Inleiding
U heeft van uw arts gehoord dat u een alvleesklierontsteking heeft (gehad). Het is belangrijk om uw voeding weer op te bouwen. U heeft voedingsadviezen gekregen van uw arts en/of diëtist. Hier kunt u alles nalezen.
Voeding na een alvleesklierontsteking
De alvleesklier speelt een belangrijke rol bij het verteren van voedsel. De alvleesklier maakt sappen aan met veel enzymen. Deze sappen gaan naar de darmen, waar de enzymen voedsel helpen verteren. Bij een alvleesklierontsteking worden de enzymen al in de alvleesklier actief. Dit hoort pas in de darm te gebeuren. Hierdoor kan de alvleesklier zichzelf beschadigen en ontstoken raken.
Het is veilig om te eten. Begin met zachte, vetarme voeding. De alvleesklier maakt enzymen aan die vet verteren. Door vet te beperken en langzaam op te bouwen, ziet u wat u kunt verdragen. Als u geen klachten krijgt bij het eten van vetrijke voedingsmiddelen dan kunt u deze gewoon eten. Lukt eten niet, dan kan sondevoeding een optie zijn.
Het is belangrijk om genoeg voeding binnen te krijgen. Uw lichaam heeft bij ziekte meer energie, eiwitten en andere voedingsstoffen nodig om te herstellen.c
Eiwit
Eiwit is een belangrijke stof in onze voeding. Het helpt bij de opbouw en het behoud van spieren en bloed. Eiwit is ook essentieel voor wondherstel. Bij ziekte is eiwit de belangrijkste voedingsstof voor herstel. U heeft dan meer eiwit nodig.
Eiwit zit in veel verschillende voedingsmiddelen. Voorbeelden zijn vlees, vis, kip, vleesvervangers, ei, noten, kaas en melkproducten zoals melk, chocolademelk, yoghurtdrank, karnemelk, vla, yoghurt en kwark. Ook peulvruchten zoals bruine bonen, erwten en linzen bevatten veel eiwit. Brood bevat ook eiwit, maar in kleinere hoeveelheden.
Dieetproducten
Het is belangrijk om genoeg voeding binnen te krijgen. Uw heeft meer energie, eiwitten en andere voedingsstoffen nodig om te herstellen.
Als het u niet lukt om meer of vaker te eten, kunt u uw voeding verrijken met dieetproducten. Dit helpt u om toch voldoende energie en eiwitten binnen te krijgen.
Dieetproducten zijn er in verschillende vormen, zoals drinkvoeding, toetjes of poeders. Drinkvoeding bevat veel energie en eiwitten. Daarnaast zijn er vitamines en mineralen aan toegevoegd. Drinkvoeding is beschikbaar in verschillende smaken en samenstellingen. Poeders zijn ook beschikbaar in verschillende smaken en samenstellingen. U kunt deze poeders toevoegen aan dranken of gerechten om uw voeding rijker te maken.
Als u dieetproducten wilt gebruiken, overleg dan altijd met uw diëtist. De diëtist kan beoordelen of u het product nodig heeft en adviseren over de hoeveelheid en het type product dat het beste bij u past.
Tips bij het opbouwen van uw voeding
- Start met een vetbeperkte voeding. Gebruik de informatie op deze pagina voor praktische tips.
- Eet 6 kleine maaltijden per dag. De alvleesklier wordt zo minder belast en u krijgt voldoende voedingsstoffen binnen.
- Neem bij elke maaltijd (dus 6 keer per dag) een eiwitrijk product.
-
Breid uw voeding uit als u geen klachten heeft. Volg hierbij de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum.
- Alcohol is niet toegestaan en stop met roken (indien van toepassing). Bespreek dit met uw arts.
Praktische adviezen voor vetbeperkte voeding
Algemene richtlijnen bij een vetbeperkte voeding
- U kunt het beste koken, stoven, wokken, bakken of braden met weinig boter, margarine of olie. Gebruik een pan met antiaanbaklaag of een airfryer. Vlees of vis kan bereid worden in aluminiumfolie of een braadzak in de oven, op de grill of in de Römertopf.
- Als u bij een lage temperatuur voedingsmiddelen bakt, wordt er meer vet opgenomen. Als u in margarine bakt, wacht dan totdat de schuimbelletjes verdwijnen. Als u olie gebruikt, wacht dan tot de olie begint te dampen.
- Vermijd gebakken en gefrituurde gerechten.
Broodmaaltijden
-
Eet liever geen vette broodsoorten zoals croissants en koffiebroodjes. Andere broodsoorten zijn wel toegestaan.
Vetten
- Kies voor halvarine op brood.
- Bij het bakken en braden kunt u een scheutje olijfolie, vloeibaar bak- en braadvet of klein beetje boter gebruiken.
- Vermijd roomboter, frituurvet, rundvet, kokosolie/-vet en andere vaste vetten.
Melk, melkproducten en kaas
- Kies voor magere kaassoorten, zoals 20+ of 30+ kaas, jonge-, belegen kazen, smeerkaas of Hüttenkäse (cottage cheese).
- Gebruik magere of halfvolle melk en melkproducten, zoals yoghurt, (vruchten) kwark, melk en karnemelk.
