Inleiding
De batterij van de pacemaker die u in overleg met uw behandelend cardioloog hebt gekregen is binnen korte tijd leeg. Daarom moet u een nieuwe pacemaker krijgen. Hier leest u daarover meer informatie.
Levensduur pacemakerbatterij
De meeste pacemakers gaan tegenwoordig 7 tot 12 jaar mee. Dit is o.a. afhankelijk van hoe vaak de pacemaker invalt om uw hartritme te ondersteunen. Als de batterij leeg aan het raken is wordt dat altijd ruim op tijd bij de controles gezien. De pacemakertechnicus zal aangeven wanneer het tijd wordt de pacemaker te gaan vervangen.
Pacemakerwissel
Voor een pacemaker wissel moet u een nieuwe ingreep ondergaan, waarbij de oude pacemaker verwijderd wordt en een nieuwe ingebracht wordt. Vrijwel altijd wordt alleen de pacemaker vervangen en worden dus de oude pacemakerdraden aangesloten op de nieuwe pacemaker.
Nieuwe draad
Alleen als de metingen uitwijzen dat er iets mis is met een pacemakerdraad zal er een nieuwe draad naast de oude draad worden gelegd en zal deze nieuwe draad aangesloten worden op de pacemaker.
film pacemaker
Scan om het vimeofilmpje te bekijken.
Intakegesprek
Om u goed te informeren over de pacemaker wissel krijgt u een (telefonisch) intakegesprek met de intakeverpleegkundige. Er zal telefonisch contact met u opgenomen worden om het gesprek in te plannen. Tijdens dit contact krijgt u soms ook meteen de datum te horen wanneer de ingreep plaats zal vinden. Tijdens het gesprek krijgt u informatie over de opnamedag. Daarnaast worden de huidige medicijnenlijst en allergieën met u doorgenomen. Na het gesprek moet u soms nog bloed laten prikken
Duur van het intakegesprek
Het gesprek duurt ongeveer 30 minuten.
Meenemen/bij de hand houden voor het intakegesprek
- Een geldig identiteitsbewijs.
- Uw actuele medicijnenoverzicht/medicijnen paspoort.
- Telefoonnummers van 2 contactpersonen.
Voorbereidingen thuis
Tijdens het bezoek aan uw cardioloog of intakeverpleegkundige is besproken welke medicijnen u in mag nemen.
Bloedverdunnende medicijnen
- Als u onder begeleiding staat van de Trombosedienst zal de intakeverpleegkundige contact met hen opnemen. De Trombosedienst stemt dan het beleid met u af. Op de dag van de ingreep zal ’s morgens nog een keer bloed geprikt worden.
- Gebruikt u Dabigratan, Xarelto, Eliquis, Lixiana, Rivaroxariban of Apixaban (NOAC), dan moet u daar 48 uur van tevoren mee stoppen. De medicijnen herstart u 2 dagen na de ingreep.
- Andere bloedverdunnende medicijnen zoals Ascal, Acetylsalicylzuur, Carbasalaat, Plavix, Clopidogrel, Grepid, Brilique, Ticagrelor, Efient hoeft u niet te stoppen.
Diuretica
- Plastabletten zoals Furosemide (Lasix), Bumetanide (Burinex), Hydrochloortiazide of een combinatiepreparaat met Hydrochloortiazide, Chloortalidon, Amiloride, Spironolacton, Eplerenon (Inspra): deze neemt u ’s morgens niet in. Na de ingreep kunt u deze medicijnen weer innemen.
Medicijnen voor suikerziekte
- Medicijnen voor de suikerziekte ’s morgens gewoon innemen zoals u dat gewend bent. U kunt de dosering insuline aanpassen aan uw ontbijt.
U mag een licht ontbijt nuttigen.
Dag van de ingreep
Meenemen naar het ziekenhuis
- De medicijnen die u thuis gebruikt in de originele verpakking, blister of rol.
- Bent u diabeet, neem dan uw spullen om de suiker te prikken mee.
- Nachtkleding.
- Toiletspullen.
