Anesthesie en preoperatief onderzoek

Belangrijk

Nuchter

Voor een operatieve ingreep onder regionale of algehele anesthesie moet u nuchter zijn

Nuchter zijn betekent :

• Tot 6 uur voor het tijdstip dat u zich in het ziekenhuis moet melden, mag u nog 2 beschuiten met jam of kaas eten.
• Tot 2 uur voor het tijdstip dat u zich in het ziekenhuis moet melden, mag u nog een glas thee of water drinken (max. 400 ml) zonder melk of suiker.
• U mag vanaf 00.00 uur in de nacht niet meer roken.

Let op:

Wordt u de dag vóór de ingreep opgenomen? Dan hoeft u niet nuchter naar het ziekenhuis te komen.

Inleiding

U heeft in overleg met uw behandelend arts besloten dat een onderzoek of behandeling moet plaatsvinden. Hiervoor is een vorm van anesthesie (verdoving) nodig.

Voordat u anesthesie krijgt is een preoperatief onderzoek (onderzoek vóór de operatie) nodig. U bent daarvoor verwezen naar het preoperatief bureau.

Hier vindt u de informatie over:

 Preoperatief onderzoek

• Preoperatief bureau
• Afspraak en onderzoek

De Anesthesie

• Vormen van anesthesie
• Voorbereiding
• Gang van zaken op de operatieafdeling
• Na de anesthesie

Bewaar deze informatie tot na de ingreep, zodat u op elk moment alles nog eens na kunt lezen.

Preoperatief onderzoek

Waarom preoperatief onderzoek?

Het is belangrijk om u als patiënt zo goed en veilig mogelijk voor te bereiden op de aanstaande ingreep en de vorm van anesthesie die nodig is. Hiervoor is preoperatief onderzoek nodig. Tijdens de anesthesie is de anesthesioloog verantwoordelijk voor uw lichamelijk welzijn. Daarom is hij ook eindverantwoordelijk voor het preoperatief onderzoek.

Dit preoperatief onderzoek wordt geregeld en uitgevoerd door de medewerkers van het preoperatief bureau.

Wie werken op het preoperatief bureau

• Anesthesiologen
• Preoperatief verpleegkundigen
• Spreekuurassistenten
• Apothekersassistenten

Het preoperatief bureau

Als u een afspraak maakt op het preoperatief bureau krijgt u:

• een vragenlijst die u thuis moet invullen.
• deze folder ‘Anesthesie en preoperatief onderzoek’
• een afspraak met een apothekersassistente als u medicijnen gebruikt en/of een allergie heeft.
• een afspraak met een preoperatief verpleegkundige voor een preoperatieve screening.
• een afspraak voor een gesprek met de anesthesioloog (meestal).

Bij verhindering

Als u niet naar de afspraak kunt komen, moet u dit minimaal 24 uur van tevoren melden.

Meenemen voor het preoperatief onderzoek

Wat neemt u mee:

• Een geldig identiteitsbewijs
• De ingevulde vragenlijst
• Medicijnen (doosjes met etiket waarop staat wat, hoeveel en hoe vaak u dit medicijn gebruikt)
• Deze folder ‘Anesthesie en preoperatief onderzoek’

Preoperatief onderzoek

Op het afgesproken tijdstip meldt u zich volgens afspraak bij:

Locatie Venlo  

• Preoperatief bureau

Locatie Venray

• Apotheek
• Preoperatief bureau

Het preoperatief onderzoek bestaat uit:

• Gesprek met de preoperatief verpleegkundige:

De door u ingevulde vragenlijst wordt besproken en waar nodig aangevuld.

• Lichamelijk onderzoek:

Het lichamelijk onderzoek is een algemeen onderzoek gericht op de anesthesie, zoals onderzoek van hart en longen.

• Een gesprek met de anesthesioloog Het kan zijn dat de anesthesie, tijdens de ingreep, door een andere anesthesioloog wordt gegeven dan degene met wie u heeft gesproken. Deze anesthesioloog is op de hoogte van wat er is besproken en alle bijzonderheden.

