Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Algemene informatie

Inleiding

Jouw arts heeft je informatie gegeven over pijnstilling tijdens de bevalling. Hier kun je alle informatie nog eens rustig nalezen.

Bevallen doet pijn. Veel vrouwen weten dat pijn bij een bevalling hoort. Bijna alle vrouwen vinden de weeën pijnlijk. Weeën zijn nodig voor de ontsluiting van de baarmoedermond. De weeën zijn ook nodig om te persen om het kind geboren te laten worden. De pijn tijdens een bevalling wisselt in tijd en hevigheid. Meestal neemt de pijn toe als de ontsluiting toeneemt. De pijn is vooral onder in de buik aanwezig en wordt soms als rugpijn gevoeld. Ook de pijn tijdens het persen is anders: soms is het een opluchting om mee te mogen persen en soms doet persen juist pijn.

Oefeningen voor de ademhaling om te ontspannen

Ademhalingsoefeningen en ontspanningsoefeningen kunnen helpen de weeën op te vangen. Dit kun je in verschillende cursussen leren tijdens de zwangerschap. Dan leer je weeën ‘weg te zuchten'. Je hebt dan de kans om in een ritme te komen waarbij het lichaam zelf stoffen aanmaakt met een pijnstillend effect: endorfinen. Deze endorfinen zorgen ervoor dat de pijn te verdragen is. Toch komt het regelmatig voor dat vrouwen de pijn te erg vinden.

Wat maakt de pijn erger of minder?

Het is niet te voorspellen hoe pijnlijk de bevalling zal zijn.

De pijn kan erger zijn bij:

  • De bevalling van het eerste kind
  • Bij angst voor de bevalling of voor pijn

De pijn kan minder zijn bij:

  • Een goede begeleiding en ondersteuning tijdens de bevalling
  • Vrouwen die in een huiselijke omgeving bevallen. Een ziekenhuiskamer die huiselijk is ingericht heeft hetzelfde effect.

Pijnbestrijding als de bevalling nog niet zeker begonnen is

Zonder medicijnen

  • een warme douche
  • een warm bad
  • massage
  • een andere houding

Met medicijnen

Pethidine

Pethidine is geschikt voor pijnstilling als de bevalling nog niet zeker begonnen is, maar je wel pijn hebt. Pethidine is een morfineachtig medicijn. Je krijgt het via een injectie in de bil of het bovenbeen. Het werkt na 30 tot 50 min. Het werkt 2 tot 4 uur.

Pethidine heeft een goede pijnstillende en een sufmakende werking. Hierdoor lukt het vaak beter om te ontspannen of te slapen.

Voor de moeder:

De werking van pethidine start na 30 minuten en houdt 2-4 uur aan. Soms is dit te kort; dan kun je eventueel nog een injectie krijgen. Soms krijg je misselijkheid, hoofdpijn of duizeligheid. Omdat je suf wordt, kun je na de pethidine niet meer uit bed. Bijna alle zwangeren kunnen pethidine krijgen. Uitzondering: ernstige astma en sommige medicijnen.

Voor het kind:

Omdat pethidine door de placenta (moederkoek) heengaat, komt het ook bij je kind terecht. Hierdoor wordt ook je kind slaperig en minder beweeglijk. Dit gaat weer voorbij als de pethidine uitgewerkt is.

Sedatie

Sedatie is pethidine als pijnstilling samen met het slaapmiddel promethazine.

Sedatie is mogelijk als je nog niet aan het bevallen bent. Bijvoorbeeld als je veel last hebt van pijnlijke harde buiken. Als je niet kunt slapen op het einde van de zwangerschap, waardoor je heel moe bent. We proberen je dan te laten slapen. De eigen verloskundige kan je hiervoor verwijzen.

Je wordt opgenomen op de kraamsuites, omdat sedatie ook bijwerkingen heeft. Eerst krijg je dan een CTG (hartfilmpje van de baby) om te kijken of het goed gaat met de baby. Als er twijfel is of het wel goed gaat met de baby, kan de sedatie niet gegeven worden. Sedatie krijg je altijd in de avond.