- Een geldig identiteitsbewijs.
- Eventueel warme sokken. Op de katheterisatiekamer waar de ingreep plaats zal vinden is het meestal koud.
- Eventueel iets te lezen.
- Makkelijk zittende kleding.
Waardevolle bezittingen
Wij adviseren u grote geldbedragen, sieraden (zoals uw trouwring) en andere kostbaarheden thuis te laten. Het gevaar van zoekraken en diefstal is helaas aanwezig. Het ziekenhuis is hiervoor meestal niet aansprakelijk.
Opname op afdeling Cardiologie
Voor de ingreep wordt u opgenomen op de afdeling Cardiologie of de Short Stay Cardiologie (SSC). In principe is het een dagopname.
Aankomst in het ziekenhuis
U meldt zich op de dag van opname bij de infobalie in de centrale hal. Als u onder begeleiding staat van de Trombosedienst dan gaat u bloedprikken op routenummer 11. De aanvraag voor het bloedprikken heeft gekregen tijdens het intakegesprek.
Voorbereiding op de afdeling
Op de afdeling Cardiologie of Short Stay Cardiologie wordt u voorbereid voor de ingreep.
Controles en infuus
Voorafgaand aan de ingreep vinden er enkele controles plaats, zoals het opnemen van uw bloeddruk, pols en temperatuur. U krijgt een OK-jasje aan. Ook wordt een infuusnaaldje ingebracht. Indien gewenst kunt u een kalmerend middel en pijnstilling krijgen, zodat u de ingreep zo comfortabel mogelijk kunt ondergaan. Ook krijgt u antibiotica toegediend via het infuus.
Bril, gehoorapparaat, gebitprothese
Uw bril mag u gewoon ophouden. Draagt u een gehoorapparaat dan kunt u deze inhouden. Heeft u een gebitsprothese, dan mag u deze ook inhouden.
De pacemaker wissel
U wordt met het bed naar de katheterisatiekamer gebracht. Daar stapt u in principe zelf over op een smalle onderzoekstafel.
Infectie voorkomen
Om infectie te voorkomen worden speciale voorzorgsmaatregelen genomen. De medewerkers dragen steriele uniformen en na het ontsmetten van het gedeelte van uw borstkas waar de pacemaker zit, wordt er een steriel laken over u heen gelegd. U kunt niet meekijken, maar wel gewoon met de cardioloog en medewerkers praten.
Lokale verdoving
De ingreep vindt plaats onder lokale verdoving. Tijdens de pacemaker wissel worden uw hartslag, bloeddruk en zuurstofgehalte steeds gecontroleerd. Heeft u tijdens de ingreep pijn, geeft dit dan direct aan. Dan kan er extra verdoving, een licht roesje of iets tegen de pijn worden gegeven.
Vervolgens wordt er een snee gemaakt van 5 à 10 cm in de huid onder het sleutelbeen. De pacemaker wordt vrij geprepareerd. Dit kan soms lastig zijn wanneer het lichaam veel bindweefsel heeft gevormd rondom de pacemaker.
Pacemaker plaatsen
De pacemaker wordt uit de pocket gehaald en de pacemakerdraden worden losgemaakt van de pacemaker. Indien nodig zal de pacemakertechnicus nog enkele metingen uitvoeren. De pacemakerdraden worden aangesloten op een nieuwe pacemaker en vervolgens wordt de nieuwe pacemaker in de pocket gestopt en wordt de pocket met hechtdraad gesloten. De wond wordt afgedekt met een pleister en indien nodig krijgt u een drukverband om nabloedingen te voorkomen.
Na de pacemaker wissel
Op de katheterisatiekamer
Na de ingreep mag u weer overschuiven van de onderzoekstafel naar het bed. De pacemakertechnicus stelt de nieuwe pacemaker in overeenkomstig/vergelijkbaar met de instellingen van de oude pacemaker. Tevens worden de pacemakerdraden nogmaals doorgemeten.
Op de afdeling Cardiologie
Na de ingreep gaat u met het bed terug naar de afdeling Cardiologie of de Short Stay Cardiologie. Uw bloeddruk wordt regelmatig gecontroleerd.
