Inleiding
Bij u is borstkanker vastgesteld. Voordat het gezwel zelf verwijderd wordt, is het van belang te weten of er uitzaaiingen in de lymfeklieren van de oksel aan dezelfde kant als het gezwel zijn. De lymfeklieren werken als een soort filter: uitzaaiingen vanuit het gezwel gaan met de lymfestroom naar de okselklieren en worden hier uitgefilterd. Door microscopisch onderzoek van de verwijderde klier(en) kunnen uitzaaiingen worden opgespoord.
De schildwachtklier
In het verleden werden bij alle patiënten alle lymfeklieren uit de oksel verwijderd tijdens de operatie voor borstkanker. Bij 60- 70% van die patiënten werden bij onderzoek van de lymfeklieren geen uitzaaiingen aangetroffen. De okseloperatie was dus ‘voor niets’ uitgevoerd. Dit was jammer, omdat deze okseloperaties nogal eens tot nare bijwerkingen leiden, zoals gevoelloosheid in de oksel en aan de binnen- en achterzijde van de bovenarm, kans op het ontwikkelen van een dikke arm (lymfoedeem) met verhoogde kans op ontstekingen en beperking van de schouderfunctie. Het is daarom van belang te voorspellen welke patiënten wel en welke patiënten geen voordeel hebben bij een verwijdering van de okselklier.
Een voorspelling hierover kan gemaakt worden door het opsporen van de schildwachtklier, ook wel poortwachtklier of sentinel node genoemd. Dit is de eerste klier die zijn lymfe (= weefselvocht) rechtstreeks van het gebied van de tumor ontvangt.
Als er uitzaaiingen aanwezig zijn in de schildwachtklier dan is het soms zinvol om alle klieren uit de oksel verwijderd te worden. Zijn er geen uitzaaiingen aanwezig in de schildwachtklier dan kunnen de andere okselklieren verder ‘met rust gelaten’ worden en wordt alleen het gezwel in de borst behandeld.
Voorbereiding
Voor dit onderzoek is geen speciale voorbereiding nodig. Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen zoals, acenocoumarol, sintrom(mitis), marcoumar, ascal, acetosal, acetylsalicylaat en Plavix? Meldt dit ruim van tevoren aan de chirurg. Deze medicijnen mag u 3 - 10 dagen voorafgaande aan de procedure niet meer innemen.
Opsporen van de schildwachtklier
Lymfoscintigrafie
Een dag voor, of soms op de ochtend van de ingreep, wordt u verwacht op de locatie Venlo op de afdeling Nucleaire Geneeskunde. De nucleair geneeskundige spuit een zeer geringe hoeveelheid van een licht radioactieve vloeistof in rondom het gezwel in de borst door middel van 4 prikjes. Behalve de prikjes voelt u verder niets van de ingreep. De volgende dag, of direct aansluitend, worden op dezelfde afdeling met een speciale camera, foto’s gemaakt van het gebied rond het gezwel en de bijbehorende okselklieren (= lymfoscintigrafie). Bij borstkanker gaat het dan om de lymfeklieren in de oksel aan dezelfde zijde en naast het borstbeen. Dit onderzoek duurt 15 tot 45 minuten en is niet pijnlijk.
Met die foto’s wordt de plaats van de schildwachtklier op de huid gemarkeerd. Met een probe (een apparaat dat radioactiviteit meet) kan de chirurg op die plaats de schildwachtklier opsporen.
De ingreep
Nadat de scan is gemaakt en de schildwachtklier is gemarkeerd, gaat u naar de afdeling Dagverpleging waar de ingreep plaats zal vinden. Op de operatiekamer ziet u een chirurg van het mammateam. Soms is dit niet de chirurg die u op de poli heeft gezien. Bijna altijd wordt er van te voren een kennismakingsgesprek gepland met de chirurg die u gaat opereren. De ingreep vindt onder algehele narcose plaats op de operatiekamer.