Soms komt de bevalling toch op gang. Soms helpt de sedatie niet genoeg. Soms ben je na de sedatie weer uitgerust.

De volgende ochtend mag je naar huis. De controles daarna zijn bij de eigen verloskundige of in het ziekenhuis zoals voor de sedatie.

Pijnbestrijding tijdens de bevalling

Een warme douche, een warm bad, massage of een andere houding maken de pijn van een bevalling minder. Dat is vaak niet genoeg om te kunnen ontspannen. De pijn kan ook met medicijnen worden onderdrukt om zo te kunnen ontspannen.

Dit zijn medicijnen met een morfineachtig effect die via een infuus pomp (remifentanyl) of een ruggenprik (epidurale of spinale anesthesie) worden toegediend. Dit kan allebei in VieCuri.

Waarom geen pijnstilling bij iedere bevalling?

Sommige vrouwen kunnen de pijn goed opvangen zonder pijnstilling. In Nederland kun je ook thuis bevallen. Bij een thuisbevalling is het moeilijk om bijvoorbeeld de hartslag of de bloeddruk van de moeder in de gaten te houden. Pijnstilling heeft bijwerkingen die invloed hebben op de hartslag of de bloeddruk van de moeder. Daarom is pijnstilling thuis niet verstandig.

Pijnstilling heeft dus ook bijwerkingen, daarom is het beter deze niet onnodig te geven.

Toediening pijnbestrijding:

Pijnstilling wordt op 2 manieren gegeven:

  • via een infuus, met een bedieningsknop van de pomp
  • via de ruggenprik

Pijnbestrijding met remifentanyl via een infuus

Remifentanyl is een sterk werkend morfineachtig medicijn. Je krijgt het met een pomp via een infuus. Je bedient de pomp zelf op het moment dat je pijnstilling nodig hebt. Je drukt dan een knop in. De ergste pijn van de weeën wordt dan onderdrukt. Remifentanyl is als pijnstiller tijdens de bevalling nog niet officieel geregistreerd. Daarom vindt het gebruik plaats onder streng gecontroleerde omstandigheden.

In VieCuri en andere ziekenhuizen wordt deze vorm van pijnstilling al jaren gebruikt. De ervaring is dat het een veilig middel is, waar veel zwangeren tevreden over zijn.

Voordelen van remifentanyl

Remifentanyl haalt de scherpe kanten van de pijn weg. Je wordt er suf van waardoor de weeënpauzes langer lijken. Het werkt snel na het starten van de toediening en is snel uitgewerkt nadat het infuus is gestopt, waardoor jij en je kind niet meer suf zijn bij de geboorte.

Nadelen van remifentanyl

  • Sufheid. Je moet in bed blijven, omdat je suf wordt van de remifentanyl.
  • Je kind wordt tijdens het gebruik gecontroleerd met een CTG (cardiotocografie). De hartslag van je kind kan rustiger worden, waardoor het CTG moeilijker te beoordelen is.
  • Je bloeddruk, polsslag en zuurstofgehalte worden vaak gecontroleerd. Dit is belangrijk, omdat je door de sufheid minder diep gaat ademen. Dan kan het zuurstofgehalte in het bloed dalen. Dat is meestal eenvoudig op te lossen door een paar keer diep te ademen.
  • Bijwerkingen kunnen zijn: spierstijfheid, lage bloeddruk, misselijkheid en braken.
  • De werking is de eerste 3-4 uur na de start van de toediening goed, maar neemt daarna vaak af. Dit middel is daarom vooral geschikt voor gebruik tijdens het laatste deel van de ontsluiting.

* Het middel is nog niet voor deze toepassing geregistreerd, zodat u bij gebruik uitdrukkelijk toestemming moet verlenen.

Pijnbestrijding via de ruggenprik

Er zijn 2 soorten pijnbestrijding met een ruggenprik:

  • de epidurale pijnstilling (peridurale pijnstilling is hetzelfde)
  • de spinale pijnstilling

Bij een geplande keizersnede maakt men meestal gebruik van spinale anesthesie. Dit wordt verderop besproken.