Na de ingreep mag u weer gewoon eten en drinken. Krijgt of houdt u na de ingreep pijnklachten, meld dit dan aan de verpleegkundige. De verpleegkundige belt met de contactpersoon om deze te informeren over het verloop van de ingreep en wat de verwachte ontslagtijd gaat worden.
Risico’s / complicaties
Een pacemaker wissel verloopt meestal zonder problemen. Echter soms kunnen complicaties optreden.
Mogelijke complicaties zijn onder andere:
- Bloeding. Na de pacemaker wissel kunnen bloedvaatjes nog nalekken. Er ontstaat ter plekke een hematoom (bloeduitstorting). Dit verdwijnt meestal vanzelf na enkele dagen tot weken.
- Infectie. Ook al wordt er tijdens de pacemaker wissel steriel gewerkt, toch kunnen er wel eens bacteriën in de pocket achterblijven die een infectie (ontsteking) veroorzaken. Over het algemeen kan dit voorkomen worden m.b.v. antibiotica. Wanneer dit niet het geval is moeten de pacemaker en de pacemakerdraden verwijderd worden en krijgt u op een andere plaats in het lichaam een nieuw pacemakersysteem.
- Beschadiging van de pacemakerdraad. Het kan gebeuren dat de cardioloog bij het vrij prepareren van de pacemaker per ongeluk een pacemakerdraad raakt. Indien de pacemakertechnicus na het doormeten van de draad afwijkende waarden meet, is de draad dusdanig beschadigd dat deze niet meer betrouwbaar zal werken. Er moet dan een nieuwe pacemakerdraad bijgeplaatst worden. De beschadigde draad zal in uw lichaam achterblijven, maar wordt inactief gemaakt.
Ontslag
Wij adviseren u van tevoren het vervoer naar huis te regelen, omdat u niet zelf naar huis mag rijden. Reizen met openbaar vervoer raden wij eveneens af.
Wij adviseren diegene die u komt halen, een rolstoel mee te brengen naar de afdeling. Rolstoelen staan bij de ingang van het ziekenhuis. Voor het gebruik is een muntstuk van 2 euro nodig. Na gebruik dient u de rolstoel weer terug te plaatsen.
Controle afspraak
U krijgt de afspraak voor de wond- en pacemaker controle thuisgestuurd. Deze afspraak vindt 2 weken na de ingreep plaats. Vervolgens krijgt u 1 of 2 keer per jaar een oproep thuisgestuurd.
Pacemaker pasje
U krijgt een pasje thuisgestuurd met daarop de gegevens van uw nieuwe pacemaker en pacemakerdraden. Het is handig dit altijd bij u te hebben. U kunt dit dan tonen als u in een ander ziekenhuis terecht komt. De pacemakertechnicus weet dan welke programmer hij/zij moet gebruiken.
Ook als u gaat vliegen is het belangrijk het pasje bij u te hebben. Dit kunt u dan op de luchthaven aan een van de medewerkers laten zien als u door de beveiligingssystemen heen moet. Het pasje met de gegevens van uw oude pacemaker kunt u weg doen.
Leefregels thuis
Na een pacemaker wissel adviseren wij u onderstaande adviezen op te volgen:
- Bloedverdunnende medicijnen mag u weer innemen zoals met u besproken. Bent u onder controle bij de Trombosedienst dan spreekt deze het beleid met u af.
- Als de verdoving uitgewerkt is, kunt u een aantal dagen nog wat pijnklachten hebben. U kunt hiervoor een pijnstiller (bijvoorbeeld paracetamol) innemen.
- De pleister mag na 48 uur verwijderd worden. Alleen als de wond nog niet droog is kunt u een nieuwe pleister aanbrengen. Eventuele steri-strips (hechtpleisters) laten zitten totdat ze er vanzelf afvallen. Hechtingen lossen vanzelf op en hoeven niet verwijderd te worden. Geen draadjes losknippen of lostrekken!
