Angiografie / dotterbehandeling

Onderzoek en/of behandeling van vernauwde bloedvaten

Inleiding

U heeft met uw  arts afgesproken dat u een angiografie met eventueel dotter en/of stenting krijgt. Uw arts heeft u hierover al de nodige informatie gegeven. Hier kunt u alles rustig nalezen.

Wat is een angiografie

Een angiografie is een onderzoek op de afdeling Radiologie. Door toediening van een contrastvloeistof via een infuus worden de bloedvaten in het lichaam duidelijk zichtbaar, zodat er röntgenfoto’s van gemaakt kunnen worden. De arts krijgt zo informatie welke bloedvaten zijn verwijd en/of vernauwd en waar een eventuele afsluiting precies zit.

Overgevoeligheid contrastvloeistof

Bent u overgevoelig voor jodium en/of contrastvloeistof meld dit dan van te voren aan uw arts en bij de afdeling Radiologie.

Opname verpleegafdeling

Voor dit onderzoek/behandeling wordt u opgenomen op een verpleegafdeling. De opnameplanning van het ziekenhuis spreekt met u af op welk tijdstip en waar u zich moet melden. Het tijdstip op de afspraakbevestiging van de röntgen is slechts een indicatie. Het is van te voren moeilijk aan te geven hoe laat u precies geholpen wordt.

Opnamegesprek

Het opnamegesprek vindt plaats op de dag van opname. Achterin deze brochure vindt u een checklijst waar u de belangrijke zaken kunt afvinken die u nodig heeft tijdens de ziekenhuisopname.

Angiografie met eventueel dotteren en/of stenting

Het onderzoek duurt ongeveer 2 uur. Omdat de duur van het onderzoek per patiënt kan variëren, kan het zijn dat u iets eerder of later aan de beurt bent dan staat aangegeven.

Voorbereiding

Bloedverdunnende medicijnen

Als u onder begeleiding staat van de trombosedienst informeer deze dan over de ingreep. De trombosedienst stemt dan het beleid met u af.

  • Gebruikt u een bloedplaatjesremmer gebruikt zoals Ascal /Acetylsalicylzuur, Plavix/ clopidogrel, Persantin)? Deze kunt u gewoon innemen.
  • Gebruikt u Pradaxa (dabigatran), Xarelto (rivaroxaban), Eliquis (apixaban) of Lixiana (Edoxaban)? Stop het gebruik 48 uur voor het onderzoek.

Diuretica (plasmedicijnen)

  • Gebruikt u Furosemide (Lasix), Burinex (Bumetanide), Hydrochloorzthiazide, Spironolacton, Inspra of een combinatiepreparaat dan neemt u deze op de dag van de angio/dotter niet in. U kunt deze nog innemen na de angio/dotter.

Overige medicijnen

  • Als u soms acuut medicijnen nodig heeft moet u deze meenemen en dit voor het onderzoek aan de verpleegkundige melden.

Eten en drinken

U hoeft voor het onderzoek niet nuchter te zijn, tenzij anders met u is afgesproken. Bijvoorbeeld als uw onderzoek onder sedatie plaats vindt.

Heeft u Diabetes Mellitus?

Gebruikt u insuline, dan mag u de normale hoeveelheid boterhammen eten en de normale dosis insuline spuiten.

Scheren

Voor het onderzoek worden beide liezen op de afdeling geschoren. Kunt u dit zelf, dan mag u dit zelf thuis doen. Op de afdeling zal de verpleegkundige dan controleren of dit goed genoeg is.

Katheter

Als u moeite heeft met plassen (op de po of urinaal) tijdens het platliggen, dan kunt u dit melden bij de verpleegkundige bij de opname. Er is een mogelijkheid om een katheter in te brengen voor de behandeling. Dit mag u zelf bepalen.

Eigen T-shirt

Tijdens het onderzoek mag u een T-shirt (zonder knopen / rits of steentjes) aanhouden. U mag dit zelf meenemen. Houd er rekening mee dat er wat bloed of jodium op dit shirt terecht kan komen.

Dragen van bril of hoorapparaat

Tijdens het onderzoek mag u uw bril, gehoorapparaat en gebit dragen

Het onderzoek

Voor het onderzoek

U wordt in uw bed naar de afdeling Radiologie gebracht, waar het onderzoek plaatsvindt. U neemt plaats op een speciale onderzoekstafel. Indien het onderzoek (zoals gebruikelijk is) via de bloedvaten in de lies plaatsvindt worden beide liezen schoongemaakt met jodium. Dit kan even prikken. Daarna krijgt u een steriel laken over u heen.

Het onderzoek

De arts (interventieradioloog of vaatchirurg) die het onderzoek uitvoert, geeft u door middel van een injectie een plaatselijke verdoving in de lies.

