Het verlies van uw kind

Tijdens zwangerschap of bevalling

Voorwoord

Deze brochure is bedoeld voor ouders die hun kind tijdens de zwangerschap of rond de bevalling verliezen. Ook het afbreken van een gewenste zwangerschap omdat het ongeboren kind een ernstige aangeboren afwijking heeft of om andere medische redenen, wordt besproken. Zowel praktische als emotionele zaken komen aan bod.

Deze brochure bestaat uit twee delen:

Het eerste deel gaat over de periode kort na het overlijden van uw kind en bevat praktische informatie die voor u nuttig kan zijn in deze periode. Wij bevelen u aan om dit deel dan ook als eerste te lezen.

Het tweede deel gaat over de moeilijke periode die daarop volgt en als u weer thuis bent. U kunt dit gedeelte eventueel later lezen.

Noot: Een groot gedeelte van de tekst uit deze folder is overgenomen uit de folder “Verlies van een kind tijdens de zwangerschap of rondom de bevalling” van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). De teksten van de NVOG zijn aangevuld met specifieke informatie vanuit VieCuri.

Deel 1

Inleiding

Niets is aangrijpender dan de geboorte en de dood, het begin en het einde van het leven. Als een kind vóór de geboorte, tijdens de bevalling of kort daarna overlijdt, vallen deze gebeurtenissen samen. Dat gebeurt ook als een gewenste zwangerschap wordt afgebroken omdat het ongeboren kind een ernstige afwijking heeft.

Het overlijden van een kind is één van de meest ingrijpende soorten verlies waarmee een mens te maken kan krijgen, ook als het tijdens de zwangerschap of rond de bevalling gebeurt. Het verdriet om het overleden kind is eindeloos groot. Alle toekomstverwachtingen zijn plotseling verloren.

Veel zwangere vrouwen houden in de eerste drie maanden nog rekening met een miskraam, want ze weten dat de kans dat het daarna misgaat klein is. Vanaf de vierde maand wordt de zwangerschap dan ook steeds meer realiteit en durven de aanstaande ouders intenser te genieten. Toch overlijdt nog ongeveer één op de honderd kinderen tijdens het verdere verloop van de zwangerschap of rond de bevalling.

Enkele begrippen

Doodgeboorte

Doodgeboorte is de geboorte van een kind dat is overleden tijdens de zwangerschap (intra-uteriene vruchtdood) of rond de bevalling. Als blijkt dat het kind in de baarmoeder niet meer leeft, kunt u een spontane bevalling afwachten of kan de bevalling worden ingeleid, zodat het kind wordt geboren. Het afscheid nemen, wordt nu werkelijkheid.

Zwangerschapsafbreking na prenatale diagnostiek

Prenatale diagnostiek is onderzoek tijdens de zwangerschap naar mogelijke aangeboren afwijkingen bij het ongeboren kind. De redenen voor dit onderzoek, de verschillende soorten onderzoek en de keuzes die daarbij horen, worden beschreven in de brochure “Prenatale screening”.

Ouders die de moeilijke beslissing hebben genomen om de zwangerschap af te breken in verband met een ernstige aandoening of afwijking van hun ongeboren kind, verliezen daarmee meestal een zeer gewenst kind. Het verdriet en de verwerking van het verlies zijn vergelijkbaar met dat van ouders van wie het kind ‘spontaan’ levenloos geboren wordt of kort na de bevalling overlijdt. Daarom wordt in deze brochure geen verschil gemaakt tussen deze situaties.

Het slechte nieuws

De mededeling

Vaak komt het slechte nieuws als een donderslag bij heldere hemel. Bij de zwangerschapscontrole blijkt de arts of verloskundige de hartslag van het kind niet te kunnen vinden. Soms is er een periode van minder leven geweest, of had u het gevoel dat er iets niet in orde was. Echoscopisch onderzoek laat dan zien dat het hartje inderdaad niet meer klopt.

Ook slecht nieuws, zoals de uitslag van prenataal onderzoek, komt vaak onverwacht. Al werd het onderzoek gedaan in verband met een verhoogd risico op een kind met een erfelijke aandoening of aangeboren afwijking, de meeste aanstaande ouders gaan er (meestal terecht) van uit dat de uitslag wel gunstig zal zijn.

Voor iedereen is de mededeling een heel grote schok. In een gesprek met een arts krijgt u, voor zover mogelijk, meteen informatie over de mogelijke oorzaak van het overlijden. Vaak is de oorzaak niet meteen vast te stellen en kan er verder onderzoek worden verricht om aanwijzingen te vinden voor de doodsoorzaak. Bij een ongunstige uitslag van prenatale diagnostiek gaat de arts in op de gevonden afwijkingen en de gevolgen daarvan. Daarnaast zal de gang van zaken bij de bevalling worden besproken.

Het horen van het slechte nieuws roept uiteenlopende gevoelens op. De eerste reactie is er vaak een van ongeloof. Sommige ouders bevinden zich in een soort shocktoestand, alsof ze verdoofd of verlamd zijn: zij kunnen of willen zich niet realiseren dat het kind inderdaad dood is of een ernstige afwijking heeft. Dit is een onbewuste bescherming tegen al te grote ellende. Anderen voelen misschien meteen boosheid en opstandigheid of voelen zich schuldig tegenover het kind of hun partner.

Hoe verder?

Als er geen medische reden bestaat voor een directe ziekenhuisopname, kunt u wachten tot de bevalling spontaan op gang komt. Hoe lang dit duurt, is meestal moeilijk te voorspellen: soms gebeurt het na een paar dagen, maar het kan ook een paar weken duren. Een andere mogelijkheid is het op gang brengen (inleiden) van de bevalling. Voordat dit gebeurt, krijgt u vaak het advies nog enige tijd naar huis te gaan. Zo krijgt u de kans de eerste schok zo goed mogelijk te verwerken in uw eigen omgeving. U kunt beslissen wie u alvast wilt informeren: ouders, uw eventuele oudere kinderen, verdere familie, vrienden of bekenden. Ook kunt u met hen bespreken welke hulp of steun u op prijs stelt. Meestal zijn er ook een aantal praktische zaken te regelen, zoals uw werkzaamheden buitenshuis of de opvang van andere kinderen. Het is verstandig ook de huisarts in te lichten (of de verloskundige of gynaecoloog te vragen dit te doen).

De eerste tijd na het slechte nieuws is vaak onwezenlijk. In uw lichaam verandert er meestal niets. Sommige vrouwen hebben het gevoel dat het kind toch nog beweegt. Veel vrouwen voelen zich dan ook door hun lichaam in de steek gelaten. “Waarom heeft mijn lichaam niet laten merken dat er iets mis was?”

Als u gaat bevallen wordt u opgenomen op de verlosafdeling en zal de bevalling begeleid worden door een verpleegkundige, een verloskundige, een gynaecoloog en/of een arts-assistent (dit is een arts in opleiding tot gynaecoloog).

De bevalling

Waarom geen keizersnede?

De eerste (zeer begrijpelijke) reactie meteen na het slechte nieuws is vaak de vraag om ‘zo snel mogelijk het kind eruit te halen’, het liefst via een keizersnede. Het idee om een dood kind te dragen of een ‘gewone bevalling’ te moeten doormaken, is vaak ondraaglijk.

Medisch gezien is een onnodige operatie niet verantwoord. De ervaring leert dat een bevalling via de natuurlijke weg belangrijk is voor het rouwproces. De geboorte beleeft u als werkelijkheid en niet als iets wat u vaag overkomt. Sommige moeders houden aan de bevalling ook het gevoel over écht iets voor hun kind gedaan te hebben. Heel soms zien moeders/ouders toch erg op tegen een bewust meegemaakte bevalling. Bespreek uw zorgen met uw behandelend arts(-en) en eventueel andere hulpverleners, zoals de spiritueel zorgverlener.

In het ziekenhuis

Als de bevalling uit zichzelf begint, als u besluit tot een inleiding of als er een medische noodzaak bestaat, wordt u in het ziekenhuis opgenomen. Een thuisbevalling is niet meer mogelijk, ook als de weeën spontaan zijn begonnen. U bevalt in een kamer of suite van het Geboortecentrum. De verloskundige of gynaecoloog zal uw bevalling begeleiden.

U krijgt een eenpersoons kamer of suite, waar uw partner ook bij u kan zijn en kan blijven slapen. Er is, zoveel mogelijk, een vaste verpleegkundige, verloskundige/arts-assistent bij u, die u begeleidt en verzorgt. Zij bespreken ook met u wat u graag wilt als het kind is geboren. Er wordt samen met u en uw partner/familie een wensenlijst doorgenomen.

