituraten en spierrelaxantia

    Dosering

    Op basis van lijdensverlichting

    Snelle overdosering

    Uitvoering

    Arts en verpleegkundige

    Arts

    Reversibel (omkeerbaar)

    Ja, in principe

    Nee

    Verkort het leven

    Nee

    Ja

    Op grond van de verschillen tussen palliatieve sedatie en euthanasie moeten we vaststellen dat palliatieve sedatie in principe geen alternatief is voor euthanasie.

    Palliatieve sedatie wordt toegepast in de stervensfase, terwijl euthanasie ook buiten de stervensfase toegepast kan worden.

    Palliatieve sedatie: gevolgen voor de naasten?

    Als de dood nabij komt breekt vaak een moeilijke periode aan voor de naasten. De aanvang van de sedatie kan leiden tot een gevoel van opluchting en fysieke rust. Tegelijkertijd kan dit ook het moment zijn waarop men zich realiseert dat het overlijden van de patiënt zeer nabij is.

    Palliatieve sedatie kan ervaren worden niet alleen als een verlies van intimiteit en contact, maar ook als afscheid nemen.

    Onzekerheid kan ontstaan over de eigen rol in de indicatievorming en besluitvorming. Gevoelens van verlies en anticiperende rouw moeten uitgesteld worden omdat de patiënt nog leeft. Hierdoor kan onzekerheid, een gevoel van hulpeloosheid en afstand ontstaan. Daarnaast neemt de kans toe op stress, uitputting of burn-out bij de naasten.

    Soms duurt de palliatieve sedatie langer dan de naasten hadden verwacht. Belangrijk is dat hulpverleners hier adequaat op reageren door de naasten te ondersteunen en goede voorlichting en begeleiding te geven. Zo kunnen naasten betrokken blijven bij het hele proces zonder stress, angst of onduidelijkheid over de rolverdeling. Dagelijkse evaluatie van het comfort van de patiënt, organisatie, gevoelens en behoeften van de naasten en zo nodig bijstellen van het beleid kan uitputting en hulpeloosheid doen verminderen.

    Sommige mensen komen zelf niet uit de moeilijkheden. Naast steun van partner, kinderen en bekenden en de zorg van arts en verpleegkundigen hebben zij meer nodig om de situatie het hoofd te kunnen bieden. Sommigen hebben graag extra ondersteuning van een deskundige om stil te staan bij wat hun allemaal is overkomen. Zowel binnen als buiten het ziekenhuis kunnen zorgverleners zoals sociaal verpleegkundigen, maatschappelijk werkenden, psychologen of geestelijk verzorgers u extra begeleiding bieden.

    Uw huisarts kan adviseren over ondersteuning en begeleiding buiten het ziekenhuis.

    Vragen

    Als u informatie mist of vragen heeft, stel deze aan de verpleegkundige of arts op de afdeling.

    Betekenis moeilijke woorden

    1. Symptomen: Kenmerken of klachten.
    2. Symptoom: Kenmerk of klacht.

    Contact

    Opmerkingen

    Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid? Mail dit dan naar communicatie@viecuri.nl zodat we onze website begrijpelijker en toegankelijker kunnen maken.

    Disclaimer

    Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden; 

    Deze informatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. VieCuri streeft ernaar om deze informatie altijd zo actueel en volledig mogelijk aan te bieden. Toch kan het gebeuren dat de informatie niet compleet of verouderd is. Ook kan in uw situatie de aandoening of behandeling anders zijn dan op deze pagina staat. Daarom kunt u aan deze informatie geen rechten ontlenen.

    VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden in teksten, afbeeldingen en video’s. Ook niet als deze informatie niet goed is begrepen.

    Deze informatie kan verwijzen naar websites van andere organisaties. VieCuri heeft geen invloed op websites van andere organisaties. Ook is VieCuri niet verantwoordelijk en aansprakelijk voor de beschikbaarheid of de inhoud daarvan.