Looprecorder

Inleiding

Er is in overleg met uw behandelend cardioloog besloten dat uw looprecorder verwijderd of vervangen gaat worden. Uw arts heeft u al informatie gegeven. Hier kunt u alles rustig nalezen.

Indicaties voor het verwijderen of vervangen van een looprecorder

Hoe lang u de looprecorder nodig heeft is vooraf niet te zeggen. Als blijkt dat er afwijkingen in het hartritme zijn (al dan niet met klachten) kan het zijn dat u in aanmerking komt voor een pacemaker. In dat geval wordt de looprecorder weer verwijderd.

Levensduur batterij looprecorder

De batterij van de looprecorder heeft een levensduur van circa 3 jaar. Als er in die tijd geen afwijkingen in het hartritme zijn geconstateerd die een indicatie geven voor een pacemaker, zal uw behandelend cardioloog besluiten de looprecorder te laten verwijderen (explantatie). Het is ook mogelijk dat hij een nieuwe looprecorder wil laten plaatsen (wissel). Dit kan het geval zijn indien u toch geregeld klachten blijft houden en/of geringe afwijkingen in het hartritme laat zien, die erger zouden kunnen worden.

Contact met de intakeverpleegkundige

Als de datum van de ingreep bekend is neemt de intakeverpleegkundige telefonisch contact met u op. U krijgt informatie over de opnamedag en het verloop van de ingreep. Daarnaast worden de huidige medicijnenlijst en allergieën met u doorgenomen.

Voorbereidingen thuis

Tijdens het informatiegesprek met de intakeverpleegkundige is besproken welke medicijnen u in mag nemen.

Bloedverdunnende medicijnen

• Als u onder begeleiding staat van de Trombosedienst zal de intakeverpleegkundige hiermee contact opnemen. De Trombosedienst stemt dan het beleid met u af. Op de dag van de ingreep zal ’s morgens nog een keer bloed geprikt worden.
• Gebruikt u Dabigratan, Xarelto, Eliquis, Rivaroxariban, Edoxaban, Lixiana of Apixaban (NOAC), dan moet u daar 48 uur van tevoren mee stoppen. De medicijnen herstart u 2 dagen na de ingreep.
• Andere bloedverdunnende medicijnen zoals Ascal, Acetylsalicylzuur, Carbasalaat, Plavix, Clopidogrel, Grepid, Brilique, Ticagrelor, Efient hoeft u niet te stoppen.

U kunt ’s morgens uw andere medicijnen innemen met water.

Dag van de ingreep

U hoeft niet nuchter te zijn voor de ingreep.

Meenemen naar het ziekenhuis

• De medicijnen die u thuis gebruikt voor 1 dag in de originele verpakking, blister of rol.
• Een geldig identiteitsbewijs.
• Heeft u diabetes, neem dan uw spullen om de suiker te prikken mee.
• Activator en homemonitoring kastje (zie figuur 1).

Figuur 1. Activator (links) om een opname van uw hartritme te maken in geval van klachten en homemonitor kastje (rechts) waarmee uw hartritme ‘op afstand’ gecontroleerd wordt door de pacemaker technicus.

Waardevolle bezittingen

Wij adviseren u grote geldbedragen, sieraden (zoals uw trouwring) en andere kostbaarheden thuis te laten. Het gevaar van zoekraken en diefstal is helaas aanwezig. Het ziekenhuis is hiervoor meestal niet aansprakelijk.

Aankomst in het ziekenhuis

U meldt zich op de dag van opname bij de infobalie in de centrale hal. Als u onder begeleiding staat van de Trombosedienst dan gaat u eerst bloed laten prikken. Het aanvraagformulier voor het bloedprikken heeft u thuisgestuurd gekregen met de bevestigingsbrief van de opname.

Voorbereiding op de afdeling

Op de Short Stay Cardiologie(SSC) wordt u voorbereid voor de ingreep.

Voorafgaand aan de ingreep vinden er enkele controles plaats, zoals het opnemen van uw bloeddruk, pols en temperatuur. U krijgt een OK-jasje aan.

Uw bril mag u gewoon ophouden. Draagt u een gehoorapparaat, dan kunt u deze inhouden. Heeft u een gebitsprothese, dan mag u deze ook inhouden.

De ingreep

U wordt met een rolstoel naar de katheterisatiekamer gebracht. Daar mag u op een smalle onderzoekstafel plaatsnemen.