Inleiden van de bevalling

Als het nodig is de weeën op te wekken, dan gebeurt dit door middel van een infuus met medicijnen (prostaglandine) of met vaginale tabletten (misoprostol/mifegyne). Meestal vindt de bevalling binnen 24 uur plaats, maar twee dagen wachten is niet ongebruikelijk. Vooral bij een korte zwangerschapsduur kan het een enkele keer nog langer duren. Dit betekent niet dat u de hele tijd pijnlijke weeën heeft. Vaak duurt het een tijd voor ze op gang komen. Dit komt omdat uw lichaam nog niet klaar is om te bevallen Bij een ingeleide bevalling met prostaglandinen of Misoprostol verloopt de ontsluiting (het opengaan van de baarmoedermond) vaak anders dan bij een gewone bevalling. Lange tijd lijkt er nauwelijks iets te gebeuren, en dan vrij plotseling is er sprake van volkomen ontsluiting en persdrang en wordt uw kind geboren. Niet zelden blijft na afloop de placenta (moederkoek) in de baarmoeder vastzitten, zeker als de zwangerschap nog niet zo ver gevorderd was. De gynaecoloog verwijdert dan de placenta tijdens een (korte) narcose op de operatiekamer.

Meer informatie vindt u in de brochure “Het inleiden van de bevalling”.

Pijnstilling

U kunt pijnstillende middelen krijgen als u daarom vraagt. Het is belangrijk dat u zelf op tijd aangeeft wanneer de pijn te hevig wordt. Er zijn verschillende middelen om de pijn te verlichten. Ook bestaat de mogelijkheid van een ruggenprik (epidurale of peridurale anesthesie). Het onderste deel van uw lichaam wordt verdoofd, maar u maakt de bevalling bewust mee. Ook kunt u kiezen voor een pijnstillend middel (remifentanyl, een morfinepreparaat) dat via een infuus continu wordt toegediend en waarbij u, als u dat nodig hebt, zelf met een drukknopje extra doses van deze pijnstiller kunt toedienen. Meer informatie vindt u in de folder “Pijnbestrijding tijdens de bevalling”.

Rol van de partner

De partner maakt de bevalling ook mee. Partners voelen zich soms overbodig, onzeker en ook machteloos. Naast hun eigen verdriet moeten zij toezien hoe hun geliefde pijn lijdt. Het is belangrijk dat ook zij hun emoties tonen en delen. Het is goed om te weten dat elke ouder op zijn eigen manier rouwt en hier ook de ruimte voor moet krijgen. Alleenstaande vrouwen kunnen een dierbaar familielid, vriend of vriendin meenemen.

Overlijden van uw kind tijdens de bevalling of kort daarna

De dood van een kind tijdens de bevalling is, net als het overlijden tijdens de zwangerschap, een onverwachte gebeurtenis. Soms is de zwangerschapsduur te kort, en is het kind niet levensvatbaar. In andere gevallen is er sprake van een medische complicatie die niet goed te voorzien of te voorkomen was. Als de zwangerschap voorspoedig verliep, is dat wel het laatste wat u verwacht had. Het verdriet is even groot als bij het overlijden van een niet-geboren kind.

Het contact met uw overleden kind

Kennismaken en tegelijkertijd afscheid nemen: er is geen situatie te bedenken waarbij dit meer speelt dan bij de geboorte van een overleden kind. U heeft maar weinig tijd om beelden en herinneringen vast te leggen. De hulpverleners in het ziekenhuis zullen u hierbij helpen en steunen.

Het zien en vasthouden van uw overleden kind is een van de mogelijkheden om een zo goed en duidelijk mogelijk beeld van uw kind te krijgen. Ook als uw kind zichtbare afwijkingen heeft, kunt u het vasthouden of aanraken. Het is belangrijk om hier van te voren goed over na te denken en te praten. U kunt dan aangeven wat u wil. Essentieel is dat u als ouders, in deze moeilijke omstandigheden die beslissingen neemt die op dat moment “goed” aanvoelen en waarvan er de minste kans bestaat dat u er later spijt van krijgt. Het is belangrijk uw gevoel te volgen. Het is aan te raden dat uw andere kinderen en enkele dierbaren uw kind ook zien. U kunt er later dan gemakkelijker over praten.

Misschien heb je vooraf een voorstelling gemaakt hoe het zal zijn . Vaak is de werkelijkheid minder heftig dan verwacht.

De meeste ouders vinden dat hun kind er in werkelijkheid mooier uitzag dan zij hadden verwacht. Dat het kind bijvoorbeeld haartjes en nageltjes heeft, maakt diepe indruk en ontroert zeer. Veel ouders genieten ervan in het kind gelijkenissen te zoeken met zichzelf of hun eventuele andere kinderen. Vaak leidt dit ondanks het grote verdriet tot een gevoel van trots.

Als een kind enkele dagen overleden is, laat de huid los (maceratie). Ook de schedel is dan vaak erg slap.

Soms is het bij het afbreken van een gewenste zwangerschap belangrijk dat u ziet dat de voorspelde afwijkingen er ook echt zijn en dat u dus een ‘goede’ beslissing heeft genomen.

Rouw en gevoelens

Iedereen maakt in zijn leven verliesmomenten mee. Alhoewel de zwaarte en de omstandigheden ervan verschillen, gaan ze altijd gepaard met gevoelens van rouw en verdriet. De verschillende gevoelens die u kunt hebben, zijn niet alleen kort na het slechte nieuws aanwezig, maar komen ook later nog vaak voor.

Ongeloof, ontkenning, verdoving

De meest gehoorde reactie van ouders wanneer zij te horen krijgen dat hun kind overleden is of een ernstige afwijking heeft, is: ‘Dat kan niet waar zijn!’, ‘Dat overkomt óns toch niet?’ Ouders willen en kunnen zich niet realiseren dat dit kind niet meer leeft, niet levensvatbaar is of een zeer ernstige afwijking heeft. Dit gevoel van ongeloof en ontkenning, dat nogal eens gepaard gaat met een gevoel van grote leegte, duurt meestal kort maar kan ook dagen of weken blijven bestaan.

Zoeken naar een schuldige; woede en protest

Ouders zoeken vaak een schuldige voor de dood van hun kind. Dat kan om het even wie zijn: de arts, de verloskundige, hun partner, de werkgever, maar ook het kind of zijzelf. Ook kan hun boosheid zich richten op een hogere macht (God, het Noodlot). De vraag naar het ‘waarom’ staat dan op de voorgrond. Ouders zoeken oorzaken voor de slechte afloop. Niet zelden hebben vooral vrouwen een gevoel van schuld of tekortschieten. Het is heel belangrijk deze gevoelens te uiten bij vrienden, familie en hulpverleners: dat lucht vaak op.

Hevig verdriet

Bijna alle ouders hebben hevig verdriet met gevoelens van wanhoop en leegte. Ze zijn heel erg bezig met het beeld van het dode kind en met het verlies van alle toekomstverwachtingen. Toch zijn de emoties van hevig verdriet een gezond, natuurlijk en noodzakelijk onderdeel van het rouwen. Niet zelden treden ook lichamelijke of psychische klachten op; ze worden ook in deze brochure beschreven. Verdriet steekt vaak ook later weer de kop op, zoals bij de uitgerekende geboortedatum, bij de ‘verjaardagen’ van het overlijden, of bij de geboorte van een kind in de nabije omgeving.

Het verloop van het rouwproces

Het verlies van een dierbare en zeker van een eigen kind vraagt meestal een lange en intensieve rouwperiode. Verdriet uit zich bij ieder mens verschillend; er bestaat geen algemene manier van rouwen. Het is belangrijk dat u dit verdriet bij uzelf toelaat, het durft te ervaren en het met elkaar en met anderen uit uw nabije omgeving deelt.

Dit alles heeft tijd nodig. Eerst moet u de realiteit van het verlies aanvaarden. De pijn zal eerst heel hevig zijn, maar gaandeweg aan scherpte verliezen. Langzamerhand krijgt uw kind een eigen plaats en u kunt het geleidelijk loslaten. Er komt weer ruimte voor andere mensen, andere bezigheden en plannen voor de toekomst.

Deel 2

Herinneringen

Foto’s

Misschien vindt u het maken van foto’s van uw overleden kind aanvankelijk een raar of eng idee. Toch leert de ervaring dat het goed is foto’s te maken. Uw doodgeboren kind blijft voor u altijd een kind dat echt bestaan heeft. Foto’s zijn de meest tastbare en kostbare herinneringen. 

Er worden meestal foto’s gemaakt met een fotocamera van de afdeling. Deze foto’s worden zo nodig digitaal opgeslagen in het dossier van de moeder en u krijgt een USB stick met de foto’s mee naar huis. Toch is het verstandig zelf ook een fototoestel mee te nemen. Hier kunnen we ook foto's mee maken. 