Verder onderzoek

Na het lichamelijk onderzoek, het preoperatief gesprek en eventueel het gesprek met de anesthesioloog kan verder onderzoek noodzakelijk zijn. Dit kan bestaan uit bloedonderzoek, een longfoto, een hartfilmpje (ECG) of een consult van een andere arts zoals internist, hartspecialist of longarts. U krijgt dan een afspraak hiervoor.

Planningslijst

Plaatsen op de planningslijst

Nadat alle onderzoeken hebben plaatsgevonden en de uitslag bekend is bij de anesthesioloog kan deze de ingreep goedkeuren. Na deze goedkeuring wordt de operatie door de planner van uw behandelend arts ingepland.

Wachttijden informatie

Kijk hier voor meer informatie over de wachttijden.1

Voor onderstaande afdelingen kunt u ook telefonisch contact op nemen met de Centrale OK-planning:

• Chirurgie

• Gynaecologie

• KNO

• Orthopedie

• Plastische chirurgie

• Urologie

Voor afdeling Neurologie en Oogheelkunde belt u het telefoonnummer van de afdeling.

Kijk verderop voor alle telefoonnummers.

Meenemen bij opname

• Opnamebrief
• Telefoonnummer van contactpersoon
• Medicatieoverzicht en al uw medicijnen
• Rolstoel/rollator/wandelstok (indien nodig)
• Bril/gehoorapparaat/steunkousen (indien nodig)
• Toiletartikelen
• Nachtkleding
• Stevige schoenen en/of sloffen
• Kleding die ruim en gemakkelijk zit.
• Boek/tijdschrift/tablet/telefoon

Anesthesie

Vormen van anesthesie

Er zijn verschillende vormen van anesthesie: lokale, regionale en algehele anesthesie. Niet iedere vorm van anesthesie is geschikt voor u als persoon of voor de ingreep die u moet ondergaan. Samen met uw anesthesioloog kunt u de mogelijkheden bespreken.

lokale anesthesie

Lokale anesthesie is een plaatselijke verdoving en kan ook door een andere arts dan een anesthesioloog worden gegeven. Alleen de zenuwen rond het operatiegebied worden verdoofd (b.v. tandartsverdoving).

regionale anesthesie

Hierbij wordt een gedeelte van uw lichaam gevoelloos gemaakt. Bij een prik rond de schouder is dat de arm; bij een prik in de lies is dat het (boven)been; bij een prik in de knieholte is dat het onderbeen, enkel of de voet; bij een ruggenprik is dat de onderste helft van het lichaam. De ruggenprik is de meest gebruikte vorm van regionale anesthesie. De anesthesioloog verdooft met een dun naaldje de zenuwen die uit het ruggenmerg komen. Dit is even pijnlijk, net als bij het afnemen van bloed.

Bij regionale anesthesie bent u gewoon wakker. Als u het prettig vindt tijdens de ingreep te slapen, kunt u een licht slaapmiddel krijgen. De anesthesioloog zal dit vóór de ingreep met u bespreken. U kunt ook naar (uw eigen) muziek luisteren als u dit wenst: neem in dat geval uw eigen iPod of MP3 speler mee.

Na de ingreep kan de gevoelloosheid nog enkele uren aanwezig blijven. Soms is regionale anesthesie niet mogelijk. Het kan zijn dat u pijn blijft voelen of erg nerveus bent. Dan is algehele anesthesie noodzakelijk

algehele anesthesie / de narcose

Bij algehele anesthesie bent u volledig verdoofd en valt u tijdelijk in een diepe slaap (narcose). De anesthesiemiddelen krijgt u via het infuus toegediend en werken vrijwel direct. U merkt niets van de operatie. Het is mogelijk dat u tijdens de operatie beademd wordt door een buisje dat in uw luchtpijp aangebracht wordt. Meteen na de ingreep wordt u weer wakker gemaakt.