- Vermijd volvette kazen (40+ of hoger) en volle melkproducten en slagroom.
- Gebruik een scheutje magere koffiemelk in plaats van halfvolle of volle koffiemelk of -room.
Vlees en vleeswaren
- Kies voor magere vleeswaren zoals rookvlees, rosbief, runderrollade, achterham, varkensfricandeau, casselerrib, magere corned beef, grillham, ardennerham, kiprollade, kalkoenfricandeau en filet american.
- Gebruik magere, ongepaneerde vleessoorten, zoals tartaar, runderpoulet, biefstuk, rosbief, magere runderlappen, stooflap, rundergehakt, runderrollade, varkenshaas, hamlap, blinde vink, hachee en goulash.
- Vermijd vette vleeswaren zoals vet varkensvlees, worstsoorten zoals cervelaatworst, paté, pasteien, balkenbrij, spek, boterhamworst en gebraden gehakt.
- Vermijd vet, gepaneerd vlees, zoals vet rundvlees, vet varkensvlees en schapenvlees, alle worstsoorten, hamburgers, kroketten, frikandellen en spek.
- Wild en gevogelte, zoals kip, kalkoen, fazant, patrijs zonder vel, wild konijn, haas en ree zijn geen probleem. Vermijd tam konijn, gans en eend.
Overig broodbeleg
-
Bijna al het andere broodbeleg is toegestaan, behalve noten- en chocoladepasta, chocoladeboter en pindakaas.
Vis, schaal- en schelpdieren
- Magere, ongepaneerde en niet gebakken soorten vis-, schaal- en schelpdieren zoals kabeljauw, tonijn, schelvis, koolvis, wijting, tong, mosselen, krab, schol en tonijn in water zijn toegestaan.
- Vermijd vette, gepaneerde en gebakken vis zoals zalm, makreel, haring, paling, rolmops, bokking, sardientjes, forel en tonijn in olie.
Eieren
-
Beperk het gebruik van eieren tot 2-3 per week.
Jus, saus en dressing
- Kies voor saus en jus gemaakt van magere bouillon, gebonden met bloem of maïzena, dressing van azijn met magere yoghurt of kwark met kruiden en specerijen.
- Vermijd vette jus, ragout en sauzen die gebonden zijn met een roux, slasaus, halvanaise, yogonaise, fritessaus, mayonaise, olie en kant-en-klare dressing met olie.
Groente en fruit
- Alle groenten zonder boter, margarine of sausjes gemaakt van boter of margarine zijn toegestaan.
- Diepvriesgroente á la crème zijn niet toegestaan. Overige diepvriesgroenten zijn wel toegestaan.
- Alle soorten fruit zijn toegestaan.
Aardappelen, rijst en pasta.
- Kies voor gekookte aardappelen, puree en stamppotten zonder boter of margarine, gekookte rijst, macaroni, spaghetti, mie, mihoen, peulvruchten zoals witte bonen, bruine bonen, kikkererwten, linzen en dergelijke.
- Vermijd gebakken aardappelen, frites, aardappelkroketten, puree en stamppot bereid met boter of margarine.
Tussendoortjes
- Kies hartige tussendoortjes zoals zoute stengels, zoute biscuit, Japanse mix, popcorn, soepstengels.
- Vermijd gefrituurde snacks, saté, zoutjes, kaaskoekjes, noten, chips, kroepoek, worstjes en saucijzen- en worstenbroodjes.
- Kies zoete tussendoortjes zoals droge koekjes en biscuitjes, café noir koekjes, lange vingers, kaneelbiscuit, sultana, evergreen, rijstwafels, vruchtenkoekjes of pudding, pepermunt, kauwgom, schuimpjes, zuurtjes, drop, waterijs, toffee.
- Vermijd alle andere soorten koekjes, gebak van bladerdeeg, crème gebak, gebak met slagroom, chocolade bonbons, marsepein, nougat, roomijs, vanille-ijs.
Soepen
- Gebruik magere bouillon of heldere soep.
- Vermijd vette bouillon en soep zoals erwtensoep met worst, erwtensoep en bonensoep uit blik.
Nagerechten
- Kies magere of halfvolle pudding, vla, pap, (vruchten)yoghurt of (vruchten)kwark.
- Kant-en-klare pudding, vla of pap van volle melk, toetjes met room, volle yoghurt en roomkwark zijn niet toegestaan.
Dranken
- Alle dranken zijn toegestaan, behalve alcohol.
Gebruik deze adviezen bij het opbouwen van uw voeding. Als u dit goed verdraagt, probeer dan terug te gaan naar uw normale eetpatroon.
Alvleesklierenzymen
Alvleesklierenzymen zijn medicijnen die helpen bij de vertering van vet. Als uw alvleesklier niet goed werkt, kan uw arts deze enzymen voorschrijven. Uw arts en/of diëtist helpt u met het bepalen van de juiste dosering. Samen kijkt u naar wat het beste past bij uw voedingspatroon. Als u alvleesklierenzymen gebruikt, hoeft u geen vetbeperkt dieet te volgen.
Voor meer informatie kunt u de pagina 'Het gebruik van alvleesklierenzymen' raadplegen of uw diëtist vragen.
Linkjes
- https://www.viecuri.nl/disclaimer-patienteninformatie
Vragen
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.1