Bij een zwangerschap vanaf 12 weken kan stichting “Still” ingeschakeld worden en bij een zwangerschap van meer dan 23 weken kan ook stichting “Make a Memory” ingeschakeld worden om een gratis fotoreportage te komen maken. De foto’s krijgt u later thuis gestuurd via een usb stick of via een downloadlink. Zo zijn de foto’s altijd beschikbaar ook als u ze op een later moment toch graag wilt hebben.

Andere tastbare herinneringen

De verpleegkundige kan als de conditie van het kindje dit toelaat hand en/of voetafdrukjes maken. Het kleine handje of voetje wordt gekleurd met een stempelkussen en dan op een kaartje gedrukt.  Deze afdrukjes worden vaak verwerkt in een herinneringsboekje. Wij geven u ook een herinneringsdoos mee naar huis, hierin kunt u ook andere tastbare herinneringen aan uw kind bewaren.

Als u ander wensen heeft voor het maken van tastbare herinneringen, zijn deze altijd bespreekbaar. Denk aan gips- of klei afdrukken van een handje/voetje.

Veel ouders maken een herinneringsboek over hun kind. Daarin komen alle tastbare herinneringen, brieven of kaarten, eventueel een dagboek, tekeningen van andere kinderen of nog meer. 

Als u wilt, kunt u zelf voor kleertjes, een knuffeltje en/of een omslagdoek(je) zorgen.  Ook kunt u, als u dat wilt, zelf voor een mandje of kistje zorgen. Het is belangrijk uw gevoel te volgen. Op de afdeling hebben we ook de beschikking over koestermandjes om uw kind(je) in te leggen. Deze kunnen we u kosteloos aanbieden. 

Een naam

Naast de foto’s, de afdrukjes en eventuele andere tastbare herinneringen is het aan te bevelen om uw kind een naam te geven. Zo voorkomt u dat u achteraf over ‘het’ of over ‘de baby’ moet praten. Met een naam wordt het kind ook voor mensen uit uw omgeving echt uw zoon of dochter. Sommige ouders geven de naam die zij gekozen hadden, anderen bewaren deze naam voor een volgend kind. Zij geven het overleden kind soms een symbolische naam of de naam die zij voor het ongeboren kind gebruikten.

Voor de wettelijke bepalingen met betrekking tot naamgeving; zie hoofdstuk 9.

Rituelen en herdenken.

Een ritueel, wat is dat?’ vroeg de Kleine Prins

‘Dat is iets dat veel te vaak vergeten wordt’, zei de Vos. ‘Het is dat wat de ene dag anders maakt dan de andere dag, het ene uur heel verschillend van de andere uren.

Uit: De Kleine Prins, Antoine de Saint Exupéry.

Geloofsovertuiging

Als uw kind levenloos wordt geboren, of kort na de geboorte is overleden is er ook ruimte voor rituelen die horen bij uw geloofsovertuiging. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk uw kind te laten dopen. Dit kan door de pastoor van uw eigen parochie of de predikant van uw eigen gemeente op een voor u meest geschikt moment. Ook andere vormen van rituelen passend bij uw geloofsovertuiging zijn bespreekbaar, zoals rituele wassing.

Gedenken

Een wezenlijk onderdeel van rouwen is gedenken. Om gedenken gestalte te geven binnen VieCuri hebben we in het Stiltecentrum een monument voor overleden kinderen, waar eenieder, groot en klein in alle rust de kinderen kan gedenken. Bij het monument is er gelegenheid om een lichtje op te steken. Het monument “Omarming” draagt bij aan een blijvende herinnering aan alle kinderen, van wie afscheid is genomen, maar die voortleven in de harten van velen.

Samen met alle hulpverleners die bij de zorg voor kinderen betrokken zijn, organiseert de spiritueel zorgverlener van VieCuri, 2 x per jaar een herdenkingsbijeenkomst in het Stiltecentrum. U ontvangt hiervoor een persoonlijke uitnodiging. De herdenking is een moment voor ouders, familie en vrienden van de overleden kinderen, om samen met medewerkers van het ziekenhuis, erbij stil te staan, dat deze kinderen ondanks de goede zorg niet konden blijven leven. Het is een aanbod van betrokken medewerkers aan de ouders, familie en vrienden van de overleden kinderen.

De spiritueel zorgverleners

Binnen de Dienst Geestelijke Verzorging is een spiritueel zorgverlener werkzaam met specialisatie ‘Moeder en Kind’. Een specifiek onderdeel van zijn werk is volwassenen en kinderen begeleiden bij rouw en verlies door zo goed mogelijk aan te sluiten bij de behoeften en wensen van ouders, broertjes, zusjes en verdere familie/naasten. We bieden een ieder de ruimte om op eigen wijze afscheid te nemen, apart of gezamenlijk, eventueel met gebruik van rituelen.

Juist kinderen staan open voor rituelen en we kunnen broertjes en zusjes erbij betrekken door bijvoorbeeld lichtjes te laten aansteken of een (zelfgemaakt) verhaal of gedicht te laten voorlezen.

Als u behoefte heeft aan ondersteuning of begeleiding kunt u via de verpleging een beroep doen op de desbetreffende spiritueel zorgverlener verzorger.

Onderzoek naar de doodsoorzaak

Soms is bloedonderzoek helpend bij het achterhalen van de mogelijke doodsoorzaak. Soms kunnen er kweken worden afgenomen van de moeder, het kind en de placenta.

Ook is er de mogelijkheid voor een MRI en/of obductie (sectie). De MRI kan alleen worden gemaakt in het MUMC, het ziekenhuis van Maastricht. Uw kind zal dan daar naar toe worden gebracht. Dit kunt u als ouders zelf doen of via een begrafenisondernemer en soms via het ziekenhuis. Aan dit onderzoek zitten kosten verbonden, deze worden niet altijd vergoed door de zorgverzekeraar. 

Bij een obductie onderzoekt een arts (patholoog) de doodsoorzaak of de afwijkingen van uw kind. Dit kan meestal in VieCuri. Soms wordt ervoor gekozen om deze obductie in het MUMC te laten doen. De gynaecoloog of kinderarts bespreekt dit met u. Misschien schrikt u van de gedachte dat in uw kind wordt gesneden. Maar net als na een operatie wordt de snede netjes gehecht. Een onderdeel van de obductie waarvoor apart toestemming wordt gevraagd, is de schedelsectie. Hierbij kijkt men of er afwijkingen in de hersenen aanwezig zijn. Dit onderzoek is in sommige situaties van belang en wordt afzonderlijk met u besproken.

Daarnaast kunnen weefsels of organen bewaard worden voor onderwijsdoeleinden. Dit gebeurt alleen met uw toestemming.

Na de obductie kunt u of de begrafenisondernemer uw kind ophalen en voorbereiden voor opbaring en/of begrafenis/crematie.

Vaak wordt ook de placenta onderzocht, om te kijken of hier mogelijke afwijkingen te zien zijn met het blote oog en onder de microscoop. Een ander onderzoek dat ter sprake kan komen, is chromosoomonderzoek . Chromosomen zijn dragers van erfelijke informatie; ze bevinden zich in de celkernen. Bij een levend kind kunnen chromosomen uit het vruchtwater bepaald worden. Na een vruchtdood is chromosoomonderzoek uit vruchtwater nogal eens moeilijk of onmogelijk omdat de cellen en chromosomen zich in het laboratorium onvoldoende vermenigvuldigen. Dan kunnen chromosomen uit de navelstreng worden onderzocht.

Dit onderzoek gebeurt alleen als u daar in toestemt en als de gynaecoloog dit zinvol vindt. U moet er rekening mee houden dat bij weefselonderzoek na een vruchtdood het niet altijd lukt om chromosomen te laten groeien.

De bevindingen van het obductieonderzoek en het eventuele chromosoomonderzoek kunnen u helpen bij het verwerkingsproces. Soms zijn uitkomsten belangrijk voor de kans op herhaling in een volgende zwangerschap. Het onderzoek kan ook bijdragen aan de wetenschap.

Het is uw beslissing of u toestemming geeft voor obductie- en/of chromosoomonderzoek. Als u er bezwaar tegen heeft, respecteert iedereen dat.

Bij doodgeboorte wordt vaak geen duidelijke oorzaak voor de sterfte gevonden. Bloedonderzoek, obductie en eventueel chromosoomonderzoek geven dan geen afwijkende bevindingen. Dit geeft gemengde gevoelens: aan de ene kant is er opluchting omdat het kind gezond was; meestal is er dan geen verhoogd risico op herhaling. Aan de andere kant blijft de pijnlijke werkelijkheid van een ‘zinloze’ dood van een gezond kind bestaan.

Wat gebeurt er verder?