- De eerste week met beleid douchen; de wond mag niet nat worden.
- De eerste 2 weken niet baden i.v.m. het weken van de wond. Dit is niet bevorderlijk voor de wondgenezing.
- De eerste 2 weken niet autorijden of fietsen. Dit mag weer als u goedkeuring hiervoor hebt gekregen van de pacemakertechnicus na de eerste controle op de polikliniek.
- Stop uw mobieltje niet in uw borstzak boven de pacemaker en hou het bij een gesprek aan het oor aan de andere kant van waar uw pacemaker zit.
- Huishoudelijke apparatuur vormt geen enkele bedreiging voor de pacemaker. Bij sterke elektrische apparaten moet u wel oppassen.
- In sommige bedrijfstakken kan elektrische apparatuur (bijvoorbeeld lasapparatuur met zware transformatoren) gevaar voor uw pacemaker opleveren.
- Bij controlepoortjes in winkels of op luchthavens is het geen probleem als u er gewoon doorheen loopt, maar u moet niet tussen de poortjes blijven staan.
-
U krijgt een pasje thuisgestuurd met daarop alle gegevens over uw pacemaker en de pacemakerdraden. Draag dit pasje altijd bij u. Mocht u bijvoorbeeld in een ander ziekenhuis terecht komen dan kunt u daar direct geholpen worden wanneer de juiste apparatuur aanwezig is.
Neem op werkdagen contact op met de pacemaker afdeling bij:
- Bloeding van de pocket.
- Flinke zwelling van de pocket.
- Pijn in het gebied van de pocket.
- Pijn op de borst.
- Huiduitslag.
- Koorts.
- Terugkerende klachten waarvoor u de pacemaker hebt gekregen.
Meer informatie
Meer informatie vindt u op de volgende websites:
Gegevens van uw implantaat
Heeft u een implantaat gekregen? Of krijgt u binnenkort een implantaat?
Een implantaat is een voorwerp wat in uw lichaam geplaatst wordt en hier langere tijd blijft zitten. Voor uw veiligheid leggen we alle gegevens over uw implantaat vast. Deze informatie kunt u ook zelf zien in mijnVieCuri3. De gegevens die u over uw implantaat kunt zien zijn: de fabrikant, de productnaam, het type implantaat, het batch-/lotnummer, een unieke aanduiding voor het implantaat en de operatiedatum.
Waar staat de informatie over uw implantaat?
Met deze stappen komt u bij de informatie over uw implantaat:
- Ga naar www.mijnviecuri.nl en log in met uw DigiD.
- Klik in de menubalk op “Dossier”.
- Onder het kopje “Medische gegevens” klikt u op “Implantaten”.
- Op deze pagina ziet u een overzicht staan. In dit overzicht staat alle informatie over de implantaten die bij u zijn ingebracht.
Voor meer informatie over mijnVieCuri gaat u naar: www.viecuri.nl/mijnviecuri4.
Vragen?
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan kunt u ze stellen tijdens het eerstvolgende bezoek. Of neemt u contact op met uw cardioloog via de polikliniek Cardiologie. Heeft u vragen voor uw pacemakertechnicus, dan belt u met de pacemaker- /ICD- afdeling.
Bij dringende vragen buiten kantoortijden en in het weekend belt u met de
Eerste Hart Hulp.
Linkjes
- http://www.hartstichting.nl
- http://www.hartwijzer.nl
- https://mijnviecuri.viecuri.nl/
- https://mijnviecuri.viecuri.nl/
- https://www.viecuri.nl/disclaimer-patienteninformatie
Contact
Opmerkingen
- Ziet u een typfout, een taalkundige fout, of heeft u moeite met de leesbaarheid?
-
Stuur een e-mail naar communicatie@viecuri.nl en we zoeken een passende oplossing.
Disclaimer
Deze informatie is algemeen en geen behandeladvies. De informatie is ook geen vervanging van de afspraken die tussen patiënt en zorgverlener zijn gemaakt. VieCuri kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van mogelijke onjuistheden. Bekijk hier de uitgebreide disclaimer.5