* Voor spinale en epidurale anesthesie moet u als patiënt uitdrukkelijk toestemming geven.

Wat is epidurale pijnstilling?

Bij de bevalling wordt vaak epidurale pijnstilling of een gecombineerde spinale/epidurale pijnstilling gegeven. Bij een ruggenprik spuit de anesthesist verdovingsvloeistof via een dun slangetje in de ruimte tussen de ruggenwervels. Dit slangetje heet een katheter. De ruimte tussen de ruggenwervels heet de epidurale ruimte. In deze ruimte lopen zenuwen die pijnprikkels van de baarmoeder en de bekkenbodem geleiden. Als deze zenuwen worden uitgeschakeld, voel je de pijn van de weeën niet meer.

Behalve pijnzenuwen lopen hier ook zenuwen die de spieren in het onderlichaam aansturen. Na een ruggenprik kan daardoor ook de spierkracht in de benen tijdelijk afnemen. Je voelt minder aan de onderkant van de rug, de billen en de benen.

Voorbereidingen

Je kunt dag en nacht en ook in het weekend een ruggenprik krijgen in het ziekenhuis. Soms moet je wachten, bijvoorbeeld als de anesthesioloog nog met een acute operatie bezig is. Als je een ruggenprik krijgt, wordt er eerst gekeken hoe het met de baby gaat door een CTG. Als het goed gaat met de baby, krijg je via een infuus extra vocht en je krijgt een blaaskatheter.

Extra vocht is nodig vanwege de kans op plotselinge bloeddrukdaling na het plaatsen van de ruggenprik. De baby reageert soms op die lage bloeddruk: de hartslag vertraagt. Dan wordt meer vocht via het infuus gegeven. Soms is een extra medicijn nodig om je bloeddruk te laten stijgen. De blaaskatheter is nodig omdat de medicatie ervoor zorgt dat je minder of geen aandrang voelt om te plassen. De blaaskatheter wordt ingebracht na het zetten van de ruggenprik. Op deze manier voel je er het minst van.

De ruggenprik zetten

De anesthesioloog zet de ruggenprik. Het anesthesiologisch team ondersteunt daarbij. In VieCuri gebeurt dit meestal op de verkoeverkamer van de operatieafdeling en soms op de kraamsuites. Als je een ruggenprik krijgt, moet je voorovergebogen gaan zitten. Je maakt je rug zo bol mogelijk en ontspant je schouders. Hierdoor kan de anesthesioloog beter met de naald in de ruimte komen tussen de wervels. De anesthesioloog maakt je huid schoon en geeft je eerst een prik met verdoving voor de huid.

Dan zoekt de anesthesioloog de goede plek op met een naald. Vaak lukt het prikken in 1 keer, soms is het nodig om meerdere keren te prikken. De anesthesioloog brengt langs de naald een slangetje in. Dit heet een katheter. De verdovingsvloeistoffen worden via de katheter ingespoten.

Wat voelt u ervan?

De prik van de epidurale naald duurt kort en doet door de verdoving van de huid bijna geen pijn.

Na het zetten van de ruggenprik

Als de katheter is ingebracht, kun je je weer bewegen. De katheter wordt aangesloten op een pomp en zo wordt er de hele tijd een kleine hoeveelheid verdovingsvloeistof gegeven. Gemiddeld duurt het 15 tot 20 minuten voordat je merkt dat de pijnstilling begint te werken.

Verdere controles

Tijdens het verloop van de bevalling worden je bloeddruk, hartslag, urineproductie en het zuurstofgehalte in je bloed regelmatig gecontroleerd. Ook de hartslag van je kind wordt bewaakt door middel van een CTG (hartfilmpje). Verder wordt bekeken of de pijnstilling voldoende is.

Wat is het effect van de ruggenprik?

