Inleiding
We geven u (patiënt, familie/naasten) hier wat meer uitleg over acute verwardheid, ook wel een delier genoemd.
Wat is een delier?
Een delier is een plotseling optredende verwardheid die tijdelijk is. U kunt dan denken aan enkele uren tot enkele dagen/weken. Een delier ontstaat door een lichamelijke ontregeling. Bijvoorbeeld een operatie, een ontsteking, ziekte aan hart of longen, stoornis in de stofwisseling, hersenletsel of gebruik dan wel onttrekking van bepaalde medicijnen of middelen. De hersenen zijn hierdoor tijdelijk niet in staat om alle prikkels samen te voegen tot een logisch samenhangend beeld van de werkelijkheid.
Wanneer treedt een delier op?
Hoewel een delier op elke leeftijd voor kan komen, geeft een hoge leeftijd in combinatie met meerdere lichamelijke ziekten en/of een diagnose dementie een verhoogd risico op het ontwikkelen van een delier door de toegenomen kwetsbaarheid. Om deze reden worden alle patiënten van 70 jaar en ouder bij opname door middel van enkele vragen gescreend op risico op een delier.
Kenmerken van een delier
- wisselend bewustzijn;
- verandering in gedrag;
- (lichte) desoriëntatie in tijd, plaats en/of persoon;
- verminderde concentratie en aandacht;
- rusteloosheid;
- verlies van overzicht en structuur;
- slecht slapen, nare dromen;
- hallucinaties en/of waanideeën;
- de eerst symptomen van een delier treden vaak in de avond en nacht op.
Behandeling van een delier
Medisch
De arts probeert de lichamelijke oorzaak zo snel mogelijk vast te stellen en te behandelen. In het ziekenhuis is dit de hoofdbehandelaar. Als er geen opname volgt, is dit de spoedeisende hulparts en/of de huisarts.
Soms is het noodzakelijk tijdelijk medicatie te geven om de kenmerken van het delier te verminderen.
Verpleegkundig
Naast medisch handelen is het net zo belangrijk om activiteiten in te zetten gericht op oriëntatie, herkenningspunten, dagstructuur, mobiliseren, goede vocht en voedingsinname en toiletbezoek.
In overleg met het consultatieteam Geriatrie kan er een geschoolde vrijwilliger ingezet worden tijdens opname in het ziekenhuis voor bijvoorbeeld een praatje, wandeling of spelletje.
Wat u kunt doen als mantelzorger bij een patiënt met een delier
Zo kunt u uw naaste steunen
U kunt het contact met uw naaste verbeteren door op het volgende te letten:
- Reageert uw naaste anders dan normaal op uw bezoek? Zeg wie u bent, waarom u komt, en herhaal dit als dat nodig is. Meld bijzondere reacties aan de verpleegkundige.
- Ga op ooghoogte zitten, dat vindt uw naaste vaak prettiger. Leg gerust een hand op die van hem als u met hem praat.
- Vertel uw naaste dat hij ziek is en in het ziekenhuis ligt.
- Spreek rustig en gebruik korte, duidelijke zinnen. Stel één vraag tegelijk, bijvoorbeeld: “Heeft u lekker geslapen?”
- Vermijd dubbele vragen zoals: “Heeft u lekker geslapen of bent u wakker geweest?”
Bezoek regelen
- Bezoek is belangrijk, maar te veel bezoekers tegelijk kan uw naaste vermoeien of verwarren. Spreek met anderen af wie wanneer komt.
- Als u met meer mensen komt, blijf aan één kant van het bed of de stoel zitten, zodat uw naaste zich op één punt kan richten.
- U hoeft niet steeds te praten. Voor uw naaste is uw aanwezigheid vaak al fijn.
Wat te doen bij hallucinaties
- Als uw naaste dingen ziet of hoort die er niet zijn (hallucinaties), ga er dan niet in mee. Probeer hem ook niet tegen te spreken.
- U kunt uitleggen dat u het anders ziet, maar maak er geen ruzie over. Stel hem gerust en praat over echte personen, gebeurtenissen, of gevoelens zoals angst of onrust.
Respectvolle omgang
- Maak geen grapjes over het gedrag van uw naaste. Hij kan zich soms bewust zijn van zijn gedrag, maar heeft het niet onder controle. Later kan hij zich dit nog herinneren.