Praktische punten bij de voorbereiding

Voor een goed verloop van de anesthesie is een goede voorbereiding belangrijk:

• Wij adviseren u om goed uitgeslapen en zo ontspannen mogelijk aan de ingreep te beginnen. Als u slecht kunt slapen, kunt u bij opname in het ziekenhuis aan de verpleging om een slaapmiddel vragen. Indien u thuis bent kunt u hierover contact opnemen met uw huisarts.
• Als u op de dag voor uw operatie erg verkouden bent, koorts heeft of een ontsteking heeft, neem dan contact op met de polikliniek van uw behandelend arts. In het belang van uw veiligheid en uw herstel na de operatie kan het in dit geval beter zijn om de operatie uit te stellen.
• Voorbereiding pijnstilling voor thuis:

Wij adviseren u om thuis Paracetamol op voorraad te hebben. Paracetamol wordt bij ontslag niet meegegeven.

•  Het advies is om 2 doosjes Paracetamol 500 mg tabletten in huis te hebben.
• Overige pijnstilling: wat nieuw op recept is gekomen wordt meegegeven of via recept verstuurd bij ontslag.

•  Zowel voor een operatieve ingreep onder regionale als algehele anesthesie moet u op de dag van de ingreep nuchter zijn

Voorbeelden:

• Als u om 8.00 uur in het ziekenhuis wordt verwacht, mag u vanaf 2.00 uur ’s nachts niets meer eten. 

U mag tussen 2.00 uur en 6.00 uur nog water of thee drinken. Daarna mag u niets meer eten of drinken .

• Als u om 14.00 uur in het ziekenhuis wordt verwacht, mag u vanaf 8.00 uur ’s morgens niets meer eten. 

U mag tussen 8.00 uur en 12.00 uur nog water of thee drinken. Daarna mag u niets meer eten of drinken.

Wordt u de dag vóór de ingreep opgenomen?

Dan hoeft u niet nuchter naar het ziekenhuis te komen.

• De ingreep kan alléén doorgaan als u nuchter bent.

Als u niet nuchter bent loopt u het risico dat tijdens de operatie maaginhoud in uw longen komt en dat kan levensgevaarlijk zijn.

• Als u medicijnen gebruikt kunt u deze ’s morgens voor de ingreep gewoon innemen.
• Als u met medicijnen moet stoppen krijgt u dat tijdens het preoperatief gesprek te horen. Door stress en de gebruikte medicijnen rond de operatie kan de werking van de anticonceptiepil onbetrouwbaar zijn.
• U kunt het best een paar uur voor de ingreep douchen; daarna geen crème of bodylotion gebruiken.
• Om wondinfecties na de operatie te voorkomen mag u in de week vóór de operatie het operatiegebied niet ontharen. Dit geldt ook voor ontharen vanuit cosmetisch oogpunt, zoals bv het ontharen van benen, oksels en schaamstreek. Wanneer ontharen voor een operatie noodzakelijk is, gebeurt dit vlak voor de operatie in het ziekenhuis.
• Het is belangrijk dat de patiënt warm op de operatiekamer komt. Dit kan complicaties voorkomen. Als u net voor de ingreep naar het ziekenhuis komt, probeer er dan op te letten dat u warm blijft onderweg. Met name de handen zijn belangrijk in verband met het prikken van het infuus.
• Sieraden, piercings en make-up moet u verwijderen voor u naar de operatiekamer gaat. Ook moet u nagellak voor de ingreep te verwijderen van vingers en tenen. Kunst- en/of gelnagels moet u ten minste van één vinger van beide handen verwijderen.
• U moet contactlenzen en gebitsprotheses uitdoen. Een gehoortoestel kan inblijven.
• U kunt een kortwerkend medicijn toegediend krijgen om u rustig en slaperig te maken.
• U krijgt operatiekleding aan.
• Wij adviseren u van tevoren vervoer naar huis te regelen, omdat u in geen geval zelf naar huis mag rijden. De toegediende medicijnen kunnen tot 24 uur na de ingreep uw rijgedrag beïnvloeden. Reizen met openbaar vervoer raden wij ook af.

Zorg ervoor dat degene die u komt halen een rolstoel meebrengt naar de afdeling. Deze zijn onder in de centrale hal te vinden.

• Gebruikt u een apparaat om uw ademhaling `s nachts te ondersteunen? Neem dit apparaat dan mee naar het ziekenhuis voor bij uw opname.