De chirurg zoekt met de probe de plaats van de schildwachtklier in de oksel op. Het apparaat dat hij hierbij gebruikt maakt een piepend geluid. Soms wordt een beetje blauwe inkt in de borst gespoten, dit kan dienen als tweede hulpmiddel om de schildwachtklier op te sporen. Dan maakt de chirurg een sneetje in de oksel haalt hij de schilwachtklier eruit. Het wondje, dat meestal slechts enkele centimeters lang is, wordt onderhuids gehecht. Deze hechting lost vanzelf op en hoeft niet verwijderd te worden.
Na de ingreep
Na de ingreep kunt u weer naar huis. Wij adviseren u iemand mee te nemen die u na de ingreep weer naar huis kan brengen.
Het kan voorkomen dat u de eerste tijd na de ingreep last heeft van het wondje onder de oksel. Ook kunt u een verminderd gevoel in de oksel en arm ervaren, meestal herstelt dit helemaal.
Adviezen voor thuis
Wij adviseren u om direct bij thuiskomst 2 tabletten paracetamol (500mg) tegelijk in te nemen en niet te wachten tot pijn optreedt. De eerste dag kunt u deze dosis 3 keer herhalen. Vanaf de tweede dag heeft u meestal nog maar weinig pijnklachten.
Uitslag
In de week na de ingreep krijgt u een nieuwe afspraak op de (mamma)poli. Daar bespreekt de chirurg met u de uitslag van de onderzochte klier en legt u uit wat dat voor uw definitieve behandeling betekent.
Complicaties
(Na)bloeding van de wond
Hoewel het optreden van een bloeduitstorting vaker voorkomt, leidt dit zelden tot een nieuwe operatie. De bloeduitstorting is meestal na 1 week verdwenen. Een zwelling zal enkele weken tot maanden nog te voelen zijn, maar ook deze verdwijnt geheel.
Infectie van de wond
Dit komt zelden voor.
Blauwe verkleuring van een deel van de borst
Dit ontstaat door de injectie van de blauwe inkt. Het lichaam neemt deze inkt langzaam op en breekt deze langzaam af. De blauwe verkleuring kan nog maanden te zien zijn, maar verdwijnt meestal geheel.
Allergische reactie op de blauwe inkt of de licht- radioactieve vloeistof
Beide reacties zijn extreem zeldzaam. Indien deze optreden kan ziekenhuisopname noodzakelijk zijn.
Verkleuring van de urine
Door de uitscheiding van de blauwe kleurstof via de nieren, kan de urine een groenblauwe kleur krijgen. Dit is onschuldig en verdwijnt meestal na 1 dag.
Klaplong (pneumothorax)
Deze complicatie kan in principe alleen optreden bij het verwijderen van een schildwachtklier die tussen de ribben naast het borstbeen gelegen is. Op deze plaats wordt de schildwachtklier zelden aangetroffen. Als een klaplong optreedt wordt een foto van de longen gemaakt. Bij een geringe “inklapping” wordt u kortdurend opgenomen in het ziekenhuis voor observatie. Als de long wat verder ‘ingeklapt’ is kan het nodig zijn onder plaatselijke verdoving een slangetje (drain) in de borstholte te plaatsen, hetgeen dient om het vacuüm in de borstholte te herstellen, waarna de long weer volledig zal ontplooien. Dit betekent meestal een opname van enkele dagen. Het herstel is in principe volledig.
‘Mislukken’ van de procedure
Soms komt er geen schilwachtklier op en kan de chirurg deze ook niet verwijderen. In het multidisciplinaire overleg wordt hier een advies op maat over gegeven.
Tot slot
Hoewel er nogal wat complicaties beschreven staan, benadrukken wij nogmaals dat
patiënten deze ingreep meestal goed doorstaan en dat er slechts zeer zelden problemen
optreden.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.