Inleiding
Tijdens de bevalling zijn er verschillende manieren om de pijn te verminderen. Epidurale anesthesie, oftewel een ruggenprik, is daar een van. Als je een ruggenprik hebt gehad, kan het zijn dat de borstvoeding moeilijker op gang komt. Hier leggen we uit waarom dat zo is. Je leest ook wat je kunt doen om de borstvoeding te stimuleren.
Hoe werkt een ruggenprik?
Bij een ruggenprik spuit de anesthesioloog via een dun slangetje verdovingsvloeistof in de ruimte tussen je ruggenwervels. Dit heet de epidurale ruimte. De verdoving schakelt de zenuwen uit die pijnprikkels doorgeven van de baarmoeder en de bekkenbodem.
Je bent daardoor vanaf je navel naar beneden verdoofd en je voelt de pijn van de weeën minder of niet meer. Meer over de werking van de ruggenprik lees je in de folder Pijnbestrijding tijdens de bevalling.
Welke effecten heeft een ruggenprik op borstvoeding?
- Door de ruggenprik bij jou kunnen de zoek-, zuig- en slikreflexen van je kind minder zijn. Daardoor is het voor je kind moeilijker om zelf de borst te zoeken en te drinken.
- Het kan zijn dat je tijdens de ruggenprik ook oxytocine hebt gekregen om weeën op te wekken. Dat kan ervoor zorgen dat je lichaam minder natuurlijke oxytocine aanmaakt. En die natuurlijke oxytocine zorgt er juist voor dat de moedermelk toeschiet, zodat je kind aan je borst kan drinken.
- Je kunt koorts krijgen door de ruggenprik. Je krijgt dan antibiotica via een infuus. Met deze antibiotica kun je gewoon borstvoeding geven.
- Ook je kind kan koorts krijgen doordat jij een ruggenprik hebt gehad. Heeft je kind koorts? Dan kan dat ook een teken zijn van een infectie bij je kind. Daarom zal een kinderarts beoordelen of het nodig is om je kind op te nemen. Ook kijkt de arts of je kind antibiotica nodig heeft.
Wat kun jij doen?
- De periode direct na de geboorte is belangrijk om de borstvoeding te laten slagen. Zorg voor veel huid-op-huidcontact met je kind. Want dat zorgt ervoor dat je kind jouw borst kan vinden en begint met drinken. Bovendien stimuleert het de binding tussen jou en je kind.
- Voed op verzoek. Leg je kind vaak aan, zodat het kan oefenen met drinken. Daarmee breng je ook je melkproductie op gang.
- Vraag hulp als je niet goed weet hoe je je kind moet aanleggen of als aanleggen niet lukt. Bijvoorbeeld aan de verloskundige, verpleegkundige, kraamverzorgster of lactatiekundige.
Meer weten?
Op deze websites vind je betrouwbare informatie over borstvoeding:
- www.borstvoeding.com (kenniscentrum borstvoeding)
- www.lalecheleague.nl (Borstvoedingsorganisatie La Leche League)
Je kunt ook altijd overleggen met je arts, verloskundige of kraamverzorgende.
Vragen?
Heb je vragen of wil je je ervaringen of emoties bespreken? Geef het gerust aan bij de verpleegkundigen.
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.