Mogelijk heb je helemaal geen pijn meer tijdens de weeën. Mogelijk voel je toch een beetje pijn of druk op het hoogtepunt van een wee. Door de ruggenprik krijg je meer rust. Door minder pijn en meer ontspanning kan de ontsluiting sneller gaan. Vaak worden je benen slap of krijg je een tintelend, doof gevoel op je buik of je benen. Deze verschijnselen verdwijnen als met de ruggenprik wordt gestopt. De epidurale pijnstilling heeft bij ongeveer 5 op de 100 vrouwen niet genoeg resultaat. Een oplossing is meer verdovingsvloeistof of het slangetje verschuiven. Soms is het nodig om opnieuw te prikken. Heel soms heb je naast de ruggenprik ook remifentanyl nodig.

Voordelen van een ruggenprik

  • Het is de meest effectieve vorm van pijnbestrijding tijdens de bevalling.
  • Het is geschikt voor een lange periode pijnstilling.
  • Het is geschikt om meteen mee te beginnen bij een inleiding.

Nadelen van een ruggenprik

  • Er is bewakingsapparatuur en hulpmiddelen nodig: infuus, zuurstofmeting, bloeddrukmeting, blaaskatheter, CTG voor de baby.
  • Het kost tijd voordat de ruggenprik goed werkt. De ruggenprik is dus niet geschikt wanneer de bevalling niet lang meer duurt.
  • Je hebt meer kans op koorts (3 tot 4 keer meer kans dan bij een bevalling zonder ruggenprik).
  • Als je koorts krijgt, krijg je vaak antibiotica.
  • Als je koorts krijgt, krijgt vaak ook de baby na de geboorte antibiotica en wordt de baby minimaal 24 uur gecontroleerd door de kinderarts. Jullie moeten in het ziekenhuis blijven.
  • Je hebt kans op bloeddrukdaling na plaatsing van de katheter. Hierdoor kan je je duizelig en niet lekker voelen.
  • Als je last hebt van bloeddrukdaling kan ook de baby reageren waardoor je meer vocht en/of medicatie nodig hebt.
  • Je hebt kans op tijdelijke jeuk als reactie op de morfine.
  • Je hebt kans op rillen zonder het koud te hebben als reactie op de medicatie.
  • De weeën kunnen minder worden. Er is vaker medicatie nodig om de weeën sterker te maken
  • De fase van het persen (de uitdrijving) duurt gemiddeld 15 minuten langer met een ruggenprik
  • De kans op een bevalling met een vacuümpomp is groter (2 keer groter dan bij een bevalling zonder ruggenprik). De kans op een keizersnede is niet groter bij een epiduraal.
  • Er is een blaaskatheter nodig. Door de ruggenprik kun je moeilijk voelen of je blaas vol is. Ook plassen kan moeilijk zijn. Een volle blaas remt weeën. Met een blaaskatheter met een opvangzak blijft de blaas leeg.
  • Epidurale pijnstilling kan invloed hebben op de borstvoeding. Meer informatie leest u in de folder ‘ Borstvoeding na een ruggenprik’.
  • Complicaties die heel weinig voorkomen:
  1. Lekkage van hersenvocht komt bij minder dan 1 op de 100 patiënten met een ruggenprik voor. Dat kan ernstige hoofdpijn geven. Vaak is dat pas de volgende dag. In de helft van de gevallen helpt liggen, medicijnen en veel drinken goed tegen de hoofdpijn. Als de hoofdpijn blijft bestaan, zal de anesthesioloog u behandelen.
  2. Het kan dat er te veel verdovingsvloeistof in de bloedbaan of in het hersenvocht terecht komt. Dan dalen de bloeddruk en de hartslag sterk en ademhalen wordt moeilijker. Daarom controleren we steeds je hartslag en bloeddruk.
  3. Een bloeding of infectie bij het slangetje van de ruggenprik kan zorgen voor een dwarslaesie (beschadiging van het ruggenmerg).

Hoe gaat de bevalling verder na de ruggenprik?

Iedere paar uur wordt inwendig naar de ontsluiting gevoeld. Als je volledige ontsluiting hebt, blijft de toediening van de verdovingsvloeistof doorgaan. Als het hoofdje van je kindje voldoende is ingedaald mag je mee gaan persen. De blaaskatheter wordt dan verwijderd. Als je de persdrang niet zelf voelt door de ruggenprik, zal de verloskundige of verpleegkundige je helpen om te weten wanneer je kunt persen. De verdovingsvloeistof wordt pas gestopt als de bevalling en als het nodig is, het hechten achter de rug zijn.