Gang van zaken op de operatieafdeling

Soms moet u, als u op de operatieafdeling aankomt, even wachten. U wordt op een smalle verrijdbare operatietafel gelegd en naar een kamer gereden waar u de anesthesie krijgt. U krijgt een bloeddrukband om de bovenarm, 3 stickers (elektroden) op de borst voor de bewaking van uw hart en een klemmetje op uw vinger om het zuurstofgehalte in uw bloed te meten. Ook krijgt u een infuus in de onderarm of hand. Via het infuus kunnen medicijnen en vocht worden toegediend. Vindt de ingreep onder algehele anesthesie plaats dan krijgt u de anesthesiemiddelen via het infuus. Gedurende de ingreep bewaken de anesthesioloog of anesthesie medewerker u voortdurend. Zij volgen nauwkeurig de functies van uw lichaam met behulp van uitgebreide elektronische bewakingsapparatuur.

Gebitsbeschadiging

Als u voor algehele anesthesie geïntubeerd moet worden (slangetje in de luchtpijp) kan, ondanks de zorgvuldigheid waarmee de medewerkers werken, schade aan de tanden ontstaan. Hiervoor is het ziekenhuis niet aansprakelijk.

Wanneer de anesthesie voorbij is

Meteen na de ingreep wordt u naar de uitslaapkamer (recovery) gebracht. Hier liggen patiënten die net zijn geopereerd en bijkomen van de anesthesie.

Gespecialiseerde verpleegkundigen en als dat nodig is ook de anesthesioloog houden u hier de hele tijd in de gaten.

U krijgt tijdens uw verblijf op de recovery waterijs aangeboden . Dit voorkomt een droge mond, dorst, een vieze smaak en/of pijnklachten in mond- en keelholte na de anesthesie.

Na de ingreep blijft het infuus nog enige tijd zitten. Hierdoor kunnen geneesmiddelen, vocht en bloed toegediend worden. U kunt de arm met het infuus normaal bewegen. Vaak zit er een slangetje in de neus om extra zuurstof toe te dienen. Afhankelijk van de ingreep kunt u ook een maagsonde of blaaskatheter hebben.

Zowel op de recovery als later op de afdeling controleren de verpleegkundigen uw wond, eventuele wonddrains en katheters. Dit betekent dat uw hele lichaam gecontroleerd wordt, ook het geslachtsgebied.

Als u na de ingreep last heeft van lichamelijke veranderingen, maakt niet uit welke, meldt dit dan aan de verpleegkundige.

Intensievere zorg nodig?

Heeft u na de ingreep meer bewaking nodig dan gaat u naar de afdeling die in intensieve zorg en bewaking gespecialiseerd is: de Intensive Care (IC). Deze is alleen op de locatie Venlo aanwezig.

Verder herstel

Wanneer de anesthesie voldoende is uitgewerkt gaat u terug naar de verpleegafdeling. Na de ingreep heeft u soms last van spierpijn en pijnlijke gewrichten. Dit kan komen door het (langdurig) stilliggen in dezelfde houding tijdens de ingreep.

Heeft u na de ingreep pijn of bent u misselijk, bespreek dit dan met de verpleegkundige.

De gebruikte anesthesiemiddelen zijn na een dag helemaal uitgewerkt. Uw lichaam heeft nog enkele dagen tot weken nodig om volledig van de ingreep te herstellen.

Vragen over de ingreep

Vragen over de ingreep zelf kunt u met uw behandelend arts bespreken.

Vragen of klachten over de anesthesie

Zijn er na de ingreep vragen of klachten over de gang van zaken rond de anesthesie dan kunt u altijd bellen voor een afspraak met het preoperatief bureau (zie achterzijde folder).

Vragen

Vragen over de ingreep

Vragen over de ingreep zelf kunt u met uw arts bespreken.

Vragen of klachten over de anesthesie

Zijn er na de ingreep vragen of klachten over de gang van zaken rond de anesthesie 
dan kunt u altijd bellen voor een afspraak met het preoperatief bureau.