“Ik? Maar ik doe het toch niet alleen? Mijn eerste reactie was dat ik het allemaal niet nodig vond”, bekent Susan. “Maar toen hoorde ik wat mijn collega’s over mij hadden gezegd. Slik… Dat kwam toch wel even binnen. Ik denk dat veel verpleegkundigen te bescheiden zijn om aandacht voor zichzelf te vragen, vinden dat het er allemaal gewoon bij hoort. Maar toen ik al die waardering en complimenten hoorde, werd ik uiteindelijk toch heel trots.”
Actie
Susan begon in 1992 bij VieCuri, toen nog als hbo-student Verpleegkunde. Na een korte uitstap naar een ziekenhuis in Duitsland werd ze teruggevraagd op haar geliefde afdeling Chirurgie, waar zij vandaag nog steeds werkt. “Chirurgie is ontzettend veelzijdig, dus ik blijf leren. Hier komen patiënten van alle leeftijden, van een jonge vrouw die een borstreconstructie krijgt tot een oudere patiënt die geopereerd wordt vanwege darmkanker. Heel veelzijdig en hectisch. Voor een patiënt is het misschien gek, maar wij houden van actie en werken onder tijdsdruk. Vechten voor onze patiënten. Gelukkig zien we heel veel mensen goed opknappen.”
Assertieve jonge collega’s
In haar jaren bij VieCuri heeft Susan het ziekenhuis én de verpleegkunde zien veranderen. Susan: “De jonge groep collega’s komt veel assertiever van school dan ik vroeger. Ik vind het knap dat ze veel durven vragen en voorstellen. Zij hebben bijvoorbeeld heel anders geleerd om te gaan met infuusgebruik. Dat bespreken we dan samen en daar leer ik ook weer van. Het coachen van studenten vind ik één van de leukste extra taken. Sowieso doe ik er graag iets bij, dat houdt het werk interessant.”
Genoten
“Ik heb zoveel mooie herinneringen aan mijn werk”, blikt Susan terug. Ik kan me nog twee oude dames herinneren, járen geleden. Dol op Vastelaovend waren ze allebei, en wij ook. Toen hebben we ze tijdens de Boètezitting naar de koffiekamer gebracht, geschminkt met lippenstift en samen genoten voor de tv. Dat gemoedelijke van mijn beginjaren mis ik wel. Ook hier maken we steeds meer agressie mee. Meestal komt het voort uit betrokkenheid en machteloosheid, dat weet ik wel. Maar toch, wij proberen zo goed mogelijk ons werk te doen. Dan is het soms onbegrijpelijk hoe patiënten of naasten kunnen reageren.”
Dichtbij
Sommige patiënten nemen een speciaal plekje in, vertelt Susan. “Een jaar of twee geleden lag er een patiënt op de afdeling die ik kende. Onze dochters hebben bij elkaar in de klas gezeten en samen in de optocht gelopen. Een vrouw van mijn leeftijd, met een gezin en een leven zoals ik. En met een darmtumor met uitzaaiingen. In zo’n situatie blijf je natuurlijk professioneel, maar het raakte me enorm, het kwam heel dichtbij. Zij heeft twee keer op onze afdeling gelegen, en in die tijd heb ik haar vaak opgezocht, gevraagd of ik iets voor haar kon betekenen.”
Chapeau
Die patiënt was Clim Stikkelbroeck. Clim kan zich de weken op de afdeling Chirurgie nog goed herinneren. “Ik kreeg in die tijd een paar keer heel slecht nieuws, heb operaties gehad en zware chemo- en bestralingstrajecten. Nog steeds word ik behandeld. Als je in die situatie zit en veel tijd hebt om te piekeren, is het fijn dat er mensen met hart en ziel voor je klaarstaan. Zoals Susan. Zó liefdevol, warm en betrokken, altijd tijd om even aan je bed te zitten, er voor je te zijn. Het is zo fijn als iemand oog heeft voor jou en voor je gezin. Met Susan was het nèt even makkelijker om over moeilijke dingen te praten, juist omdat we elkaar al kenden. Achteraf wil ik nog eens zeggen hoeveel respect ik voor haar heb en voor alles wat ze op en naast het werk doet. Chapeau, dank je wel voor jouw lieve zorg!”