Reflux ziekte / middenrifsbreuk

Operatieve behandeling

Inleiding

U heeft met uw arts afgesproken dat u wordt geopereerd voor uw reflux ziekte of een breuk in het middenrif. Uw arts heeft u al informatie gegeven. Hier kunt u alles rustig nalezen. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie net iets anders kan zijn dan beschreven.

Algemene informatie

Wat is een reflux ziekte of een breuk van het middenrif?

Normaal gaat het eten en drinken door de slokdarm naar de maag. Tussen de longen en de buik zit het middenrif. De slokdarm gaat over in de maag door dit middenrif. De maag maakt zuur om het eten te verteren maken. Op de overgang van maag en middenrif zit daarom een sluitspier die er voor zorgt dat het zure eten in de maag blijft. De sluitspier gaat open bij eten of drinken en sluit als dit in de maag is aangekomen.

Soms wordt de sluitspier slapper als u ouder wordt of kan eenvoudig de druk niet aan als u zwaarder wordt. Dan gaat de inhoud terug vanuit de maag en heeft u reflux.

Bij reflux stroomt de inhoud van de maag met het zuur en verteerde eten terug in de slokdarm. Dit kan bij iedereen wel een keer gebeuren maar als u er last van krijgt is er sprake van reflux ziekte.

Klachten bij refluxziekte

  • Pijn achter het borstbeen
  • Een zuur gevoel in de mond
  • Keelpijn
  • Soms benauwdheid
  • Slecht slapen
  • Beschadiging van het slijmvlies van de slokdarm. Dit kan erger worden bij bukken en persen of als u druk op de buik zet.

1. SLokdarm, 2. Middenrif, 3. Sluitspiertje in slokdarm, 4. Maag, 5. ontstoken slokdarmwand.

Breuk van het middenrif

Ook is de opening waardoor de slokdarm door het middenrif gaat een zwakke plek waardoor een breuk van het middenrif kan ontstaan. De zwakke plek in het middenrif is de breukpoort waardoor een deel van de maag in de borstholte komt te liggen. Bij verhoging van de druk in de buik (zoals bij staan, bij persen of hoesten) kan er makkelijk zuur en maaginhoud in de slokdarm komen en worden de klachten erger.

Hoe kan het behandeld worden?

  • De eerste stap is het aanpassen van het eten en te stoppen met roken als u dat doet. Als u te zwaar bent dient u af te vallen en in elk geval voor de avond minder koffie, alcohol en zware maaltijden te gebruiken. Als u met name in de nacht last heeft kun u het hoofdeinde van het bed wat hoger zetten zodat het zuur in uw maag naar beneden stroomt.
  • De tweede stap is de behandeling met medicijnen. Zo zijn er medicijnen tegen het zuur zelf zoals Gaviscon, Antagel en Rennie. Ook zijn er medicijnen die de productie van het zuur verminderen zoals Losec, Pantozol . Daarnaast zijn er medicijnen die zich hechten aan de beschadigde slokdarm zoals Ulcogant.
  • De derde stap, als er nog klachten zijn, kan een operatie zijn. Hierbij wordt de beschadigde sluitspier versterkt door om de slokdarm als het ware een wespenval te bouwen waardoor het eten en drinken wel de maag in kunnen maar het zuur met het eten niet uit de maag kan. Dit is de fundoplicatie van Toupet waarbij de wespenval aan de voorkant voor een deel open blijft of de Nissen fundoplicatie waarbij de wespenval helemaal rondom de overgang van de maag en slokdarm wordt gelegd. Bij de operatie wordt ook het defect in het middenrif gesloten.
Een maag met een manchet.

De ingreep

De operatie wordt uitgevoerd als kijkoperatie met kleine snede van 1 tot 1,5 cm maar soms is het nodig een ouderwetse operatie uit te voeren waarbij het litteken langer wordt dan verwacht.

Voorbereiding op de ingreep

Het bezoek aan het preoperatief bureau

Vanuit de polikliniek en vóór de opname in het ziekenhuis wordt u doorverwezen naar het preoperatief bureau. Het is belangrijk om u als patiënt zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op de aanstaande ingreep en de vorm van anesthesie die nodig is. Hiervoor is preoperatief onderzoek nodig. Door dit onderzoek is de kans op problemen tijdens en na de ingreep zo klein mogelijk. Meer informatie leest u hier: “anesthesie en preoperatief onderzoek”.