Opbaring

Na de geboorte van uw kind kan het zijn dat u nog enkele uren tot dagen in het ziekenhuis verblijft. Dit is helemaal afhankelijk van hoe u zich voelt, hoe de bevalling is gegaan en of er nog onderzoeken gedaan moeten worden.

Op de afdeling zijn diverse methoden van opbaring mogelijk:

Watermethode

De watermethode is een manier om een overleden kind te bewaren tot het moment dat het begraven of gecremeerd wordt. De methode is vooral geschikt voor overleden kindjes tot ongeveer 24 weken oud, vanwege de kwetsbare huid. Maar kan worden toegepast worden bij overleden kinderen van elke zwangerschapsduur. Door het overleden kind meteen na de geboorte in koud kraanwater te leggen, wordt verweking en vervorming voorkomen. De natuurlijke omgeving van het kind was het vruchtwater. Wat is logischer dan het overleden kind na de geboorte weer terug te brengen in zijn natuurlijke omgeving. 

De voordelen van deze methode zijn:

  • minder snelle verkleuring van het kind; de huid wordt lichter, ook als de foetus al donker verkleurd was bij de geboorte
  • het kind behoud langer zijn natuurlijke vorm; er treedt geen vervorming op
  • het kind neemt de natuurlijke houding aan, de zogenaamde foetushouding
  • de huid neemt wat water op waardoor het kind er mooier uit gaat zien, iets “molliger”. Vooral de handjes en voetjes zien er vaak mooi uit
  • het kind kan aangeraakt worden zonder het te beschadigen
  • de huid beschadigd niet door aan- en uitkleden, in- en uit bakje of dekentje halen
  • evt. aangeboren afwijkingen bij het kind zijn beter zichtbaar
  • ouders kunnen rustig afscheid nemen
  • ouders of (ziekenhuis)fotograaf kunnen mooiere foto’s maken van de foetus
  • het kind tonen aan familie en vrienden is makkelijker omdat het kind er mooi uit ziet.

Meer informatie vindt u op www.watermethode.nl1.

Opbaring in bedje, mand, in omslagdoek of omslagster

Afhankelijk van de grootte van het kind kan het in een babybed of -mand opgebaard worden. In eigen kleding (grotere kinderen) of in een omslagdoek.

Vaak leggen wij uw kind op een koelelement of speciale kleine koelplaat om verkleuring van de huid en ontbinding van het lijfje af te remmen. Deze koeling is mogelijk bij u op de kamer.

Bewaren in speciale koelkast

Op de afdeling hebben wij een speciale koelkast voor het koelen van kleine overleden kinderen. Het voordeel is dat u ten allen tijde uw kind weer bij u op de kamer kunt nemen.

Opbaring in rouwkamers

Als u uw kind niet bij u op de kamer wilt houden, én het kind te groot is voor de speciale koelkast, dan wordt uw kind in de koelruimte van Monuta gebracht. U kunt hier op afspraak naar uw kind toe kunt gaan, of een medewerker van Monuta brengt uw kind naar u toe op de kamer. U kunt ook afspraken maken met een begrafenisondernemer naar eigen keus. Aan de rouwkamers/koelruimte en eventuele afspraken van Monuta zijn kosten verbonden. 

Begrafenis of crematie

Er zijn 3 mogelijkheden: (zie ook hoofdstuk 9; Wettelijke bepalingen)

1. Een begrafenis of crematie in eigen omgeving. De meeste ouders kiezen hiervoor. Deze gebeurtenis helpt vaak bij de verwerking van uw verdriet: u kunt zo afscheid van uw kind nemen op een manier die bij u past. 

Het is goed te weten dat de wet verplicht dat een kind dat na een zwangerschapsduur van 24 weken of meer wordt geboren, begraven of gecremeerd moet worden. Bij een zwangerschapsduur van minder dan 24 weken, mag u zelf beslissen of het kind begraven of gecremeerd wordt. Als een kindje wordt geboren bij een zwangerschapsduur van minder dan 24 weken maar meer dan 24 uur heeft geleefd, dan is begraven of cremeren wel verplicht.

2. Een overleden kind, geboren na een zwangerschapsduur minder dan 24 weken, kunt u ook in het ziekenhuis laten (behalve als het langer dan 24 uur geleefd heeft). Het ziekenhuis zorgt dan voor een kosteloze crematie via de afdeling Pathologie.

U kunt daar niet bij aanwezig zijn en u weet ook niet wanneer de crematie plaatsvindt. De tijd tussen de bevalling en de crematie is doorgaans enkele weken tot maanden. Meestal worden meerdere kinderen tegelijkertijd gecremeerd. Daarom is het ook niet mogelijk om achteraf wat as te krijgen.

De crematie vindt altijd plaats in het crematorium “Blerickse Bergen”. Via de afdeling pathologie wordt u 30 dagen na de crematie (dit is wettelijk zo vastgelegd) geïnformeerd over wanneer de verstrooiing van de as heeft plaatsgevonden.

3. In enkele gevallen kunt u uw kind ook in het ziekenhuis laten en het ‘aan de wetenschap’ afstaan. Enkele ouders maken welbewust deze keuze om het gevoel te hebben dat het te korte bestaan van hun kind, zo nog zinvol is voor onderzoek en daarmee voor toekomstige zwangeren. Als u dit wenst kunnen we navraag voor u doen of dit mogelijk is. Het is wel belangrijk u te realiseren dat het afscheid nemen van uw kind door een begrafenis of crematie dan niet meer kan.

Uit onderzoek blijkt dat geen enkel ouderpaar achteraf spijt heeft over een eigen begrafenis of crematie. Heel soms hebben ouders achteraf wel eens spijt van een crematie door het ziekenhuis.

Uw kind mee naar huis?

U kunt uw kind mee naar huis nemen tot de dag van de begrafenis of crematie. De wet verbiedt dit niet. Het vervoer mag met uw eigen auto gebeuren. U krijgt dan een verklaring van levenloze geboorte of overlijden mee van de arts mee. Het kind kunt u in uw armen houden of in een reiswiegje vervoeren.

Vaak geeft het een goed gevoel om het kind een tijdje in de babykamer te hebben, in het wiegje dat met zoveel liefde was klaargemaakt. Zo kunnen ook mensen uit uw omgeving ervaren dat dit kind, ook al is het overleden, écht deel uitmaakt van uw gezin. De begeleiding van een uitvaartverzorger kan gewenst zijn, maar is niet verplicht. Wel kan deze u vertellen en u mee ondersteunen in de mogelijkheden om uw kind thuis op te baren met koelelementen, koelplaat of door lichte balseming van het lichaam. 

Als u uw kind niet mee naar huis neemt, wordt het opgebaard in de rouwkamer van het ziekenhuis of van de uitvaartverzorger van uw eigen keus.

Het afscheid

Als u besluit tot een begrafenis of crematie kan een uitvaartverzorger dit voor u regelen, maar u kunt ook zelf contact opnemen met de beheerder van een begraafplaats of crematorium. De kosten zijn dan lager, maar er is wel heel wat te regelen.

Hoe zal het afscheid plaatsvinden

Wilt u samen als ouderpaar alleen zijn of ook anderen uitnodigen? Wilt u een plechtigheid met muziek, toespraken, gedichten lezen en andere rituelen of wilt u het zo eenvoudig mogelijk houden? Bent u gelovig? Wilt u een kerkelijk afscheid? Voor steun en adviezen kunt u een pastoor, dominee, imam, humanistisch raadsman of andere geestelijk verzorger inschakelen. Misschien vraagt u zich af of u uw andere kinderen moet meenemen. Dit is wel aan te raden om ze hierin te betrekken, hoe jong ze ook zijn. Het helpt hen het verlies van een broertje of zusje als werkelijkheid te beleven en het verlies te verwerken. Meer informatie leest u verderop onder het kopje “De andere kinderen in uw gezin”.

Uw kind hoeft niet in een kistje te worden begraven; het mag ook in een rieten mandje, een mooie doos of doek of iets wat u zelf heeft gemaakt.

Geboorte-/overlijdenskaartje en/of advertentie

Zeker bij een vergevorderde zwangerschap rekenen mensen op een geboortekaartje. Als dat niet komt, roept dat nogal eens pijnlijke vragen of opmerkingen op. Daarom is het verstandig te laten weten dat uw kind levenloos “stil” geboren is via een (geboorte)kaartje of evt. een overlijdensadvertentie.  U kunt kaartjes laten maken met een afdruk van het handje of voetje erop, met een tekening van andere kinderen of met een tekst die u al in gedachten had. 