Na de bevalling krijg je opnieuw een blaaskatheter, totdat het gevoel weer helemaal terug is en je zelf voelt wanneer je moet plassen.

Wanneer kan een ruggenprik niet?

In deze situaties kan een ruggenprik niet:

  • bij een stoornis in de bloedstolling
  • bij infecties
  • bij sommige neurologische ziekten
  • bij allergie tegen plaatselijk verdovende middelen
  • bij sommige hartaandoeningen
  • bij afwijkingen of operaties aan de wervelkolom.
  • bij communicatieproblemen vanwege de taal. Voor de veiligheid is goede medewerking van de patiënt noodzakelijk. Hiervoor is uitleg nodig. Als het door de drukte of pijn rondom de bevalling niet mogelijk is om een tolk te woord te staan of er geen bereikbaar is, dan is een ruggenprik niet mogelijk.

Een ruggenprik bij een keizersnede (spinale ruggenprik)

Bij een bevalling kan spinale pijnstilling samen met de epidurale pijnstilling worden gegeven. Als je een epidurale ruggenprik hebt van de bevalling, kan deze meestal worden gebruikt als er een keizersnede nodig is.

Bij de keizersnede wordt de spinale pijnstilling het meest gebruikt. In VieCuri is op elk tijdstip van de dag spinale anesthesie voor een keizersnede mogelijk, ook als je al weeën hebt.

Wat is spinale anesthesie?

Bij spinale anesthesie spuit de anesthesioloog via een dunne naald een kleine hoeveelheid verdovingsvloeistof tussen de wervels in de vloeistofruimte die zich om de grote zenuwen heen bevindt. De spinale ruggenprik zelf doet bijna nooit pijn en duurt kort. De huid wordt altijd eerst verdoofd. Een enkele keer kun je tijdens het prikken een pijnscheut in je benen voelen. Al heel snel is het onderlichaam tot ruim boven de navel verdoofd. In het begin voel je een warm tintelend gevoel in je benen. Als de prik is ingewerkt, kun je je benen niet meer bewegen. De plaats waar de gynaecoloog de snee maakt, is helemaal verdoofd.

Je hebt tijdens de operatie geen pijn, maar je voelt wel dat de gynaecoloog bezig is. Je bent gewoon bij bewustzijn. Meer informatie over de operatie zelf vindt u in de folder ‘ Keizersnede ’.

Voordelen van spinale ruggenprik

  • Het werkt heel snel
  • Bij een keizersnede een goede manier van verdoving waardoor je geen pijn voelt.
  • Je bent wakker en kunt de geboorte van je kind bewust meemaken.
  • Voor de baby is het beter.

Nadelen van spinale ruggenprik

Een kleine kans op bijwerkingen, zoals:

  • Bloeddrukdaling

De bloedvaten in de onderste lichaamshelft worden wijder. Daarom daalt de bloeddruk. Daarom krijg je al eerder extra vocht via een infuus. Bij een te lage bloeddruk kun je je niet lekker voelen of duizelig worden.

  • Een benauwd gevoel

Een enkele keer gaat de verdovingsvloeistof omhoog binnen de ruimte waarin gespoten is. Dit kan een benauwd en soms angstig gevoel geven.

  • Hoofdpijn

Er wordt een klein gaatje gemaakt in het vlies rond het ruggenmerg. Dit gaatje sluit vanzelf, maar soms blijft er wat vocht uitlekken. Hierdoor kan je hoofdpijn krijgen. De kans hierop is 1-3%.

Een hele kleine kans op een ernstige complicatie:

  • Een totaal spinaal blok

Bij een totaal spinaal blok verdooft de verdovingsvloeistof ook het bovenste gedeelte van het lichaam. Zelf ademen is niet mogelijk en de anesthesioloog zal je narcose moeten geven om je te kunnen beademen. Het is een hele zeldzame complicatie.

Wanneer kan een spinale ruggenprik niet?

Soms kan een spinale ruggenprik niet. Dan is een keizersnede onder volledige narcose nodig.