Anesthesie

De ingreep geschiedt onder algehele anesthesie (narcose). Bij het preoperatief bureau kunt u met de anesthesist vragen over de anesthesie bespreken. Meer informatie over de gang van zaken voor, tijdens en na de anesthesie krijgt u via het preoperatief bureau en kunt u nalezen in de folder “anesthesie en preoperatief bureau”.

Bloedverdunnende medicijnen

Het gebruik van bloedverdunnende medicijnen moet u, uitsluitend in overleg met uw arts, voor de ingreep stoppen. Als u onder begeleiding staat van de trombosedienst informeer deze dan over de ingreep. De trombosedienst stemt dan het beleid met u af.

De ingreep

Tijdens de ingreep wordt de opening in de het middenrif weer passend gemaakt en de chirurg kan er voor kiezen het middenrif met een oplosbare mat te versterken. Vervolgens wordt de functie van de sluitspier hersteld door een wespenval om de slokdarm te bouwen met de maag waardoor het zuur in de maag blijft. Een kijkoperatie is niet altijd mogelijk doordat bijvoorbeeld te veel verklevingen in de buik aanwezig zijn. Een “open” procedure is dan nodig. De arts maakt dan een langere snede over de buik. Nadeel is dat u dan wat langer in het ziekenhuis moet blijven.

Na de ingreep

Infuus

Na de ingreep gaat u naar de uitslaapkamer. Meestal heeft u een infuus in uw arm. Als alle controles goed zijn mag het infuus verwijderd worden.

Eten

Wij adviseren u twee weken na de ingreep het eten fijn te maken met bijvoorbeeld een blender zodat alles goed kan genezen. Na deze 2 weken mag u weer normaal eten maar het is verstandig om rustig te eten.

Ontslag uit het ziekenhuis

Meestal wordt de behandeling klinisch uitgevoerd. Dit betekent dat als alles naar wens verloopt u na 2 of 3 dagen naar huis kunt. In sommige gevallen is een langere opname noodzakelijk. Uw behandelend arts zal dit met u bespreken.

Adviezen voor thuis

Pijn

Zo nodig kunt u bij pijn maximaal 4 keer (per 24 uur) twee tabletten Paracetamol 500 mg nemen, tenzij anders voorgeschreven. Na een kijkoperatie kunt u last hebben van pijn die uitstraalt naar de schouder. U kunt dan het beste in bed de benen hoger leggen. De pijn neemt dan af. Indien de pijn niet verdwijnt, neem dan contact op met de polikliniek in het ziekenhuis. In het weekend kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp (SEH).

Nazorg wond

U kunt gewoon douchen, ook als er nog hechtingen in de wond aanwezig zijn. Richt tijdens het douchen niet de straal van de douchekop op de wond. Na het douchen kunt u een nieuwe pleister op de wond plakken. Als de wond droog is, dan hoeft dit niet meer. Na een week mag u ook weer baden.

Beweging

U mag belasten op geleide van de pijn. Neem op tijd rust en luister naar uw lichaam. U zult merken dat u geleidelijk meer aankunt.

Hervatten werk en sport

Er zijn geen echte beperkingen met werk en sport alles wat geen pijn doet mag u doen. Overleg met uw behandelend specialist bij twijfel.

Poliklinische controle

Bij uw ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak mee voor controle op de polikliniek. Hier worden de eventuele hechtingen verwijderd.

Complicaties en/of bijwerkingen

Ondanks de zorgvuldigheid waarmee gewerkt wordt kunnen er complicaties en/of bijwerkingen optreden. Geen enkele operatie is zonder risico.

Ook bij deze operatie is een normale kans op complicaties aanwezig.

Zo kunnen algemene complicaties optreden zoals:

  • Nabloeding
  • Wondinfectie
  • Trombose
  • Longontsteking.
  • Ook kunnen specifieke complicaties optreden die meer operatie gebonden zijn zoals:

  • Een gat in de maag of slokdarm. Hiervoor is soms een nieuwe operatie nodig.
  • Beschadiging van andere organen zoals milt of darm. Deze complicatie komt erg weinig voor.
  • Door het doorsnijden van zenuwtakken kunnen (meestal tijdelijk) diarree of maagpassagestoornissen optreden.
  • Soms komen de klachten na enige jaren weer terug. Het is dan noodzakelijk om nieuwe onderzoeken te doen om te bekijken waar de klachten vandaan komen.

    Vragen

    Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel uw vragen tijdens het eerstvolgende bezoek of bel naar:

    Contact

    Opmerkingen

    • Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
    • Ziet u teksten of afbeeldingen met auteursrechten die wij niet hebben vermeld?

    Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.

    Disclaimer

    Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.

    scroll terug naar boven