Het overlijden van één kind van een tweeling (of meerling)

Bent u in verwachting van een tweeling (of meerling) en verliest u een van de kinderen, dan is dit erg verwarrend en pijnlijk. Rouwgevoelens zijn niet minder dan bij het verlies van een eenling. Vreugde en verdriet lopen door elkaar. De ouders voelen zich vaak schuldig tegenover het overleden kind als zij gelukkig zijn met het levende kind of andersom, een gevoel van schuld tegenover het levende kind als zij verdriet hebben over de verloren baby. Deze emoties gaan niet in enkele dagen over. Steun van familie en vrienden kan snel wegvallen omdat iedereen alle aandacht op het gezonde levende kind richt. Probeer als het mogelijk is ook foto’s van de kinderen samen te maken.

Kosten

Als men een uitvaartverzorger inschakelt, variëren de kosten voor crematie of begrafenis zeer sterk. Als u zelf alles regelt, kan het bedrag lager zijn. In sommige begrafenisverzekeringen zijn ook begrafenis- of crematiekosten voor een doodgeboren kind (gedeeltelijk) meeverzekerd. Ook wanneer slechts één van de ouders verzekerd is. Meestal wordt hiervoor een zwangerschapsduur van minimaal 20-24 weken aangehouden. Het is goed om hiervoor navraag te doen bij u begrafenisverzekering. 

Wettelijke bepalingen

Uw kind is geboren na een zwangerschapsduur van  24 weken (of korter dan 24 weken, maar heeft langer dan 24 uur geleefd)

Elk kind dat levenloos wordt geboren na een zwangerschapsduur van 24 weken moet worden aangegeven bij de Burgerlijke Stand van de gemeente waar de bevalling plaatsvond. De Wet op de Lijkbezorging van 1991 bepaalt dat er dan een ‘Akte van een levenloos geboren kind’ wordt opgemaakt. Het ziekenhuis geeft een verklaring af waaruit blijkt dat het kind levenloos geboren is.

Als de baby na de bevalling nog geleefd heeft en daarna is overleden, wordt bij de aangifte zowel een geboorte- als een overlijdensakte opgemaakt. Het blijkt dat dit bij de Burgerlijke Stand soms problemen oplevert, omdat ambtenaren niet goed op de hoogte zijn van deze regel.

Als de vader zich daar emotioneel toe in staat voelt, kan hij zelf aangifte doen. Soms geeft dit hem steun. Ook iemand anders die aanwezig was bij de bevalling kan aangifte doen; tevens kan het ziekenhuis of de uitvaartverzorger dit voor u doen.

Voor kinderen die na 24 weken doodgeboren zijn, geldt een wettelijke begraafplicht. De Burgerlijke Stand geeft schriftelijk een ‘Verlof tot begraven of cremeren’.

Uw kind is geboren vóór een zwangerschapsduur van 24 weken (doodgeboren of heeft korter dan 24 uur geleefd)

De Wet op de Lijkbezorging is hier niet van toepassing. Er zijn geen regels; niets is verplicht of verboden. Meestal kunt u als u dat wilt het kind toch officieel aangeven. U mag als ouders zelf, onafhankelijk van de duur van de zwangerschap, uw kind bijschrijven in uw trouwboekje. U hoeft hiervoor niet naar de Burgerlijke Stand.

Steeds vaker wordt een kind begraven of gecremeerd ook na een korte zwangerschapsduur. Hulpverleners ondersteunen deze keuze. De burgemeester kan toestemming tot begraving of crematie afgeven, maar nodig is dit niet. De beheerder van de begraafplaats of het crematorium heeft wel een verklaring van een arts nodig waaruit blijkt dat uw overleden kind geboren is vóór 24 weken zwangerschapsduur.

Naamgeving

Als u niet getrouwd bent of geregistreerd partnerschap heeft, krijgt uw kind de achternaam van de moeder. Uw kind kan alleen de naam van de vader of partner krijgen als deze het kind al tijdens de zwangerschap en voor het overlijden wettelijk erkende. De wetgeving is op deze situatie jammer genoeg niet goed ingesteld.

Als u getrouwd bent, wordt de naam van uw kind bijgeschreven in uw trouwboekje door de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Kijk voor meer informatie op: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/aangifte-geboorte-en-naamskeuze-kind2

De Kraamtijd

Op de afdeling

Meestal mag u snel na de bevalling weer naar huis, maar bij veel bloedverlies, een ernstige hoge bloeddruk of een keizersnede moet u nog even blijven.

De meeste verpleegkundigen hebben ervaring met het begeleiden van ouders in uw situatie. Ook is het vaak mogelijk over uw emoties te praten met een psychosociaal hulpverlener (verliescounselor, medisch psycholoog, spiritueel medewerker). De verloskundige die u tijdens de zwangerschap controleerde, komt meestal op bezoek. 

De verzorging

In principe heeft u, ook als u vroeg in de zwangerschap bevalt (vanaf een zwangerschapsduur van 18 weken, afhankelijk van verzekering), recht op kraamzorg. Ook al is er geen kind om voor te zorgen. Het aantal uren kraamhulp is wel minder dan bij een bevalling van een levend kind. Als u al kraamzorg heeft geregeld, zijn er over het algemeen geen problemen te verwachten. Heeft u de kraamzorg nog niet kunnen regelen, dan neemt de verpleegkundige contact op met het kraamcentrum om dit voor u te regelen. Vooral als u nog andere kinderen thuis heeft, is kraamzorg aan te bevelen. De kraamverzorgster kan veel praktisch werk voor u doen. Ook als u alleen met uw partner bent, kan zij steun en hulp bieden. Zo mogelijk kiest het kraamcentrum iemand uit met ervaring met het verlies van een ongeboren of pasgeboren kind.

Als een verloskundige uw zwangerschap controleerde, bezoekt zij u ook aan het kraambed. In andere gevallen kan het ziekenhuis de thuisverloskundige vragen om de medische controles in het kraambed te doen. Vaak komt ook de huisarts langs.

De kraamtijd

Uw lichaam vertoont de normale reacties na een bevalling: naweeën, vloeien en misschien ook pijn van hechtingen. Borststuwing na de bevalling zonder kind om te voeden is een pijnlijke ervaring. Hierdoor voelt u het gemis des te meer. Praat over deze ongemakken met uw verloskundige, huisarts of gynaecoloog. Zij zullen proberen u te helpen. Ook verpleegkundigen, verloskundigen of de kraamhulp kunnen goede adviezen geven, zoals het dragen van een nauwsluitende beha. De melkproductie wordt dan na enkele dagen minder en houdt daarna op. Er zijn ook medicijnen om de melkproductie te voorkomen of te stoppen. Hier kunt u uiteraard naar vragen.

Thuis zonder kind

Waarschijnlijk wilt u zo snel mogelijk na de bevalling naar huis, om u daar aan uw verdriet te kunnen overgeven. Sommige vrouwen echter beleven het ontslag uit het ziekenhuis ook als een vertrek uit een veilige omgeving met mensen die weten wat er gebeurd is en die meeleven met het verlies en verdriet.

De leegte

Misschien wilt u liever nog niet naar huis, omdat u opziet tegen de leegte die daar ontstaat.

U had zich op een blijde thuiskomst verheugd. Thuis staat wellicht alles klaar voor een kind, dat er niet meer is. Toch is het niet goed om alle sporen van voorbereiding op de komst van uw kind uit te wissen. Dan ontneemt u uzelf de kans op deze manier, hoe pijnlijk ook, afscheid te nemen van uw kind. De babyspulletjes opruimen kan altijd nog; op een gegeven moment merkt u dat u eraan toe bent.

Vaak komt de moeilijkste periode na de begrafenis of crematie als iedereen om u heen weer doorgaat met zijn gewone bezigheden.

Als u weer thuis bent, verwacht u terecht steun en troost. Toch vinden familieleden, vrienden en kennissen het soms moeilijk een gesprek te beginnen over het verlies, en soms mijden zij u zelfs. Praat er daarom zelf gewoon over, breng het zelf ter sprake. Vaak blijkt dan ook dat anderen daar behoefte aan hebben, maar er zelf niet over durven te beginnen.