Infectie voorkomen

Om infectie te voorkomen worden speciale voorzorgsmaatregelen genomen. De medewerkers dragen steriele uniformen en na het ontsmetten van het gedeelte van uw borstkas waar de looprecorder is geïmplanteerd, wordt er een steriel laken over u heen gelegd. U kunt gewoon met de medewerkers praten.

Lokale verdoving

Voor de ingreep wordt de plek waar gewerkt gaat worden verdoofd. Vervolgens wordt er een sneetje van 0,5 cm in de huid gemaakt en verwijdert de cardioloog de  looprecorder. Indien met u besproken, wordt met een speciaal injectie-instrument een nieuwe looprecorder onder de huid ingebracht. Het wondje wordt gesloten en afgedekt met een pleister. Indien nodig krijgt u een drukverband om nabloedingen te voorkomen.

Controles

Tijdens de ingreep wordt uw hartslag in de gaten gehouden. Heeft u tijdens de ingreep pijn, geeft dit dan direct aan. Dan kan er extra verdoving worden gegeven.

Terug naar de afdeling

Na de ingreep wordt u met de rolstoel terug naar de Short Stay Cardiologie gebracht. Zijn alle controles goed, dan kunt u naar huis.

Ontslag

Wij adviseren u van tevoren het vervoer naar huis te regelen, omdat u op de dag van de ingreep niet zelf mag rijden. Reizen met openbaar vervoer raden wij eveneens af.

Leefregels

Thuis zijn er in principe geen beperkingen en mag u gewoon alles doen wat u gewend bent.

Telefonische controle afspraak

U wordt 2 weken na de ingreep gebeld door de pacemaker technicus. Deze wil onder andere weten of het wondje goed genezen is.

Contact met ons opnemen bij complicaties

Mogelijke complicaties kunnen een nabloeding van het wondje of infectie zijn. Neem bij twijfel direct contact op met het ziekenhuis. Neem in ieder geval altijd contact op bij:

• Bloeding van het wondje.
• Flinke zwelling van het wondje.
• Koorts.

Leefregels thuis

Na het verwijderen of vervangen van de looprecorder geldt een aantal adviezen:

• Bloedverdunnende medicijnen mag u weer innemen zoals met u besproken. Bent u onder controle bij de trombosedienst dan spreekt deze het beleid met u af.
• Als de verdoving uitgewerkt is, kunt u een aantal dagen nog wat pijnklachten hebben. U kunt hiervoor een pijnstiller innemen, bijvoorbeeld paracetamol.
• De pleister mag u na 48 uur verwijderen. Als de wond nog niet droog is, kunt u een nieuwe pleister aanbrengen. Laat eventuele Steri-Strips (hechtpleisters) zitten totdat ze vanzelf loslaten.
• Hechtingen lossen vanzelf op en hoeven niet verwijderd te worden. Knip of trek geen draadjes los!
• Douche de eerste week met beleid; de wond mag niet nat worden.
• U mag de eerste 2 weken niet baden, omdat de wond dan gaat weken. Dit is niet bevorderlijk voor de wondgenezing.

Gegevens van uw implantaat

Heeft u een implantaat gekregen? Of krijgt u binnenkort een implantaat?

Een implantaat is een voorwerp wat in uw lichaam geplaatst wordt en hier langere tijd blijft zitten. Voor uw veiligheid leggen we alle gegevens over uw implantaat vast. Deze informatie kunt u ook zelf zien in patiëntenportaal mijnVieCuri1. De gegevens die u over uw implantaat kunt zien zijn: de fabrikant, de productnaam, het type implantaat, het batch-/lotnummer, een unieke aanduiding voor het implantaat en de operatiedatum.

Waar staat de informatie over uw implantaat?

Met deze stappen komt u bij de informatie over uw implantaat:

1. Ga naar www.mijnviecuri.nl en log in met uw DigiD.
2. Klik in de menubalk op “Dossier”.
3. Onder het kopje “Medische gegevens” klikt u op “Implantaten”.
4. Op deze pagina ziet u een overzicht staan. In dit overzicht staat alle informatie over de implantaten die bij u zijn ingebracht.

Voor meer informatie over patiëntenportaal mijnVieCuri gaat u naar: www.viecuri.nl/mijnviecuri2.

Vragen of problemen?

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan kunt u ze stellen tijdens 
het eerstvolgende bezoek. Of neemt u contact op met uw cardioloog via de polikliniek Cardiologie. Heeft u vragen voor uw pacemakertechnicus, dan belt u met de pacemaker- /ICD-afdeling.

Bij dringende vragen buiten kantoortijden en in het weekend belt u met de Eerste Hart Hulp.