Praktische tips
- Zorg dat hij een bril of gehoorapparaat draagt als dat nodig is. Neem reservebatterijen mee.
- Breng kleding en schoenen mee, zodat uw naaste overdag aangekleed kan zijn.
- Door verwardheid kan hij soms niet goed meewerken aan de behandeling. Dit kan gevaarlijke situaties opleveren, zoals het eruit trekken van sondes of katheters. Het kan fijn zijn om vaker of langer op bezoek te komen, in overleg met de verpleegkundige.
- Soms zijn maatregelen nodig om uw naaste veilig te houden, zoals vrijheid beperkende maatregelen. Dit gebeurt altijd in overleg met de arts en familie.
- Bij veel onrust of angst kan het helpen als iemand ’s nachts blijft slapen (Rooming-in)bij uw naaste. Bespreek dit met de verpleegkundige.
Delier tijdens een intensive care (IC) opname
Als iemand (zeer) ernstig ziek is en een IC opname nodig heeft, is vaak de hevigheid en de duur van een delier groter. Om de veiligheid van de patiënt ook tijdens de IC behandeling te borgen kunnen intensieve verpleegkundige begeleiding, aanvullende behandeling met medicatie en aanvullende vrijheidsbeperkende maatregelen nodig zijn. Het IC team geeft hierover altijd uitleg aan de patiënt en de naasten.
Consultatieteam Geriatrie
Het consultatieteam Geriatrie bestaat uit een geriatrisch verpleegkundige en een klinisch geriater of physician assistant.
Bent u opgenomen op een verpleegafdeling? Dan kan het Consultatieteam in medebehandeling worden gevraagd door een andere arts. Het consultatie team begeleidt met aanvullende adviezen en behandelt met medicijnen de acute verwardheid die door een lichamelijke oorzaak is ontstaan (delier).
De consultatieverpleegkundigen geriatrie zijn elke dag aanwezig op alle verpleegafdelingen voor algemene adviezen hoe kwetsbare ouderen zo goed mogelijk kunnen functioneren tijdens een ziekenhuisopname. Bij opname in het ziekenhuis wordt bij alle patiënten ouder dan 70 jaar een test op kwetsbaarheid gedaan. Bij verhoogde kwetsbaarheid zal de verpleegkundige van het consultatieteam adviezen geven over passende acties tijdens de ziekenhuisopname.
Bent u opgenomen in het ziekenhuis met een gebroken heup en bent u ouder dan 70 jaar? Dan is het consultatieteam altijd in medebehandeling.
De geriater denkt ook actief mee in het nazorgtraject van verschillende patiënten, door deel te nemen aan een overleg met andere zorgverleners. Dit noemen we een multidisciplinaire overleg (MDO).
Na het delier
Patiënten die vóór het delier geen geheugenproblemen hadden, kunnen zich later vaak nog veel herinneren van hun verwarde periode. De verwarde periode kan zorgen voor angst of schaamte. Belangrijk is om over deze periode te praten met familie, verpleegkundigen of na ontslag uit het ziekenhuis met de huisarts. Uw huisarts wordt na bezoek aan de Spoedeisende Hulp of na ontslag uit het ziekenhuis altijd op de hoogte gebracht van een doorgemaakt delier.
De verwardheid neemt vaak af bij ontslag naar huis. De patiënt is weer in de eigen vertrouwde omgeving. Herstel van het delier kan tot 3 maanden na het doorgemaakte delier duren.
Als tijdens opname de patiënt een delier heeft ontwikkeld en de geriater in consult is geweest, vindt er een week na ontslag een telefonisch gesprek met de verpleegkundig consulent geriatrie plaats. Dit gesprek wordt met u en/of uw mantelzorger gevoerd. Na kortdurende revalidatie (GRZ) vindt dit telefonisch consult plaats na 4-5 weken.
Betekenis moeilijke woorden
- Physician assistant: Een physician assistant (PA) is een verpleegkundige of paramedicus die een vervolgopleiding heeft gedaan waarna deze zelfstandig complexe medische taken en handelingen uit kan voeren. De PA neemt hierbij taken over van een arts en is vaak werkzaam binnen een specifiek vakgebied.
Linkjes
- https://www.viecuri.nl/disclaimer-patienteninformatie
Vragen
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.1