De weken en maanden, misschien wel jaren daarna denken veel vrouwen en hun partners aan hun kind en alles wat er is gebeurd. Sommige vragen en onzekerheden kunnen steeds weer terugkomen. Aarzel daarom niet om, ook na maanden, weer contact op te nemen met hulpverleners binnen of buiten het ziekenhuis die bij het slechte nieuws en de bevalling betrokken zijn geweest. Probeer zo goed mogelijk op uw gevoel af te gaan: laat het verdriet toe als dat in alle hevigheid op u afkomt, maar geniet ook van de rustige momenten. Het is goed om langzamerhand weer de gewone draad van het leven op te pakken, maar laat het geen vlucht zijn, weg van het verdriet. Elke manier om met verdriet om te gaan, is ‘normaal’. Niemand kan u vertellen hoe u zich moet voelen of gedragen. Wel is het altijd goed om aan vertrouwde mensen te tonen hoe u zich voelt. Verdriet delen, maakt het meestal gemakkelijker om ermee om te gaan. Huilen en praten zijn de meest directe en voor de hand liggende manieren om uw gevoel te uiten, maar ook schrijven kan helpen om orde te brengen in soms zeer verwarrende gedachten en gevoelens. Steeds wisselende en heftige emoties brengen u soms zo in de war dat u denkt dat u gek wordt, maar het is heel normaal dat verdriet, opluchting, schuldgevoel, boosheid en ook gelukkige momenten elkaar afwisselen. Bedenk dat u iets heel ernstigs is overkomen: het verlies van uw kind, van een deel van uzelf. Vaak zeggen ouders na verloop van tijd: ik zou zo graag willen dat alles weer was zoals vroeger. Dat kan niet: u bent zelf veranderd. Uw leven zonder uw kind zal nooit meer zijn zoals het daarvoor was. Dat hoeft niet negatief te zijn. Veel ouders hebben de ervaring dat zij uiteindelijk door hun verdriet als mens rijker zijn geworden en als paar meer naar elkaar zijn toe gegroeid.

Een vraag die vaak bij u zal opkomen in de eerste periode na het overlijden van uw kind is: WAAROM? Waarom dit kind, waarom wij? Hoe normaal deze vraag ook is, u krijgt er vaak geen antwoord op. Er bestaat geen antwoord op de vraag waarom juist uw kind stierf. Sommigen vinden troost in het geloof, anderen in een filosofische levensbeschouwing. Er zijn ook ouders die het verlies van hun kind als een straf (van God of het Noodlot) ervaren. Praat hierover met een geestelijke. Langzamerhand leert u leven met het feit dat uw kind er niet meer is. Het verdriet verdwijnt niet, maar de pijn wordt minder scherp.

Schuld- en faalgevoelens

Vrouwen geven zichzelf vaak de schuld, vooral als er geen duidelijke oorzaak voor het overlijden of de aangeboren afwijking wordt gevonden. Zij denken dat ze tijdens de zwangerschap iets fout gedaan hebben. Veel vrouwen hebben het gevoel te falen als vrouw, partner of moeder. Het is belangrijk deze emoties met anderen te delen. Sommige mensen wuiven deze gevoelens en gedachten weg om u te beschermen, maar dat helpt u niet. Neem zo nodig contact op met uw huisarts, verloskundige of gynaecoloog. 

Maar het is ook mogelijk dat u anderen de schuld geeft. U heeft dan het gevoel dat er niet zorgvuldig naar u geluisterd is. Bespreek dit met de hulpverlener. Dat voorkomt dat u onnodig uw verdere leven blijft zitten met vragen, onzekerheden en boosheid. Als u een gesprek niet meteen aandurft of aankunt, kunt u ook een brief schrijven om uw gevoelens en vragen alvast duidelijk te maken. Het is dan gemakkelijker om er later in een gesprek op door te gaan. Als deze gesprekken geen rust en duidelijkheid opleveren, kunt u ook de mening van een andere deskundige vragen. U kunt dit met uw huisarts bespreken.

Als u het gevoel heeft dat er echt fouten zijn gemaakt, kunt u een klacht indienen. Elk ziekenhuis heeft een onafhankelijke klachtencommissie die uw klacht serieus beoordeelt.

Klachten over een thuisverloskundige kunt u melden bij de onafhankelijke klachtencommissie van de organisatie van verloskundigen (de KNOV).

Samen rouwen als ouders

Na de geboorte van een overleden kind gaat vaak de meeste aandacht naar de moeder. De vader/partner doet meestal de eerste periode het praktische en huishoudelijke werk. Daardoor lijkt hij/zij soms niet zoveel last van verdriet te hebben. Dat is schijn. Vaders/partners lijden meestal net zo onder het verlies als hun vrouw, maar op een andere manier. ‘Ze doen soms alsof ze het gemakkelijker verwerken, maar ondertussen.’ Vaders/partners drukken hun emoties nogal eens naar de achtergrond omdat zij vinden dat het steunen van hun partner het belangrijkste is. Dit betekent soms dat zij pas later aan het verwerken van hun verdriet toekomen, op een tijdstip dat hun partner er al veel beter mee kan omgaan. Mannen en vrouwen verwerken het verlies vaak in verschillend tempo en op verschillende manieren. Elk mens reageert op zijn eigen manier. Wees hierover open tegenover elkaar: onbegrip en zich afsluiten voor elkaar of juist elkaar willen beschermen, kan tot onnodige verwijdering leiden. Mannen vertellen vaak dat zij het moeilijker vinden dan hun vrouw om te praten over hun verdriet. Ze geven de indruk te vluchten in werk, huishouden of nietsdoen om zo hun gevoelens de baas te worden. Soms willen partners hun vrouw beschermen door maar niet over het kind en het verdriet te praten. Probeer niet alleen te vertellen wat u voelt, maar ook met elkaar te bespreken hoe u elkaars gedrag beleeft. Dat helpt u het verlies, het verdriet en de leegte samen te dragen. Als u het gevoel heeft er samen niet uit te komen, neem dan contact op met bijvoorbeeld uw huisarts, een maatschappelijk werker of een psycholoog.

Weer aan het werk

Ga zorgvuldig om met de beslissing om weer aan het werk te gaan als u een baan heeft. Eindigt uw zwangerschap in de eerste 24 weken dan kunt u zich ziek melden. U hebt dan recht op een Ziektewetuitkering. Uw werkgever kan deze voor u aanvragen. Eindigt uw zwangerschap na 24 weken voortijdig door een vroeggeboorte of is het kind bij de bevalling overleden? Dan hebt u recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering. Uw werkgever vraagt deze voor u aan.

De uitkering duurt 16 weken en wordt gewoonlijk betaald aan de werkgever. Hij betaalt deze periode meestal uw loon door. Als u na uw zwangerschapsverlof nog niet kunt werken omdat u ziek bent door de zwangerschap of bevalling heeft u recht op een Ziektewetuitkering. Meld u ziek bij uw werkgever, hij vraagt dan de uitkering voor u aan. De Ziektewetuitkering is gelijk aan uw dagloon en duurt maximaal twee jaar. Meestal is dit goed te bespreken met uw bedrijfsarts, met UWV of rechtstreeks met uw werkgever. Schakel bij problemen uw huisarts of een hulpverlener van het ziekenhuis in. U kunt overwegen de eerste periode weer ‘op therapeutische basis’ te beginnen: u bepaalt dan zelf wanneer en hoeveel uur u werkt, afhankelijk van hoe u zich lichamelijk en geestelijk voelt. Voor mannen geldt dat het ook voor hen belangrijk is tijd te nemen voor hun verdriet, maar werkgevers houden daar vaak weinig rekening mee. Voor hen kan werkhervatting dan ook problemen geven als men verwacht dat zij snel weer beginnen. Ook zij kunnen het beste contact opnemen met de bedrijfsarts. Verdriet verwerken kost nu eenmaal meer tijd dan de buitenwereld denkt.

Relaties

De seksuele relatie met uw partner

Het seksuele contact met uw partner is niet automatisch hetzelfde als voor de zwangerschap. De meeste vrouwen hebben tijd nodig om zichzelf terug te vinden, voordat ze weer echt zin hebben om te vrijen. Voor die tijd hebben ze vooral behoefte aan veel begrip en warme belangstelling van hun partner.

Als u weer aan vrijen toe bent, kan een soms geadviseerd gebruik van voorbehoedmiddelen als zeer tegenstrijdig worden beleefd: je voorkomt het krijgen van een kind, terwijl je zoveel verdriet hebt omdat je er een verloor. Ook hier is het belangrijk uw eigen gevoel serieus te nemen en het met uw partner eerlijk en open te bespreken, hoe moeilijk dat soms ook is. Alleen dan kan de ander ook rekening houden met uw gevoelens.

De andere kinderen in uw gezin

Volwassenen en zeker ouders willen kinderen sparen voor pijn en verdriet. Toch merken kinderen, hoe jong ze ook zijn, dat hun ouders verdriet hebben. Hen buiten het verlies houden, kan onzekerheid en schuldgevoel veroorzaken: ‘Heb ik misschien iets fout gedaan waardoor mama zo vaak huilt?’ Meestal hebben broertjes en zusjes meegeleefd met de zwangerschap en uitgekeken naar het nieuwe kind. Ze gaven bijvoorbeeld kusjes op de zwangere buik, speelden met een pop ‘vadertje-en-moedertje’ of hebben er op school trots over verteld. Het is dan ook goed om hen over de dood van hun broertje of zusje te vertellen en hen bij het afscheid te betrekken. Voorlezen uit kinderboeken over de dood en werken in een herinneringsboek kan hen hierbij helpen. Kinderen brengen het onderwerp vaak onverwacht en spontaan ter sprake. Dit kan ook de ouders steunen.