  • bij een spoedkeizersnede waarbij elke minuut telt;
  • als het bloed niet goed stolt;
  • als er een ernstige infectie is;
  • bij sommige neurologische ziekten;
  • bij afwijkingen of een operatie aan de wervelkolom;
  • als het niet lukt om de ruggenprik te zetten (dat kan bijvoorbeeld na een epidurale ruggenprik).

Het maken van een keuze

Je kunt meestal zelf kiezen of je pijnstilling wilt of niet. Jouw verloskundige, gynaecoloog of huisarts geeft in de zwangerschap al informatie over pijn en pijnstilling. Je kunt deze informatie vinden in deze folder, op onze website en in de Behandelapp.

Jouw keuze

Je kunt tijdens de zwangerschap al bespreken dat je pijnstilling wilt. Dat wordt in jouw geboorteplan en dossier gezet.

Gesprek met de anesthesioloog

Misschien heb je andere vragen over pijnstilling die de verloskundige of gynaecoloog niet kan beantwoorden. Of er is een grotere kans op problemen bij de pijnstilling die jij wilt, dan kun je tijdens de zwangerschap een afspraak krijgen met de anesthesioloog.

Keuze veranderen

Je kunt je keuze altijd weer aanpassen. Misschien is de bevalling minder pijnlijk dan verwacht. Of de bevalling is juist pijnlijker, dan kun je altijd bespreken dat je wel of geen pijnstilling wilt. Als je besluit tot pijnstilling streven wij naar pijnstilling binnen 1 uur.

Andere pijnbehandeling dan gewenst

Het kan ook gebeuren dat je een bepaalde pijnbehandeling wilt, maar dat de zorgverlener een andere behandeling voorstelt. Dat is meestal om een medische reden. Dat wordt dan met jou besproken.

De belangrijkste feiten over de ruggenprik, remifentanyl en pethidine zie je overzichtelijk in een schema op de volgende pagina.

Pijn behandeling

Manier van toediening

24 uur beschik

baar

Duur van de werking

Mate van pijnstilling

Bijwerkingen

Ruggenprik (epiduraal)

Infuus in rug

Ja

De hele ontsluiting en bij persen

Goed

Je kunt niet meer rondlopen, want er is kans op bloeddrukdaling, koorts en een langere bevalling. Geen effect op uw kind.

Remifentanyl

Infuus in arm met pompje dat je zelf kunt bedienen

Ja

4 uur

Stop bij persen

Vrij goed

Je kunt niet meer rondlopen.

Sufheid, misselijkheid, bloeddrukdaling en problemen met de ademhaling.

Je kind wordt ook suf, maar de sufheid van je kind neemt snel af omdat remifentanyl snel uitgewerkt is.

Pethidine

Injectie/spuit in bil of bovenbeen

Ja

2-4 uur

Matig

Alleen toe te passen als je nog niet echt aan het bevallen bent.

Je kunt niet meer rondlopen en je kunt last krijgen van sufheid en misselijkheid. Je kind wordt suf, maar zolang het niet geboren wordt, is dat geen probleem.

Vragen

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het
eerstvolgende bezoek of bel naar:

Contact

Opmerkingen

Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid? Mail dit dan naar communicatie@viecuri.nl zodat we onze website begrijpelijker en toegankelijker kunnen maken.

Disclaimer

Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden; 

Deze informatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. VieCuri streeft ernaar om deze informatie altijd zo actueel en volledig mogelijk aan te bieden. Toch kan het gebeuren dat de informatie niet compleet of verouderd is. Ook kan in uw situatie de aandoening of behandeling anders zijn dan op deze pagina staat. Daarom kunt u aan deze informatie geen rechten ontlenen.

VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden in teksten, afbeeldingen en video’s. Ook niet als deze informatie niet goed is begrepen.

Deze informatie kan verwijzen naar websites van andere organisaties. VieCuri heeft geen invloed op websites van andere organisaties. Ook is VieCuri niet verantwoordelijk en aansprakelijk voor de beschikbaarheid of de inhoud daarvan.

scroll terug naar boven