Hierna wordt een kleine snee (2mm) in de huid gemaakt om het aanprikken en opschuiven van de katheter gemakkelijker te maken. Vervolgens wordt er met een speciale naald in een slagader geprikt waarna de arts een dun slangetje (katheter) in het bloedvat schuift (plaatje A). Als de katheter op de juiste plaats zit wordt het contrastmiddel ingespoten. Hiervan krijgt u een warm gevoel in het gebied waar het contrast wordt toegediend, dit vermindert snel.

Tijdens en na het toedienen van de contrastvloeistof worden een aantal foto’s gemaakt. Dit kan een aantal keren herhaald worden. Mogelijk worden er meerdere series foto’s gemaakt waarbij de katheter in een ander bloedvat of het röntgenapparaat in een andere richting gepositioneerd wordt.

Tijdens het onderzoek wordt bekeken of een vernauwd bloedvat meteen behandeld kan worden. De behandeling wordt gedaan door middel van een dotterballon (plaatje B) (een ballonnetje wordt in het bloedvat opgeblazen, zodat het vat wijder wordt) of een stent (een buisje dat het bloedvat wijder maakt).(plaatje C)

Dotterprocedures

ECG

Tijdens het onderzoek wordt er ter controle een ECG (hartfilmpje) gemaakt. Het zuurstofgehalte in het bloedvat wordt gemeten door middel van een ‘knijpertje’ dat op uw vinger geplaatst wordt.

Na het onderzoek

Als het onderzoek klaar is wordt de katheter verwijderd en wordt er gedurende 20 minuten stevig in de lies gedrukt om een bloeding te voorkomen.

Daarna krijgt u een stevig drukverband. Dit verband blijft (meestal) 6 uur zitten.

Angioseal

Soms kan uw behandelend specialist er voor kiezen om een angioseal te plaatsen. Dit is een soort “plugje” of “ankertje” om het gaatje in de slagader af te dekken. Vervolgens wordt een pleister geplakt op het wondje. Het voordeel van een angioseal is de verkorte afdrukduur na de behandeling en de verkorte periode bedrust, 2 uur. Deze angioseal is echter niet voor iedere patiënt geschikt. Daarom beslist uw behandelaar hierover ter plaatse van de behandeling.

Terug op de verpleegafdeling

Controles

Na het onderzoek gaat u terug naar de verpleegafdeling. Daar worden uw bloeddruk, hartslag en drukverband gecontroleerd. De controles worden de eerste 4 uur ieder uur herhaald, hierna om de 2 uur, tot 6 uur na het onderzoek en het drukverband eraf mag.

Bedrust

  • U houdt 6 uur platte bedrust, met een angioseal 2 uur platte bedrust. Dit betekent dat u in bed moet blijven liggen op uw rug met uw hoofdsteun maximaal 30 graden.
  • Het been waarin geprikt is dient u rustig te laten liggen om een bloeding te voorkomen.
  • U mag niet draaien en overeind komen.
  • Het is belangrijk om niet teveel kracht te zetten in de spieren van het onderlichaam (denk aan optillen van bovenlichaam/ verplaatsen in bed, drukken bij de ontlasting).
  • U mag niet uit bed om naar het toilet te gaan. U wordt dan op de po geholpen. Mannen krijgen een urinaal aangeboden.
  • Indien u zelf iets voelt op de punctieplaats wat u niet vertrouwt of u voelt zich in het algemeen niet goed, meld dit dan meteen aan de verpleegkundige.
  • Contact met de contactpersoon

    De afdeling of uzelf neemt contact op met uw contactpersoon als u klaar bent met het onderzoek en terug bent op de afdeling.

    Eten en drinken

    Na het onderzoek mag u weer gewoon eten en drinken. Tijdens de maaltijd mag de hoofdsteun tot 45 graden rechtop. Als u klaar bent met eten, dan zal de hoofdsteun weer terug gezet worden naar de platte stand.

    Naar huis

    Daags na het onderzoek mag u, na overleg met de vaatchirurg of zaalarts, naar huis. Samen met de verpleegkundige bepaalt u het tijdstip van ontslag.

    Vervoer naar huis

    U moet vervoer naar huis te regelen. U mag in geen geval zelf actief deelnemen aan het verkeer (auto / fiets) en naar huis rijden / fietsen.

    Rolstoel meenemen

    Het is wenselijk als degene die u komt ophalen in de hal van het ziekenhuis een rolstoel meeneemt, zodat u niet hoeft te lopen als u wordt opgehaald. Voor de rolstoel is een muntstuk van € 2 nodig. Als u de stoel terugplaatst krijgt u het muntje terug.

    Leefregels

    De eerste 5 dagen na de angio/dotter:

    • Niet zwaar tillen, niet te hard persen en niet bukken.
    • Niet in bad gaan, douchen mag wel
    • Niet fietsen of sporten
    • Niet zelf autorijden.