Ook aan zeer kleine kinderen kan in simpele woorden worden verteld wat er is gebeurd. Uit onverwachte opmerkingen en tijdens hun spel merkt u dat zij met het dode broertje of zusje bezig zijn en zo het verlies verwerken. Ga zeker hun vragen niet uit de weg.

Denk erover en bespreek met uw (grotere) kinderen of zij misschien iets aan hun broertje of zusje mee willen geven: een knuffeltje, een brief of een tekening in het kistje bijvoorbeeld. 

Familie, vrienden en kennissen

Ouders van doodgeboren kinderen hebben behoefte aan veel steun van mensen uit hun omgeving. Reacties zijn erg verschillend: lieve en troostende woorden van mensen van wie u die het minst verwacht, en omgekeerd. Zoek vooral contact met mensen die u zeer nabij zijn en die u vertrouwt. Bij hen kunt u ook steeds opnieuw uw verhaal kwijt. Mensen die uw kind niet gekend hebben, vinden het vaak moeilijk uw hevige verdriet te begrijpen. Dat kan een gevoel van eenzaamheid veroorzaken. Soms vinden mensen uw intense verdriet abnormaal. Zij denken ten onrechte dat u nog niet zo’n band met het kind had. Daarom is het, zoals eerder beschreven, zo belangrijk om familie en vrienden bij het afscheid nemen te betrekken. Aanvaard ook de praktische hulp die wordt aangeboden: soms blijkt u deze hard nodig te hebben.

Lotgenoten

Niet zelden hoort u als ouders van een doodgeboren kind over andere gezinnen die iets dergelijks hebben meegemaakt. Deze lotgenoten kunnen een grote steun zijn: zij begrijpen en voelen vaak beter dan wie ook aan wat u doormaakt.

Misschien wilt u zich nu of op een later tijdstip opgeven voor een gespreksgroep van ouders die een kind verloren. Meer informatie vindt u in de adreslijst achter in deze brochure. Meestal kan uw huisarts, verloskundige of een hulpverlener uit het ziekenhuis u ook met zulke ouders in contact brengen.

Lichamelijke en psychische klachten

Lichamelijke en psychische klachten zijn normale uitingen van hevig verdriet. Die klachten verschillen van persoon tot persoon. Vaak voorkomende klachten zijn slaapproblemen, eetproblemen (geen eetlust of juist overmatig eten), hoofdpijn of buikpijn, onrust (het niet stil kunnen zitten en steeds met iets nieuws bezig willen zijn), voortdurende vermoeidheid en verder ook steeds terugkerende somberheid en huilbuien.

Daarnaast zijn er de normale lichamelijke ongemakken na een bevalling. Naweeën, pijn van hechtingen en gestuwde borsten ervaren veel vrouwen als zinloos en extra pijnlijk omdat ze niet verzacht worden door de vreugde van een gezond kind.

Bijna alle ouders slapen slecht. Als dit te lang duurt, vraag dan een slaapmiddel. U hoeft niet meteen bang te zijn voor gewenning of verslaving. Deze medicijnen zijn niet bedoeld om u te verdoven of uw verdriet te onderdrukken, maar ze kunnen helpen om een einde te maken aan slapeloze nachten. Als u uitgerust bent, kunt u meestal de psychische druk beter aan. Toch hoort het bij de verwerking om huilbuien te hebben en ‘s nachts vaak en akelig te dromen over de zwangerschap, de bevalling of het kind.

Nacontrole in het ziekenhuis

U krijgt afspraken mee voor een gesprek met de verliescounselor en de (arts-assistent) gynaecoloog. U komt 3 en 6 weken na de bevalling bij de verliescounselor en na 6 weken krijgt u een afspraak met de arts, indien mogelijk wordt dit 6 weken gesprek gecombineerd. Soms wordt er tussen deze afspraken in nog een telefonische afspraak gemaakt, bijvoorbeeld met de verpleegkundige of verloskundige die bij de bevalling aanwezig was.

De nacontrole bij de gynaecoloog is voor veel ouders van een doodgeboren kind een belangrijk moment. Het kan ontspannend zijn om weer over alle feiten en emoties te spreken. Sommigen vinden het fijn om weer naar de vertrouwde plek terug te keren, voor anderen is het juist emotioneel.

De bezoeken zijn bedoeld om te bezien hoe het met u gaat in lichamelijk en emotioneel opzicht. De gebeurtenissen worden nog eens doorgenomen en de gynaecoloog bespreekt de uitslag van de onderzoeken, zoals obductie. U moet zich realiseren dat vaak geen oorzaak voor de doodgeboorte gevonden wordt; het is dan ook beter dat u geen hooggespannen verwachtingen heeft over de uitkomsten van de verschillende onderzoeken.

Als de baby rondom of enige tijd na de bevalling overleden is, krijgt u ook een afspraak voor een nagesprek bij de kinderarts. Tijdens dit gesprek worden de gebeurtenissen rond het overlijden nogmaals besproken, evenals de uitslag van een eventuele obductie. Heeft u vragen over de zwangerschap of de bevalling, over uw klachten of over de toekomst, schrijf ze allemaal op, dan vergeet u ook niets.

Merkt u langere tijd na de nacontrole dat u toch nog met vragen bent blijven zitten, aarzel dan niet om opnieuw een afspraak te maken met de behandelend arts, de verliescounselor of uw eigen verloskundige. De arts of verloskundige bespreekt ook, als u daaraan toe bent, de verwachtingen voor een eventuele volgende zwangerschap. Is er een risico op herhaling van het gebeurde? Is nog aanvullend onderzoek nodig? Kan de verloskundige de volgende zwangerschap begeleiden of is controle door de gynaecoloog gewenst? Bij een aangeboren afwijking van uw kind wordt u, als dat zinvol is, verwezen naar een arts die gespecialiseerd is in erfelijke aandoeningen en andere afwijkingen (klinisch geneticus).

Een volgende zwangerschap

U vraagt zich waarschijnlijk na verloop van tijd af wat nu het goede moment is om weer zwanger te worden. Dat is niet of nauwelijks aan te geven en het ligt voor iedereen anders. Verdriet dat u niet goed verwerkt, is uitgesteld verdriet. Dat kan in verhevigde mate terugkomen na de geboorte van een volgend kind. Een volgend kind kan en mag nooit een ‘vervangkind’ zijn. De tijd die u voor de verwerking nodig heeft, is voor elk ouderpaar verschillend. U kunt dit het beste samen beoordelen.

Puur lichamelijk is er meestal weinig bezwaar tegen een volgende zwangerschap, ook niet op korte termijn. Misschien is het verstandig erover na te denken of uw volgende uitgerekende datum niet mogelijk samen zal vallen met de sterfdag van uw kind. Sommigen vinden dat moeilijk, anderen hebben er geen problemen mee.

Een zwangerschap die volgt op de geboorte van een levenloos kind is voor elk ouderpaar een spannende periode. Er is geen sprake meer van ‘een roze wolk’. De spannendste periode is de zwangerschapsduur waarbij het de vorige keer fout ging.

Meestal kunt u met degene die uw zwangerschap controleert, bespreken dat u in deze periode wat vaker voor controle komt als u dat wilt. De echte rust komt pas als een volgend kind gezond, huilend en wel in uw armen ligt. Maar met goede begeleiding en steun binnen uw relatie en van mensen om u heen, zult u toch ook van deze zwangerschap kunnen genieten. Niet alleen een volgende zwangerschap maar ook de geboorte van uw volgende kind kan bij u alle herinneringen en verdriet om uw overleden kind weer oproepen. Veel ouders ervaren tijdens een volgende zwangerschap, of alleen al bij de gedachte eraan, schuldgevoelens ten opzichte van het overleden kind. Dit is begrijpelijk: u wilt immers niet de indruk wekken dat u het kind vergeten bent. Praat over deze gevoelens of zet ze op papier: het is vaak een opluchting om een brief te schrijven aan uw overleden kind.

Tot slot

Het verlies van een ongeboren kind en ook de beslissing een gewenste zwangerschap af te breken, zijn zeer ingrijpende gebeurtenissen. 

De laatste jaren is er steeds meer kennis en begrip gekomen voor verdriet rond doodgeboorte. Ouders worden steeds meer aangezet hun gevoelens te uiten. Ook in de begeleiding van ouders is veel veranderd. Daarnaast besteden kranten, radio en televisie steeds meer en vaker aandacht aan dit onderwerp. Zo krijgen ook mensen die een dergelijk verlies niet meemaakten er meer oog voor.