    Als u na 5 dagen geen klachten meer heeft, dan kunt u uw normale bezigheden weer oppakken.

    Medicijnen

    U krijgt nog steeds bloedverdunners (bloedplaatjesremmers) en een cholesterolverlager voorgeschreven. Indien er een stent is geplaatst krijgt u in sommige gevallen een recept Plavix®/clopidogrel (een bloedverdunner) voor 6 weken mee naar huis.

    Pijn

    Als u thuis pijnklachten heeft, dan mag u zo nodig tot 4 x per dag (24 uur) 2 tabletten Paracetamol 500 mg nemen.

    Controle

    Na een dotterbehandeling/stent plaatsing krijgt u thuisgestuurd:

    • Een afspraak voor een vaatonderzoek (enkel/arm indexmeting met looptest)
    • Een afspraak bij de vaatchirurg over 2 á 3 weken.

    Als u na 14 dagen niets vernomen heeft van een afspraak voor het vaatonderzoek of de controle afspraak, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Chirurgie.

    Complicaties / Bijwerkingen

    • Allergische reactie op de contrastvloeistof die tijdens het onderzoek wordt toegediend. Dit komt bijna niet voor en kan door het getrainde personeel onmiddellijk worden opgevangen.
    • Bloeduitstorting in de lies. Dit komt wel eens voor, maar vraagt meestal geen aanvullende behandeling. Indien er lekkage van bloed door het prikgaatje in een onderhuidse holte optreedt, kan dit via een injectie verholpen worden.
    • Embolie of ruptuur. Bij het opblazen van de dotterballon kan er een stukje van de zieke vaatwand afbreken en verderop in de slagader vastlopen. Als dit gebeurt, wordt er gekeken of en hoe dit behandeld moet worden. Een scheurtje in de vaatwand door het opblazen van de ballon gaat vaak vanzelf over, soms moet dit worden behandeld met een stent.

    Andere complicaties kunnen zijn;

    • Bloeding insteekopening
    • Nierinsufficiëntie
    • Bloedvergiftiging (sepsis) of infectie door niet steriele techniek van het inbrengen van de katheter
    • Trombose

    Contact opnemen met het ziekenhuis

    • Als er een (toenemende) zwelling in de lies optreedt,
    • Als u koorts krijgt (temperatuur boven de 38,5°C),
    • Als u hevige pijn krijgt of een koud been,
    • Als de klachten van voor de behandeling plots weer terug komen.

    Belangrijk

    • De uitslag van het onderzoek krijgt u van uw behandelend arts. (meestal tijdens de poli afspraak)
    • Bent u zwanger of denkt u zwanger te zijn bespreek dit dan met uw behandelend arts voor het onderzoek plaatsvindt.
    • Zorg steeds voor een contacttelefoonnummer tijdens uw korte verblijf in het ziekenhuis. Dit kunt u doorgeven bij opname aan de verpleegkundige.
    • Op de verpleegafdeling kunt u bezoek ontvangen tussen 14.00 en 15.00 uur en 18.30 en 20.00 uur. Als u vragen heeft kunt u de afdeling Radiologie  of polikliniek Chirurgie  bellen.
    • Het is verstandig van te voren het vervoer naar huis te regelen omdat u in geen geval zelf naar huis kunt rijden.
    • Hoewel complicaties na dit onderzoek praktisch nooit voorkomen is het belangrijk dat als dit toch gebeurt u direct contact kunt opnemen met uw arts of het alarmnummer 112. Tot de 1e policontrole kunt u contact opnemen met polikliniek Chirurgie of de Spoedeisende Hulp.
    • Als u wilt stoppen met roken, dan kunt u om hulp vragen bij uw huisarts of uw vaatchirurg.

    Checklijst

    Voor opname in het ziekenhuis voor een angio/dotter behandeling

    • Bent u onder behandeling van de trombosedienst, deze op de hoogte stellen van opname + welke ingreep u krijgt
    • Indien van toepassing de lijst van de trombosedienst meenemen.
    • Actuele medicijnlijst meenemen.
    • Medicatie voor 2 dagen meenemen. (liefst in de originele verpakking)
    • Contactpersoon opschrijven voor het ziekenhuis.
    • Met familie of kennissen vervoer naar huis regelen na ontslag.
    • T-shirt/pyjama/ondergoed meenemen
    • Toiletspullen meenemen
    • Puzzelboekje, tijdschrift, computer of iets dergelijks om de tijd om te krijgen
    • Eventuele hulpmiddelen zoals:
    • gehoorapparaat
    • (lees)bril
    • hulp om te lopen
    • hulp steunkousen aan te doen, etc.

    Vragen

    Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:

    Contact

    Opmerkingen

    • Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
    • Ziet u teksten of afbeeldingen met auteursrechten die wij niet hebben vermeld?

    Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.

    Disclaimer

    Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.

    scroll terug naar boven