Het verlies van uw kind tekent uw leven voor altijd. U zult het kind nooit vergeten. Het is belangrijk erop te vertrouwen dat u dit intense verdriet te boven kunt en zult komen. Het belangrijkste is dat u steeds uw eigen gevoel volgt en uw eigen beslissingen neemt. Zo nodig kunnen hulpverleners u hierbij steunen.

Adressen

Steunpunt Nova, verloren verwachting

Ouder-pagina en voor zorgverleners.
Internet: www.steunpuntnova.nl3
E-mail: info@steunpuntnova.nl

Stille Levens

Informatie en steun bij het overlijden van een baby, voor ouders en zorgverleners.

Adres: Postbus 4012, 3006 AA Rotterdam
Internet: www.stillelevens.nl4
E-mail: info@stillelevens.nl

Stichting Nooit Voorbij

Samen staan we sterker na verlies.
Internet: www.stichtingnooitvoorbij.nl5
E-mail: info@stichtingnooitvoorbij.nl

Stichting Make a memory

Maakt belangeloos professionele foto’s voor familie stervende of overleden kinderen vanaf 23 weken zwangerschap, zowel in ziekenhuizen als op andere locaties.
Adres: Heuvel 8 5563 AP Westerhoven

Telefoon: 085 020 40 60 (24 uur per dag)

Internet: www.makeamemory.nl 6

E-mail: info@makeamemory.nl

Stichting Still

Biedt kosteloos een fotoreportage aan bij zieke, stervende of overleden baby’s vanaf 12 weken van de zwangerschap in zowel het ziekenhuis als in de thuisomgeving.

Telefoon: 085 130 47 90 (24 uur per dag)

E-mail: info@stichtingstill.nl

Vereniging Ouders Overleden Kind

Zelfhulporganisatie voor ouders die een kind verloren.

Naast informatie wordt er hulp gegeven door lotgenoten, zowel individueel als in groepsverband.

E-mail: info@oudersoverledenkind.nl

Internet: www.oudersoverledenkind.nl 7

Stichting ‘Achter de regenboog’

Biedt hulp bij verliesverwerking met kinderen en jongeren.

Telefoon: (085) 047 15 71

E-mail: info@achterderegenboog.nl

Internet: www.achterderegenboog.nl 8

Stichting ‘Lieve engeltjes’

Lotgenotencontactgroep via Internet voor iedereen die het verlies van een kind(je), zelf of in haar/zijn omgeving heeft meegemaakt.

Telefoon: 06 10 38 65 04

E-mail: info@lieve-engeltjes.nl

Internet: www.lieve-engeltjes.nl9

Stichting Contactgroep Zwangerschapsbeëindiging

Lotgenotengroep voor ouders die een gewenste zwangerschap hebben beëindigd nadat bij hun ongeboren kind een ernstige aandoening werd geconstateerd.

Internet: www.sczb.nl10

Stichting ‘In de wolken’

Brochures over en voor rouwende kinderen, jeugdliteratuurlijst en herinneringsboeken.

Telefoon (040) 226 04 50 (ma- t/m do-ochtend)

E-mail: info@in-de-wolken.nl

Internet: www.in-de-wolken.nl 11

Fiom, Stichting Ambulante Fiom

Een landelijke instelling voor hulpverlening bij vragen op het terrein van zwangerschap en ouderschap, met regionale vestigingen door het hele land. De stichting biedt informatie en individuele hulp.

Telefoon (088) 126 49 00 (op werkdagen van 09.00 - 17.00 uur)

E-mail: info@fiom.nl

Internet: www.fiom.nl12

Landelijk Steunpunt Verlies (LSV)

Een centraal punt waar iedereen terecht kan voor informatie, publicaties en voorlichting over rouw.

Internet: www.steunbijverlies.nl13

VSOP Alliantie voor Erfelijkheidsvraagstukken

Binnen de VSOP (Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patiëntenverenigingen) werken 70 organisaties samen op het beleidsterrein van zeldzame aandoeningen, genetica en medische biotechnologie.

internet: www.vsop.nl14

Om te lezen, (invul) boeken voor ouders en kinderen

Lezen over wat u heeft meegemaakt, ervaringen van zowel hulpverleners als lotgenoten, kan u helpen uw verlies te verwerken:

Invulboeken

  • Titel: Ik rouw van je
    Auteur: Claire van ’t Veen
  • Titel: Herinneringsboek ‘Koester, met liefde gedragen’
    Auteur: Linda Schra
  • Titel: Sterrenliefs
    Auteur: Riëlle Groenewold
  • Titel: Liefdevol herinneringsboek
    Auteur: Renée Brouwer

Kinderboeken

  • Titel: De dag dat alles anders werd
    Auteur: Carine Kappeyne van de Coppello
  • Titel: Nu moet je gaan
    Auteur: Ann Lust
  • Titel: Schaduwvrienden
    Auteur: Anne Knook
  • Titel: Kindje in de wolken
    Auteur: Wanda Ottens
  • Titel: Mijn broertje is een superheld
    Auteur: Ramon van Loon
  • Titel: Liv!
    Auteur: Nicole in ’t Zand
  • Titel: Mijn kleine grote zus en Mijn kleine grote broer
    Auteur: Sanne Ovaere
  • Titel: Ono, een bijzonder broertje
    Auteur: Hannelore Waeles
  • Titel: De vraag van eend
    Auteur: Leen van den Berg
  • Titel: Bedje in de wolken
    Auteur: Birgit Vandermeulen
  • Titel: Om nooit te vergeten
    Auteur: Linda Klein
  • Titel: De gouden bal
    Auteur: Kristien Dieltiens
  • Titel: Een doos vol herinneringen
    Auteur: Marlien Crooijmans
  • Titel: Kikker en het vogeltje
    Auteur: Max Velthuijs
  • Titel: Mijn zusje is een sterretje
    Auteur: Richard van Lingen en Marjet van der Linde
  • Titel: Dag lief muisje
    Auteur: Dromenjager
  • Titel: Het egeltje onder de oude boom
    Auteur: Christianne van Dooijewaard
  • Titel: Sterrenstof
    Auteur: Robert en Monique Lentelink

Boeken voor volwassenen

  • Titel: Je bent je kindje verloren… Hoe nu verder?
    Auteur: Leonie Nuijen
  • Titel: Helpen bij verlies en verdriet 
    Auteur: Manu Keirse
  • Titel: Vingerafdruk van verdriet
    Auteur: Manu Keirse
  • Titel: Onverwacht
    Auteur: Sanne van der Hout
  • Titel: Als de man verliest
    Auteur: Tim Overdiek
  • Titel: Broertje dood
    Auteur: Jelte Krijnsen
  • Titel: Sara en Liv
    Auteur: Suzan Hilhorst
  • Titel: Rouwen na het verlies van je baby
    Auteur: Kathy Beckers Mansell
  • Titel: Doodgeboren
    Auteur: Jan Bleyen
  • Titel: Stille baby’s
    Auteur: Christine Geerinck-Vercammen
  • Titel: Het rouwt in jou
    Auteur: Christine Vandenhole
  • Titel: Altijd een kind te kort
    Auteur: Jeannette Rietberg
  • Titel: En zwijgen was het antwoord
    Auteur: Anneke Avis
  • Titel: Als je je kindje verliest in de zwangerschap
    Auteur: Miriam van Kreij

Gedichtenbundels

  • Titel: Jij wordt gekend
    Auteur: Floortje Agema
  • Titel: Bundeltje gemis
    Auteur: Ellen Ruperti-Ribbers
  • Titel Roerloos
    Auteur: Yvonne van Emmerik.
  • Titel: De letters van je naam staan in mijn hart geschreven. 
    Auteur: Ina Sipkes de Smit.

Betekenis moeilijke woorden

  1. Obductie: Onderzoek van het lichaam na overlijden.

Linkjes

  1. http://www.watermethode.nl/
  2. http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/aangifte-geboorte-en-naamskeuze-kind
  3. http://www.steunpuntnova.nl
  4. http://www.stillelevens.nl
  5. http://www.stichtingnooitvoorbij.nl
  6. http://www.makeamemory.nl/
  7. http://www.oudersoverledenkind.nl/
  8. http://www.achterderegenboog.nl
  9. http://www.lieve-engeltjes.nl
  10. http://www.sczb.nl
  11. http://www.in-de-wolken.nl/
  12. http://www.fiom.nl
  13. http://www.steunbijverlies.nl/
  14. http://www.vsop.nl/
  15. https://www.viecuri.nl/disclaimer-patienteninformatie

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:

Contact

Opmerkingen

  • Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
  • Ziet u teksten of afbeeldingen met auteursrechten die wij niet hebben vermeld?

Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.

Disclaimer

Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.15